2MH een vraag stellen

Een vraag stellen
Op verschillende manieren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een vraag stellen
Op verschillende manieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les objectifs

  • Ik kan op 2 verschillende manieren vragen stellen in het Frans 
  •  Ik kan vragen stellen in het Frans m.b.v. vraagwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vraag stellen
Zonder vraagwoord 

als een gewone zin, maar dan vragend uitgesproken
Vous parlez français? 
est-ce que + gewone zin 
Est-ce que vous parlez français?
est-ce qu' + gewonen zin
Est-ce qu'il mange bien?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen...
  • Vragen zonder een vraagwoord:
Eet hij een croissant?

  • Vragen met een vraagwoord:
Hoe ga jij naar Parijs?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden:
pourquoi = waarom
qui = wie
qu'est-ce que = wat

Vraagwoorden:
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien (de) = hoeveel


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


vertaal:

A
waar
B
wanneer
C
hoe
D
waarom

Slide 6 - Quizvraag

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord

vertaal:
combien (de)
A
waar
B
wanneer
C
hoeveel
D
waarom

Slide 7 - Quizvraag

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord

vertaal:
qui
A
waar
B
wie
C
wanneer
D
waarom

Slide 8 - Quizvraag

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord
Stéphane
12 ans
Paris
1 frère
Welke vraag kan je Stéphane stellen?
A
Tu aimes le coca?
B
Quelle est ta matière préférée?
C
Tu habites où?
D
Tu as une soeur?

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mélodie
2 soeurs
Déteste le coca
Aime la géographie
Welke vraag kun je Mélodie stellen?
A
Tu as deux soeurs?
B
Tu as quelles matières le mardi?
C
Tu as un frère?
D
Tu habites où?

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan vragen stellen en beantwoorden over waar en met wie je woont, je leeftijd en die van familie en vrienden.
A
🥳
B
😭
C
😏

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies