Toets lensfouten

• OB
• MBO
• Studiejaar 3

Welke lensfout wordt
hier afgebeeld?

1. Sferische aberratie.
2. Astigmatisme van scheef invallende bundels.
3. Chromatische aberratie.
4. Sferische aberratie van scheef invallende bundels.

Welk van de onderstaande lensfouten is geen openingsfout?

1. Chromatische aberratie
2. Koma.
3. Sferische aberratie.
4. Sferische aberratie van scheef invallende bundels.

Wat is een homocentrisch convergerende lichtbundel?

1. En aplanaat.
2. Een bundel van scheef invallende lichtstralen.
3. Een lichtbundel waarvan de stralen naar 1 enkel punt divergeren.
4. Een lichtbundel waarvan de stralen naar 1 enkel punt convergeren.

Wat is een aplanaat?

1. Een asferisch glas.
2. Een convex-convex lens die een zeker buiging heeft gekregen.
3. Een lens die een foutloze afbeelding verzorgt
4. Het voorwerpspunt L, die foutloos wordt afgebeeld in L’.

Vul de volgende zin aan:
Astigmatisme van scheef invallende bundels …. .

1. heeft voor de opticien geen betekenis.
2. heeft voor de opticien de meeste betekenis.
3. hangt van de golflengte van het licht af.
4. hangt van de golflengte van het licht af.

Een klant heeft de volgende correctie:
OD S – 1,25 = C – 2,00 as 165°
OS S – 0,75 = C – 2,00 as 15°
Welke schijnbare beweging van hoge gebouwen zal de klant ervaren?

1. Dat gebouwen naar voren hellen.
2. Dat gebouwen naar achteren hellen.

Vul de volgende zin aan:

Een prisma zorgt ….

1. voor een beeldsprong naar de top van het prisma.
2. ervoor dat licht breekt naar de top van het prisma.
3. voor een beeldsprong naar de basis van het prisma.
4. voor een wijziging van de sterkte van de lichtbundel.

Vertekeningen door prisma’s zijn van een aantal factoren afhankelijk. Welke factor hoort daar niet bij?

1. M.A. ( montuur afmeting)
2. Curve van de voorzijde
3. Hoornvliesafstand.
4. Inclinatiehoek.

Een klant heeft de volgende correctie:
OD S – 1,25 = C – 2,00 as 165°
OS S – 0,75 = C – 2,00 as 15°
Welke schijnbare beweging van hoge gebouwen zal de klant ervaren?

1. Dat gebouwen naar achteren hellen.
2. Dat gebouwen naar voren hellen.
3. Dat gebouwen naar links hellen.
4. Dat gebouwen naar rechts hellen.

Een klant heeft de volgende correctie:
OD S – 1,25 = C + 2,00 as 145°
OS S – 0,75 = C + 2,00 as 25°
Welke schijnbare beweging van hoge gebouwen zal de klant ervaren?

1. Dat gebouwen naar achteren hellen.
2. Dat gebouwen naar voren hellen.
3. Dat gebouwen naar links hellen.
4. Dat gebouwen naar rechts hellen.

Hoe kan men sferische aberratie verminderen? Met een…

1. achromaat.
2. asferisch glas.
3. chromaat.
4. sferisch glas.

Waardoor ontstaat sferische aberratie?

1. Lichtstralen gaan schuin door het bissectricevlak
2. Scheef invallende lichtstralen.
3. Smalle lichtbundels.
4. Zwakkere breking van de lichtstralen aan de rand.

Waar is een achromaat uit opgebouwd?

1. Drie lenzen met gelijke brekingsindex.
2. Eén lens met een sterkere doorbuiging
3. Twee lenzen met ongelijke brekingsindex.
4. Vier lenzen met een oplopende brekingsindex.

Welke aberratie is van toepassing op de brildrager?

1. Beeldvlakwelving
2. Chromatische aberratie.
3. Koma.
4. Sferische aberratie.

Welke kleur uit het lichtspectrum heeft de minste breking?

1. Blauw.
2. Rood.
3. Violet.
4. Wit.

Een anastigmaat bestaat uit twee lenzen die………..

1. astigmatisme opheffen.
2. een verschillende brekingsindex hebben.
3. identiek zijn.
4. vertekeningen opheffen.

Welke glas veroorzaakt een tonvormige vertekening?

1. Cilindrische sterkte.
2. Minsterkte.
3. Plussterkte
4. Prisma.

Wat is de oorzaak dat objecten dichterbij komen als de plus assen van een bilaterale cilinder correctie een “V” vormen?

1. Accommodatie
2. Excyclovergentie
3. Excycloversie
4. Incyclovergentie

Een klant kijkt met het rechteroog door een prisma basis 90° naar een vierkant. Hoe neemt hij het vierkant waar?

1. 
2. 
3. 
4.