Een suikermolecuul komt in je darmen in het bloed en wordt in je nieren verbruikt. Noem
alle bloedvaten en onderdelen van het hart die het molecuul passeert. Schrijf op in een lijst onder elkaar, maak gebruik van BINAS tabel 84A.
Bij nakijken: 1 pt voor elk juist onderdeel, -1p voor elke fout.