Par 4.3 - molariteit

4.3 Molariteit 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.3 Molariteit 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Molariteit
Molariteit, de concentratie in mol per liter. 



[X]=Vn

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen
  • Er wordt 5,00 gram azijnzuur (CH3COOH) opgelost in 250 mL water. Bereken de molariteit van deze oplossing.
  • [CH3COOH] = ?
  • [CH3COOH] = n / V
  • V = 250 mL = 0.250 L
  • n = te berekenen 
  • n = m : M
  • n = 5,00 g / 60,053 g mol-1 = 0,083 mol
  • [CH3COOH] = 0,083 mol / 0,250 L = 0,33 mol/L (of 0,33 M)

1. Gevraagd en gegevens in juiste eenheid
2. Formule
3. Invullen
4. Berekening
5. Antwoord met eenheid in juiste s.c.

Slide 17 - Tekstslide

Even oefenen
  • Er wordt 60 mg glucose opgelost in 250 mL water. Bereken de molariteit van deze oplossing.
  • [C6H12O6] = ?
  • M(C6H12O6) = 180,16 g mol−1
  • m= 60 mg = 0,060 g
  • n = m / Mw
  • n = 0,060 / 180,16 = 3,33 ∙ 10−4 mol
  • molariteit = aantal mol : volume oplossing
  • [C6H12O6] = n / V
  • molariteit glucose = 3,33 ∙ 10−4 mol : 0,250 L = 
  • 1,33 ∙ 10−3 mol L−1 of 1,33 ∙ 10−3 M

1. Gevraagd en gegevens in juiste eenheid
2. Formule
3. Invullen
4. Berekening
5. Antwoord met eenheid in juiste s.c.

Slide 18 - Tekstslide

Bereken de [O2] als er 54 mg zuurstof in 500 mL water is opgelost.

Even oefenen

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de [O2] als er 54 mg zuurstof in 500 mL water is opgelost.

Even oefenen

Slide 20 - Tekstslide

Bereken de [O2] als er 54 mg zuurstof in 500 mL water is opgelost.

Even oefenen
V = 0,500 L
n = 1,69·10-3 mol
  

Slide 21 - Tekstslide

Bereken de [O2] als er 54 mg zuurstof in 500 mL water is opgelost.

Even oefenen
V = 0,500 L
n = 1,69·10-3 mol
  

Slide 22 - Tekstslide

Bereken de molariteit van 10 mL ethanol.

Slide 23 - Tekstslide