2018-II tekst 2 Laat de brutalen niet voordringen

2018-II tekst 2

Laat de brutalen niet voordringen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2018-II tekst 2

Laat de brutalen niet voordringen

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 15 
In een tekst kunnen verschillende middelen worden gebruikt om het onderwerp van de tekst te introduceren. 
Welk middel wordt vooral gebruikt in alinea 1 van tekst 2?
een beschrijving van een
A actuele situatie
B concrete vraagstelling
C controversieel standpunt
D historische ontwikkeling 

Slide 2 - Tekstslide

15. Welk middel wordt vooral gebruikt in alinea 1 van tekst 2? een beschrijving van een
A
actuele situatie
B
concrete vraagstelling
C
controversieel standpunt
D
historische ontwikkeling

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 15 
Een beschrijving van een 

A
actuele situatie

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 16
In alinea 2 wordt deze uitspraak verder toegelicht. 

Citeer uit alinea 2 de zin die deze toelichting het beste samenvat. 

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 16
“Hoe meer digitale verbindingen u heeft, des te belangrijker vinden
bedrijven wat u online meldt.” (regels 42-45)

Noteer als volgt:
Hoe meer (...) online meldt. (r. 42-45)

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 17
Deze zin suggereert dat er wel degelijk iets mis is.
Leg uit wat er mis is volgens tekst 2.

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord niet meer dan 20 woorden. 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 17
Er is sprake van een ongelijke behandeling van mensen/burgers (dooroverheid en bedrijfsleven). 
/ Wie de meeste volgers heeft, krijgt de meeste aandacht en respect (van overheid en bedrijfsleven). 

Maximum 20 woorden.
Beoordeel de spelling en grammatica

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 18
In alinea 3 wordt de term ‘voordringkanalen’ geïntroduceerd.
Leg uit op welke manier sociale media kunnen leiden tot
‘voordringkanalen’.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 18
Degene met de meeste volgers (op sociale media) krijgt voorrang. /
Bedrijven reageren / de overheid reageert vooral op mensen met veel volgers (op sociale media).

Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 19
19 Welke van de onderstaande zinnen geeft de hoofdgedachte van alinea 3 het best weer?

A Door de sociale media kan de overheid problemen van digitale klagers nu sneller oplossen, maar niet iedereen is zo brutaal om te klagen.
B Het is goed dat de sociale media de burgers bevrijden van hun
onmondigheid, maar niet iedereen heeft het geluk een effectieve campagne te kunnen starten.
C Het is goed dat de SVB burgers belt die twitteren, maar hierdoor ontstaat het gevaar dat niet iedereen eerlijk behandeld wordt.
D Het lijkt positief dat de overheid, net als het bedrijfsleven, twitteraars volgt, maar hierdoor ontstaat wel kans op een ongelijke behandeling. 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 19
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 19
19 Welke van de onderstaande zinnen geeft de hoofdgedachte van alinea 3 het best weer?

A Door de sociale media kan de overheid problemen van digitale klagers nu sneller oplossen, maar niet iedereen is zo brutaal om te klagen.
B Het is goed dat de sociale media de burgers bevrijden van hun
onmondigheid, maar niet iedereen heeft het geluk een effectieve campagne te kunnen starten.
C Het is goed dat de SVB burgers belt die twitteren, maar hierdoor ontstaat het gevaar dat niet iedereen eerlijk behandeld wordt.
D Het lijkt positief dat de overheid, net als het bedrijfsleven, twitteraars volgt, maar hierdoor ontstaat wel kans op een ongelijke behandeling. 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 20
In alinea 5 wordt de term ‘digitaal kapitaal’ geïntroduceerd.
Wat wordt met deze term bedoeld?

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 20
(Met de term 'digitaal kapitaal' wordt bedoeld)
je (mate van) invloed in de sociale media

Beoordeel de spelling.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 21 
Wat is het belangrijkste doel van tekst 2?

Het belangrijkste doel is
A aangeven dat maatschappelijke segmentatie als gevolg van het gebruik van digitale media moet worden voorkomen.
B aantonen dat Twitter ongeschikt is om je ongenoegen kenbaar te maken bij de overheid.
C laten zien op welke manier het digitale kapitaal werkt en wat de mogelijke bijeffecten ervan zijn.
D uitleggen wat de impact is van de sociale media op de dienstverlening binnen het bedrijfsleven en de overheid. 

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 21
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quizvraag

Vraag 21 
Wat is het belangrijkste doel van tekst 2?

Het belangrijkste doel is
A aangeven dat maatschappelijke segmentatie als gevolg van het gebruik van digitale media moet worden voorkomen.
B aantonen dat Twitter ongeschikt is om je ongenoegen kenbaar te maken bij de overheid.
C laten zien op welke manier het digitale kapitaal werkt en wat de mogelijke bijeffecten ervan zijn.
D uitleggen wat de impact is van de sociale media op de dienstverlening binnen het bedrijfsleven en de overheid. 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 22
De titel van tekst 2 is ‘Laat de brutalen niet voordringen’. Wat betekent deze titel, gelet op de tekst? Die betekent dat

A de overheid ervoor moet zorgen dat ze de zogenaamd brutale burgers niet meer aandacht geeft dan andere.
B de overheid geen brutale middelen moet inzetten bij het gebruik van sociale media.
C het bedrijfsleven en de overheid op een te brutale wijze gebruikmaken van sociale media.
D zogenaamd brutale mensen minder gebruik van sociale media zouden moeten maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 22
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 22
De titel van tekst 2 is ‘Laat de brutalen niet voordringen’. Wat betekent deze titel, gelet op de tekst? Die betekent dat

A de overheid ervoor moet zorgen dat ze de zogenaamd brutale burgers niet meer aandacht geeft dan andere.
B de overheid geen brutale middelen moet inzetten bij het gebruik van sociale media.
C het bedrijfsleven en de overheid op een te brutale wijze gebruikmaken van sociale media.
D zogenaamd brutale mensen minder gebruik van sociale media zouden moeten maken. 

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 23
Het woord ‘brutalen’ heeft een negatieve klank. Toch gedragen degenen die in de tekst als brutaal bestempeld worden, zich niet per se negatief.
Leg uit waarom ‘brutalen’ niet goed gebruikt zou zijn in tekst 2.

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 23 
De ‘brutalen’ / Ze worden alleen gehoord omdat ze veel volgers hebben, niet omdat ze (echt) brutaal zijn.

Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 23 - Tekstslide