Laat de brutalen niet voordringen

Laat de brutalen niet voordringen
Leesvaardigheid 4 HAVO
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laat de brutalen niet voordringen
Leesvaardigheid 4 HAVO

Slide 1 - Tekstslide

Welke sociale media gebruik jij?

Slide 2 - Open vraag

Lees het artikel van Kees Kraaijeveld
(uitgedeeld in klas en via Teams)

Slide 3 - Tekstslide

Moeilijke woorden

Slide 4 - Woordweb

In een tekst kunnen verschillende middelen worden gebruikt om het onderwerp van de tekst te introduceren.
1) Welk middel wordt vooral gebruikt in alinea 1 van deze tekst? een beschrijving van een
A
actuele situatie
B
concrete vraagstelling
C
controversieel standpunt
D
historische ontwikkeling

Slide 5 - Quizvraag

“Wie twittert, wordt gehoord” (regel 12). In alinea 2 wordt deze uitspraak verder toegelicht.
2) Citeer uit alinea 2 de zin die deze toelichting het best samenvat.

Slide 6 - Open vraag

“Niks mis mee, zo lijkt het” (regel 26). Deze zin suggereert dat er wel degelijk iets mis is.
3) Leg uit wat er mis is volgens deze tekst. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 7 - Open vraag

In alinea 3 wordt de term ‘voordringkanalen’ geïntroduceerd.
4) Leg uit op welke manier sociale media kunnen leiden tot ‘voordringkanalen’. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 8 - Open vraag

5) Welke van de zinnen (zie opgaven bij tekst!) geeft de hoofdgedachte van alinea 3 het best weer?
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D

Slide 9 - Quizvraag

In alinea 5 wordt de term ‘digitaal kapitaal’ geïntroduceerd.
6) Wat wordt met deze term bedoeld?


Slide 10 - Open vraag

7) Wat is het belangrijkste doel van deze tekst? (Zie opgaven bij tekst!) Het belangrijkste doel is
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D

Slide 11 - Quizvraag

De titel van de tekst is ‘Laat de brutalen niet voordringen’.
8) Wat betekent deze titel, gelet op de tekst? (Zie opgaven bij uitgedeelde tekst!) Die betekent dat
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D

Slide 12 - Quizvraag

Het woord ‘brutalen’ heeft een negatieve klank. Toch gedragen degenen die in de tekst als brutaal bestempeld worden, zich niet per se negatief.
9) Leg uit waarom ‘brutalen’ niet goed gebruikt zou zijn in deze tekst. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 13 - Open vraag