6.2 populaties

6.2 Populaties
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2 Populaties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhaling 6.1
Nu eerst even een snelle herhaling van 6.1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 criteria kunnen gebruikt worden om vast te stellen of individuen tot dezelfde soort behoren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten en binominale naamgeving 
Soortnaam bestaat uit: 
Geslachtsnaam + soortnaam


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soortnaam is correct geschreven?
A
pinus mugo
B
Pinus mugo
C
pinus Mugo
D
Pinus Mugo

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taxonomie
Vroeger: hoogste groep = rijk

Tegenwoordig: hoogste groepen zijn de domeinen: 
  • archaea
  • bacteriën
  • eukaryoten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk is verschillend bij alle 3 de domeinen?
A
het bezit van een kernmembraan
B
het aantal lagen fosfolipiden in de celmembraan
C
het bezit van DNA
D
het type rRNA

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 6.2 Populaties
- Wat is een populatie?
- Hoe bepaal je de grootte van een populatie?
- welke factoren beïnvloeden de grootte van een populatie?
- wat is de invloed van natuurbeheer op populaties?

lees nu eerst de introductie van 6.2 op blz. 200

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor beest is dit? Waar komt hij voor?

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

populatie
Een groep van dezelfde soort organismen die in een bepaald gebied te vinden zijn en die zich onderling kunnen voortplanten.


Een populatie hoeft niet in een groep te leven, ook solitair levende dieren in een bepaald gebied vormen een populatie. Ze ontmoeten elkaar wel voor voortplanting.
lees nu ook De grootte van populaties op blz 200

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de populaties van deze dieren?
schapen
vissen
zeehonden
wolven
spreeuwen
ganzen
kudde
school
kolonie
roedel
zwerm
vlucht

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

de populatiegrootte
De grootte van de populatie (uit hoeveel individuen bestaat deze) wordt + positief en - negatief beïnvloed door:
Immigratie = er komen individuen bij uit een ander gebied

Emigratie = er gaan individuen weg....
+ geboorte
- sterfte
+ immigratie
- emigratie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je de populatiegrootte?
  • tellen (handig bij grote individuen, kleine aantallen, niet zo beweeglijk)
  • schatten (bij grote aantallen, beweeglijke of schuwe dieren)
  • steekproef nemen van een klein gedeelte van het gebied (mits dit een representatief gedeelte is!)
  • vangst-terugvangstmethode

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt de vangst-terugvangst-methode?

Zie bron 7 op blz. 201

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er is een formule voor
populatie grootte N = ?
1e vangst = n1    (deze worden allemaal gemerkt)
 2e vangst = n2
aantal gemerkte dieren 2e vangst = n3
N = (n1 x n2) / n3
Moeilijk?   Dan oefenen op Biologiepagina.nl

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er worden 10 schildpadden gevangen, gemerkt met een rode stip verf en weer losgelaten.
Bij het terugvangen vang je weer 10 schildpadden waarvan er 4 gemerkt zijn. Hoe groot is de populatie? 
Geef je antwoord op de volgende slide.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er worden 10 schildpadden gevangen, gemerkt met een rode stip verf en weer losgelaten.
Bij het terugvangen vang je weer 10 schildpadden waarvan er 4 gemerkt zijn. Hoe groot is de populatie?
A
20
B
25
C
14
D
24

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

extra oefening
Op de volgende slide staat een link naar biologiepagina.nl
Je kunt hier nog een keer extra oefenen, maar je mag 'm ook overslaan.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

20 katten worden gemerkt en weer losgelaten.
Na 3 dagen worden 42 katten gevangen waarvan er 5 gemerkt zijn.
Uit hoeveel katten bestaat deze populatie?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De voorwaarden om vangen en terugvangen te gebruiken zijn.....
- er is niet veel sterfte of geboorte tussen de 2 vangsten
- er is niet veel emigratie of immigratie tussen de 2 vangsten
- dieren moeten de kans krijgen zich weer te mengen
- dieren die gevangen zijn moeten een even grote kans hebben om weer gevangen te worden (er is geen leerproces geweest)
- het merkje moet blijven zitten en geen nadeel voor het dier opleveren

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katten laten zich een tweede keer minder goed vangen.
Is de populatie groter of kleiner dan je berekening?
A
groter
B
kleiner
C
dan maakt niet uit

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

uitleg van de vorige vraag
20 x 42/5=168
Er werden 5 gemerkte katten teruggevangen. 
Dit getal is lager dan verwacht omdat de gemerkte katten zich de 2e keer minder gemakkelijk laten vangen. 

De populatie is dus eigenlijk kleiner dan deze berekening

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populatie groei kent een beperkende factor
= De factor die de groei van de populatie het meest belemmerd.
Bijvoorbeeld:
- de hoeveelheid voedsel
- natuurlijke vijanden
- nestgelegenheid
- temperatuur
- neerslag
lees nu ook Groei van populaties en Gezonde populaties op blz 201

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een gezonde populatie

Belangrijk voor een gezonde populatie is dat er voldoende genetische diversiteit is.

Kleine populatie ->  Inteelt -> weinig genetische diversiteit
Een kleine populatie is kwetsbaar.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

natuurbeheer
Doordat Nederland een dichtbevolkt gebied is heeft er versnippering van natuurgebieden plaatsgevonden.




In Nederland is veel bebouwing en er is een netwerk van wegen.
De natuurgebieden zijn vaak klein en niet verbonden met elkaar.
Als confetti over het land verspreid.
lees nu ook Gescheiden populaties en Beheer op blz 202

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurbeheer (Natuur netwerk Nederland NNN en natura 2000) door de mens  zorgt voor  ontsnippering van natuurgebieden en herintroductie van soorten (otter).

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt voorkomen door ontsnippering?
A
inteelt
B
uitsterven
C
emigratie
D
immigratie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om dieren weer met elkaar in contact te brengen of om versnippering tegen te gaan
  • ecoducten of natuurbruggen
  • vistrappen
  • paddenschermen
  • faunatunnels


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stuw?
Een stuw is een waterbouwkundig werktuig dat als doel heeft de waterspiegel in een rivier te controleren. Het is een soort deur die het water tegenhoudt, oftewel: opstuwt. Naast elke stuw is een sluis die schepen naar het volgende waterniveau brengt.

Vissen die stroomopwaarts willen zwemmen om te paaien (zich voortplanten) kunnen dat nu niet meer.

Dan kan er een vistrap gemaakt worden
Wat is een stuw?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vistrap
Hier kan een vis wel tegenop zwemmen om bij het hogere waterniveau te komen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor de volgende les
  • bestudeer 6.2 
  • maak de opdrachten online

niet iedereen is blij met de dassen
zie de volgende video
wat vind jij ervan?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies