6.2 populaties

6.2 Populaties
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2 Populaties

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Uitleg 6.2

-Verwerken 6.1 (en 6.2) 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 6.1

Slide 3 - Tekstslide

Soorten en binominale naamgeving 
Soortnaam bestaat uit: 
Geslachtsnaam + soortnaam


Slide 4 - Tekstslide

Taxonomie
Vroeger: hoogste groep = rijk

Tegenwoordig: hoogste groep zijn de domeinen: 
  • archaea
  • bacteriën
  • eukaryoten

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2
- wat is een populatie?
-hoe groot is een populatie? (hoe kom je dat te weten?)
- welke factoren beïnvloeden de grootte van een populatie?
- wat houdt een populatie gezond?
- wat is de invloed van natuurbeheer op populaties?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Wat heeft dit te maken met populaties? 

Slide 8 - Tekstslide

populatie
Een groep van dezelfde soort organismen die in een bepaald gebied te vinden zijn en die onderling kunnen voortplanten.


Een populatie hoeft niet in een groep te leven, ook solitair levende dieren in een bepaald gebied vormen een populatie. Ze ontmoeten elkaar wel voor voortplanting.

Slide 9 - Tekstslide

populatie grootte

+ geboorte
- sterfte
+ immigratie
- emigratie

De grootte van de populatie (uit hoeveel individuen bestaat deze) wordt + positief en - negatief beïnvloed door:
immigratie: er komen individuen bij uit een ander gebied

emigratie: er gaan individuen weg....

Slide 10 - Tekstslide

Hoe bepaal je de populatie  grootte?
tellen (handig bij grote individuen, kleine aantallen, niet zo beweeglijk)
schatten (bij grote getallen, beweeglijke dieren of schuwe dieren)
steekproef van een klein gedeelte van het gebied
(mits dit een representatief gedeelte is!)
vangen  ( merken, terugzetten) en terugvangen

Slide 11 - Tekstslide

vangen,
merken, terugzetten en terugvangen

Slide 12 - Tekstslide

Er is een formule voor
populatie grootte = N
totaal gemerkte dieren = M
 totaal dieren 2e keer gevangen = n
gemerkte dieren 2e keer gevangen = m
N = M. n / m
Moeilijk?
Dan oefenen Biologiepagina

Slide 13 - Tekstslide

Er worden 10 schildpadden gevangen en gemerkt
en losgelaten
Bij het terugvangen vang je weer 10 schildpadden waarvan 4 gemerkt zijn. Hoe groot is de populatie?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

20 katten worden gemerkt en weer losgelaten.
Na 3 dagen worden 42 katten gevangen waarvan 5 gemerkt.

Uit hoeveel katten bestaat deze populatie?

Slide 16 - Open vraag

De voorwaarden om vangen en terugvangen te gebruiken zijn.....
- geen sterfte of geboorte
- geen emigratie of immigratie
- dieren moeten de kans krijgen zich weer te mengen
- dieren die gevangen zijn moeten een even grote kans hebben weer gevangen te worden
- het merkje moet blijven zitten en geen nadeel geven

Slide 17 - Tekstslide

Katten laten zich een tweede keer minder goed vangen.
Is de populatie groter of kleiner dan je berekening?

Slide 18 - Open vraag

Populatie groei kent een beperkende factor
= Die factor die de groei van de populatie het meest belemmerd.
bijvoorbeeld:
- de hoeveelheid voedsel
- natuurlijke vijanden
- nestgelegenheid
- temperatuur
- neerslag

Slide 19 - Tekstslide

gezonde populatie

Belangrijk voor een gezonde populatie is dat er voldoende genetische diversiteit is.

Kleine populatie ->  Inteelt -> weinig genetische diversiteit
Een kleine populatie is kwetsbaar.

Slide 20 - Tekstslide

natuurbeheer
Doordat Nederland een dichtbevolkt gebied is heeft er versnippering van natuurgebieden plaatsgevonden.




In Nederland is veel bebouwing en er is een netwerk van wegen.
De natuurgebieden zijn vaak klein en niet verbonden met elkaar.
Als confetti over het land verspreid.

Slide 21 - Tekstslide

Natuurbeheer (Natuur netwerk Nederland NNN en natura 2000) door de mens  zorgt voor  ontsnippering van natuurgebieden en herintroductie van soorten (otter)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Nu en huiswerk
-Maak van paragraaf 6.1 de opdrachten 4 t/m 10
-Lees 6.2
-Maak van paragraaf 6.2 de opdrachten 2 t/m 5 

Einde van deze week af (morgen is een 'werkles')

Slide 24 - Tekstslide