In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
- Na de les weet je hoe je korting kunt berekenen
- Na de les kun je werken met een
procententabel
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al van het omrekenen van breuken naar procenten en decimale getallen?
Slide 3 - Woordweb
Vertel wat je weet van het berekenen van de korting van een product
Slide 4 - Woordweb
Wat kun je vertellen over een procententabel?
Slide 5 - Woordweb
Leg uit hoe je een korting of verhoging berekent met behulp van een procententabel
Slide 6 - Woordweb
Wat weet je al van een teller en noemer van een breuk?
Slide 7 - Woordweb
Wat is hetzelfde bij een gelijknamige breuk? De noemer of de teller?
A
De noemer
B
de teller
Slide 8 - Quizvraag
Hoe vereenvoudigen je een breuk?
Slide 9 - Woordweb
Hoe haal je helen uit een breuk? Hoeveel helen zitten er in de breuk 8/2
Slide 10 - Woordweb
Herhaling
blz 163
Opdrachten
1, 2, 4, 6, 10, 11, 12, 14 en 16
Slide 11 - Tekstslide
vragen
Nu volgen er een aantal vragen om te kijken of we alles begrijpen.
Slide 12 - Tekstslide
Een jas kost €69,-. Er komt een prijsverhoging van 6%. Wat is de nieuwe prijs van de jas?
A
€75,-
B
€73,14
C
€64,86
D
€73,-
Slide 13 - Quizvraag
Schilderij kost € 900. Prijsverhoging 9%. Nieuwe prijs is € ………
A
81
B
719
C
1000
D
981
Slide 14 - Quizvraag
De kost € 50. Prijsverhoging 10%. Hoeveel % moet ik betalen?
A
90
B
10
C
110
D
geen idee
Slide 15 - Quizvraag
Rianca heeft €1438,62 op haar rekening Ze krijgt rente = 2,8% Hoeveel heeft Rianca na 1 jaar op haar rekening staan? in de vorige vraag heb je de rente berekend.
A
€1478,90
B
€1398,34
C
€1509,65
D
€1367,59
Slide 16 - Quizvraag
Verklein de volgende breuken 16/20
A
5/8
B
1/4
C
4/5
D
2/3
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Vereenvoudig de volgende breuk 15/27
Slide 19 - Open vraag
Vereenvoudig de volgende breuk 40/56
Slide 20 - Open vraag
Vereenvoudig de volgende breuk 70/90
Slide 21 - Open vraag
Van de purperreiger leefde er in 2014, in Nederland, 880 paren. Daarvan leefde er 215 in de Nieuwkoopse plassen. Hoeveel procent is dat?
A
189%
B
4,1 %
C
24,4%
D
10,95%
Slide 22 - Quizvraag
Schilderij kost € 900. Prijsverhoging 9%. Nieuwe prijs is € ………
A
81
B
719
C
1000
D
981
Slide 23 - Quizvraag
12,5% korting op €400 is...
A
€12,50 korting
B
€40 korting
C
€80 korting
D
€50 korting
Slide 24 - Quizvraag
11. Maak van elke breuk een percentage. Rond zonodig af op één decimaal. = ...... %
61
Slide 25 - Open vraag
Quiz-vraag 9 (1P)
Een jas van €120 waar 30% korting vanaf gaat, kost nu ...
A
€36
B
€84
C
€156
D
€116,40
Slide 26 - Quizvraag
Een tv kost € 1200. Je krijgt 3% korting. Nieuwe prijs is ……. euro