Bespreken examenvragen nieuwe stijl vwo

Bespreken examenvragen nieuwe stijl vwo
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bespreken examenvragen nieuwe stijl vwo

Slide 1 - Tekstslide

1. Leg uit welke van de bronnen 1, 2 en 3 het meest betrouwbaar is en welke het minst betrouwbaar.
Vul de volgende zinnen aan en betrek in je toelichting a) de auteurs van de bron en b) een
inhoudelijk kenmerk van de bron.
Bron … is het meest betrouwbaar, want a) … en b) …
Bron … is het minst betrouwbaar, want a) … en b) …

Slide 2 - Open vraag

2. Veel lezers zullen de schrijfstijl van bron 1 aantrekkelijker vinden om te
lezen dan de schrijfstijl van bron 3.
1p
Leg uit waarom de schrijfstijl van bron 1 aantrekkelijker is om te lezen. Geef antwoord in een of
meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 3 - Open vraag


3. Je wilt de bronnen 1, 2 en 3 daarom op volgorde zetten van aanwezigheid van
humor, te beginnen met de bron met de meeste humor.
1p Welke volgorde is de juiste?
A bron 1 - bron 2 - bron 3 B bron 1 - bron 3 - bron 2
C bron 2 - bron 1 - bron 3 D bron 2 - bron 3 - bron 1
E bron 3 - bron 1 - bron 2 F bron 3 - bron 2 - bron 1

Slide 4 - Open vraag

Vraag 4

Slide 5 - Open vraag

5. In bron 2 wordt een reeks ‘deskundigen’ opgevoerd, met als laatste
Gijs Jans, ‘leraar Noors in Waalwijk’.
2p Leg uit waarom de uitspraken van Gijs Jans sterk ironisch zijn te noemen.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord niet meer dan 30 woorden.

Slide 6 - Open vraag

Vraag 6

Slide 7 - Open vraag

7. Uit de eerste drie alinea’s van bron 4 is duidelijk op te maken dat de
auteur ervan een deskundige is op het gebied van de taalwetenschap. 2p
Leid uit alinea 1 tot en met 3 drie argumenten af waarom de auteur een
deskundige is.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je ord niet meer dan 50 woorden.

Slide 8 - Open vraag

8. Je besluit bron 5 uiteindelijk niet te gebruiken voor je profielwerkstuk,
omdat je deze tekst in vergelijking met bron 3 onvoldoende betrouwbaar
vindt, om inhoudelijke en stilistische redenen.
3p Geef vier inhoudelijke kenmerken van bron 3 waardoor deze bron
betrouwbaarder overkomt op lezers dan bron 5.

Slide 9 - Open vraag

9. Leg uit waarom de schrijfstijl van bron 3 in het algemeen betrouwbaarder
overkomt op lezers dan de schrijfstijl van bron 5.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord niet meer dan 25 woorden. 1 punt

Slide 10 - Open vraag

10. Noem twee soorten informatie uit bron 1 die je kunt gebruiken voor zowel de pakkende inleiding als voor het theoretisch kader.

Slide 11 - Open vraag