10.1-2 Embryonale bloedsomloop 5V 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.1: Embryonale bloedsomloop en bloedsomloop bij dieren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.1: Embryonale bloedsomloop en bloedsomloop bij dieren

Slide 1 - Tekstslide

Doel 9.1 deel 2 Je kunt
  • de open, de gesloten, de enkele en de dubbele bloedsomloop beschrijven (leerdoel 1).
  • de verschillen beschrijven tussen de embryonale en de volwassen bloedsomloop (leerdoel 3).

Slide 2 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. is het bloed in de poortader zuurstofrijk of zuurstofarm?
  2. een suikermolecuul wordt in de dunne darm in het bloed opgenomen en in de hersenen afgegeven. Hoe vaak is het minimaal door het hart gegaan?

Slide 3 - Tekstslide

Bloedsomloop bij dieren
Enkel(voudig)e bloedsomloop bij vissen en insekten.

Insecten: open bloedsomloop
Vissen: gesloten bloedsomloop

Slide 4 - Tekstslide

Insecten (open, enkelvoudig)

Slide 5 - Tekstslide

Tracheeën (O2)

Slide 6 - Tekstslide

Vissen (gesloten, enkelvoudig)

Slide 7 - Tekstslide

Embryonale bloedsomloop
De bloedsomloop vóór de geboorte is aangepast aan de situatie in de baarmoeder.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Embryonale bloedsomloop
Kenmerk 1:
Bloedsomloop kind is verbonden met de placenta

Slide 10 - Tekstslide

Aanpassing 1
Navelstrengader: vervoert bloed uit de placenta naar het hart (dus ader!). Bevat zuurstof en voedingsstoffen. Zit gekoppeld aan de lever en de OHA.
2 navelstrengslagaders: vervoeren bloed van de baby naar de placenta (van het hart af dus slagader). Bevatten CO2 en afvalstoffen. Zitten gekoppeld aan de aorta.
Deze bloedvaten verschrompelen na de geboorte.

Slide 11 - Tekstslide

Embryonale bloedsomloop
Kenmerk 2:
Zuurstofrijk bloed komt van de moeder (placenta) dus de rol van de kleine bloedsomloop is veel kleiner. 
Bloed naar de longen is alleen belangrijk voor het voorzien van de longcellen van zuurstof en voedingsstoffen.

Slide 12 - Tekstslide

Aanpassing 2

Slide 13 - Tekstslide

Aanpassing 2
Ovale venster/ Foramen ovale:
Opening tussen de rechter- en linkerboezem. Hierdoor stroomt veel bloed dat vanuit de placenta komt direct door naar de linkerkamer richting de grote bloedsomloop.
Dit venster sluit na de geboorte.

Slide 14 - Tekstslide

Aanpassing 3

Slide 15 - Tekstslide

Aanpassing 3
Ductus Botalli:
Verbinding tussen de longslagader en de aorta. Hierdoor stroomt veel bloed dat door de rechterkamer de longslagader wordt ingepomt direct naar de aorta en dus naar de grote bloedsomloop.
Deze verbinding verdwijnt na de geboorte.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Doel 10.1 deel 2 Je kunt
  • de open, de gesloten, de enkele en de dubbele bloedsomloop beschrijven (leerdoel 1).
  • de verschillen beschrijven tussen de embryonale en de volwassen bloedsomloop (leerdoel 3).

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 10.1 
Leerdoel 3



Slide 21 - Tekstslide