Grammaire D en H: de ontkenning en een vraag stellen

Grammaire D en H: de ontkenning en een vraag stellen

Jeudi 23 mai et vendredi 24 mai 2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammaire D en H: de ontkenning en een vraag stellen

Jeudi 23 mai et vendredi 24 mai 2024

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maakte ik in het Frans ook al weer een ontkenning?

Slide 2 - Woordweb

Ontkenning maken
Je zet ne/n' vóór de persoonsvorm (eerste ww in de zin) en pas/rien/plus/jamais/pas encore achter de persoonsvorm.

Je kunt het zien als een hamburger.
Broodje (ne/n') + burger (pv) + broodje (pas/rien/plus/jamais/pas encore)

Slide 3 - Tekstslide

français
néerlandais
ne .... pas
ne .... plus
ne .... jamais
ne .... rien
ne ... pas encore
Vertaal de ontkenningen:
niet ... meer
niets
nog niet
niet / geen
nooit

Slide 4 - Sleepvraag

Wanneer verandert ne in n'?
Neem de zin over en vul aan: Als het werkwoord ......

Slide 5 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
(niet meer) Je suis malade.

Slide 6 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
(niets) J'ai mangé

Slide 7 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
(nooit) Je vais à l'école.

Slide 8 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
(nog niet) J'ai réussi.

Slide 9 - Open vraag

Op de schaal van 1 tot 10. Hoe goed snap jij nu de ontkenning in het Frans? 1=helemaal niet en 10= ik snap het helemaal.
110

Slide 10 - Poll

Hoe kan ik in het Frans een vraag stellen?

Slide 11 - Woordweb

Grammatica - Een vraag stellen
Zonder vraagwoord 

als een gewone zin, maar dan vragend uitgesproken
Vous parlez français? 
est-ce que + gewone zin 
Est-ce que vous parlez français?
inversie
Parlez-vous français?

Slide 12 - Tekstslide

Maak van de volgende zin een vraagzin. Gebruik est-ce que.
Tu manges bien.

Slide 13 - Open vraag

Maak van de volgende zin een vraagzin. Gebruik inversie.
Vous parlez français.

Slide 14 - Open vraag

Wat gebeurt er met est-ce que als er een klinker of een h volgt? Neem de zin over in en vul aan.
Dan verandert est-ce que naar .....

Slide 15 - Open vraag

Wie
Waarom 
Qu'est-ce que
Waar
Quand
Hoe
De vraagwoorden
Qui
Pourquoi
Wat
Wanneer 
Comment

Slide 16 - Sleepvraag

Vraagwoorden:
pourquoi = waarom
qui = wie
qu'est-ce que = wat

Vraagwoorden:
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien = hoeveel


Slide 17 - Tekstslide