3.1 Wereldwijde luchtstromen

§3.1 Wereldwijde luchtstromen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

§3.1 Wereldwijde luchtstromen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 lessen
1 tekenen
2 ITCZ
3 Examenvraag -> nog toevoegen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

kern verhaal:
- orkaan
- laag drukgebied
- stijgingsregen
- met de klok mee
De temperatuur van het zeewater moet ruim 26 ºC zijn.
De bovenlucht moet een stuk kouder zijn waardoor de atmosfeer onstabiel wordt en de warme lucht kan opstijgen.
De Corioliskracht moet merkbaar zijn zodat er daadwerkelijk een circulatie en een lagedrukgebied ontstaat. Net rond de evenaar is de corioliskracht niet sterk genoeg. De beste ontstaansgebieden zijn zo’n 500 km noord of zuid van de evenaar.

Hurricane Irma 
And it also has to be one of the most well-documented hurricanes in history.
Irma is a large and powerful hurricane that has set its sights on Florida on Sunday.
But forecasters have been watching the storm for more than a week now as it tore through the Leeward Islands, raked along Cuba's coast and turned toward Florida.
Here are some of the more amazing images from Irma so far.
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil tussen hoge- en lageluchtdruk benoemen

  • de luchtdrukverschillen en verschillende winden tekenen in de aarde en uitleggen waarom ze daar voorkomen.
  • Verklaren wat de wet van Buys Ballot en het Corrioliseffect is

  • Uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet waarom het op de evenaar warmer 
is dan bij de polen
Je weet wat een hoogdrukgebied en 
                 laagdrukgebied is;
Je weet hoe neerslag ontstaat;

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
  1. Waarom is het op sommige plekken warmer?
  2. Hoe wordt warmte teruggekaatst?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 8 - Tekstslide

Focus hier op lokale factoren;
- nabijheid zee
- hoogteligging
- aan- of aflandige wind
- etc.
Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Alle luchtstromen op aarde
met de daarbij behorende
lage- en hogedrukgebieden.

Atmosferische circulatie/
mondiale windsysteem.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lagedrukgebied
Lage luchtdruk dat ontstaat doordat lucht opstijgt.

Ezelsbruggetje
Laag = een plaag (wolken en neerslag)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hogedrukgebied
Hoge luchtdruk dat ontstaat doordat lucht daalt.

Ezelsbruggetje
Hoog = droog (helder weer)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wind
  • Wind is de verplaatsing van lucht.
  • Dat gebeurt door verschillen in luchtdruk. 
Onthouden
  • Warme lucht (lage druk) stijgt op
  • Lucht stroomt altijd van hoge naar lage druk
  • H = droog

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek dicht
Aantekeningen maken

Mondiale windsysteem tekenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot 
2 regels:
1: Lucht stroomt altijd van hoge- naar lagedrukgebieden
2: Met op het NH een afwijking naar rechts - ZH een afwijking naar links


Slide 18 - Tekstslide

Corioliseffect
Het Corioliseffect beschrijft de afbuiging van bewegende objecten (zoals luchtstromen en oceaanstromen) als gevolg van de rotatie van de aarde. Op het noordelijk halfrond buigt de beweging naar rechts, en op het zuidelijk halfrond naar links. Dit effect speelt een cruciale rol in de vorming van weersystemen zoals hogedruk- en lagedrukgebieden.

Wet van Buys Ballot
De wet van Buys Ballot is een praktische toepassing van het Corioliseffect op winden rondom druksystemen. Het stelt dat:

Op het noordelijk halfrond staat de wind met de rug naar de wind en ligt het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.
Op het zuidelijk halfrond is dit omgekeerd.
Dit betekent dat Buys Ballot’s wet een gevolg is van het Corioliseffect en niet hetzelfde. De wet helpt vooral meteorologen om windrichtingen te voorspellen zonder ingewikkelde berekeningen.

Dus kort samengevat: het Corioliseffect veroorzaakt de afbuiging van winden, en de wet van Buys Ballot beschrijft hoe deze winden zich gedragen rondom druksystemen.








Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corioliseffect
Noordelijkhalfrond                            
= afwijking naar rechts                            

Zuidelijkhalfrond
= afwijking naar links 

Slide 20 - Tekstslide

Het corioliseffect wordt veroorzaakt door verschillen in baansnelheid op aarde (1)
Omdat de omtrek van evenaar naar pool afneemt, neemt ook de baansnelheid in de richting af. Wind die waait van de evenaar richting de pol raakt daarom voor, terwijl wind die waait van de pool richting evenaar achter raakt. Dus daarom krijgt het een afwijking naar links.



Corioliseffect
Het Corioliseffect beschrijft de afbuiging van bewegende objecten (zoals luchtstromen en oceaanstromen) als gevolg van de rotatie van de aarde. Op het noordelijk halfrond buigt de beweging naar rechts, en op het zuidelijk halfrond naar links. Dit effect speelt een cruciale rol in de vorming van weersystemen zoals hogedruk- en lagedrukgebieden.

Wet van Buys Ballot
De wet van Buys Ballot is een praktische toepassing van het Corioliseffect op winden rondom druksystemen. Het stelt dat:

Op het noordelijk halfrond staat de wind met de rug naar de wind en ligt het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.
Op het zuidelijk halfrond is dit omgekeerd.
Dit betekent dat Buys Ballot’s wet een gevolg is van het Corioliseffect en niet hetzelfde. De wet helpt vooral meteorologen om windrichtingen te voorspellen zonder ingewikkelde berekeningen.

Dus kort samengevat: het Corioliseffect veroorzaakt de afbuiging van winden, en de wet van Buys Ballot beschrijft hoe deze winden zich gedragen rondom druksystemen.








Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken!
Volg de instructies 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windstromen
Let op:
niet in een rechte lijn, maar met een afwijking

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Opdrachten 3.1

Laatste 5 minuten -> orkanen tekenen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken 
Hoe hogedrukgebieden en lagedrukgebieden op het NH en ZH bewegen (naar elkaar toe).

Teken de evenaar

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
In tweetallen, pak een papiertje en beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoe ontstaan hogedrukgebieden bij de Noord- en Zuidpool? 
  2. Waarom ontstaan  bij de evenaar lagedrukgebieden?
  3. Waarom ontstaan rond de keerkringen hogedrukgebieden?
  4. Leg met behulp van figuur 2.10 uit wat de wet van buys ballot en het corioliseffect zijn. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil tussen hoge- en lageluchtdruk benoemen

  • de luchtdrukverschillen en verschillende winden tekenen in de aarde en uitleggen waarom ze daar voorkomen.

  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 39 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto

In januari 1992 sloeg tijdens een storm in de Grote Oceaan, halverwege tussen Hongkong en de V.S., een container van een vrachtschip overboord. Nu gebeurt dat dagelijks, maar de lading van deze container was bijzonder: bijna dertigduizend badspeeltjes. Gele badeendjes, blauwe schildpadden, rode bevers en groene kikkers: allemaal kwamen ze in de oceaan terecht. Bijna een jaar later spoelden duizenden speeltjes aan op de kust van Alaska. Een groot deel zat jaren vastgevroren in het Noordpoolijs. Pas in 2000 werden ze voor de kust van IJsland gesignaleerd. Nog steeds spoelen speeltjes, weliswaar sterk verweerd, aan op verschillende stranden in de wereld. Door het onbedoelde experiment met de badspeeltjes is waardevolle informatie verkregen over de zeestromen in de oceanen.

Slide 40 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=p4pWafuvdrY