Voorbereidendeles

Demo
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Demo

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

In Nederland leven we in een democratie.
Wat betekent democratie?
A
Alle volwassen mensen mogen meedenken en meebeslissen over ons land. Dat doen ze door te stemmen tijdens de verkiezingen.
B
De Koning is de baas van Nederland. De regering luistert naar wat hij zegt en voert zijn plannen uit.
C
Bij elk besluit dat de regering neemt, wordt er overlegd met het volk, iedereen mag zijn stem uitbrengen over elk plan.

Slide 3 - Quizvraag

In het filmpje zag je dat school en geluidswallen
voorzieningen zijn.
Ken je nog meer voorzieningen?

Slide 4 - Open vraag

Wist je dat ...
De Tweede Kamer in Den Haag staat?
Hier bespreken de ministers al hun plannen met de Kamerleden

Slide 5 - Tekstslide

Wist je dat ...
De allerbelangrijkste minister de minister-president is?
Je kunt ook premier zeggen, en hij staat aan het hoofd van de regering.

Slide 6 - Tekstslide

Wist je dat ...
Er in Nederland ook een Eerste Kamer is?
Die bepaalt of de plannen die door de Tweede Kamer beoordeeld zijn, worden goedgekeurd.

Slide 7 - Tekstslide

Wist je dat ...
Iedereen in Nederland met een rood potlood stemt?

Slide 8 - Tekstslide

Wist je dat ...
De partijen die bij de verkiezingen genoeg stemmen hebben gehad in de Tweede Kamer komen?

Er in de Tweede Kamer plaats is voor 150 mensen van verschillende politieke partijen?

Slide 9 - Tekstslide

Wist je dat ...
Je de 150 stoelen in de Tweede Kamer zetels noemt?

Slide 10 - Tekstslide

Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke minister-president gehad.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het regeerakkoord is een wetboek waarin staat wat je wel en niet mag doen.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Alle Kamerleden en staatssecretarissen zorgen ervoor dat de plannen uit het regeerakkoord zo goed mogelijk worden uitgevoerd.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 13 - Quizvraag

De ministers maken elk jaar een plan waarin staat waar ze geld aan uit willen geven.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een plan waarin staat hoe geld verdiend wordt en waaraan het wordt uitgegeven, noem je een begroting.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Elke minister maakt een eigen begroting

Weet jij waar die over gaat?

Welk woord hoort op de plaats van de stippeltjes

Slide 16 - Tekstslide

De minister van ... maakt een plan waarin staat dat er meer politie op straat ingezet moet worden.
A
Financiën
B
Milieu
C
Veiligheid
D
Volksgezondheid

Slide 17 - Quizvraag

Als alle begrotingen klaar zijn, controleert de minister van ... ze allemaal.
A
Volksgezondheid
B
Onderwijs
C
Veiligheid
D
Financiën

Slide 18 - Quizvraag

Elk kind in Nederland moet naar school kunnen, staat in het plan van de minister van ... .
A
Veiligheid
B
Onderwijs
C
Financiën
D
Volksgezondheid

Slide 19 - Quizvraag

In het plan van de minister van ... staat dat het belangrijk is dat er meer windmolens komen.
A
Volksgezondheid
B
Milieu
C
Financiën
D
Veiligheid

Slide 20 - Quizvraag

In Nederland mag je pas je stem uitbrengen als je 18 jaar bent. Wat vind jij daarvan?

Slide 21 - Open vraag

Minister is een Latijns woord.
Weet jij wat het betekent?
A
Baas
B
Dienaar
C
Meester

Slide 22 - Quizvraag

Wie bepaalt wat er met Nederland gebeurt?
A
De minister van Financiën
B
De minister-president
C
Het volk en de volksvertegenwoordiging
D
De Koning

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel zetels hebben de partijen die het land besturen minimaal nodig?
A
50
B
76
C
82
D
150

Slide 24 - Quizvraag

Wat gebeurt er als Nederland meer geld uitgeeft dan er binnenkomt?
A
Dat kan niet
B
Dan krijgt het land een schuld
C
Dan vragen de ministers de Koning om extra geld

Slide 25 - Quizvraag

Op welke dag worden de begroting van Nederland gepresenteerd?
A
Op Prinsjesdag
B
Op Koningsdag
C
Tijdens de Algemene Beschouwingen

Slide 26 - Quizvraag