H 30 Fictie: plot

Dinsdag 24 september
  • Lezen Moordgeheim
  • Bespreken huiswerk Personage beschrijving.  Les 5: opdracht 1-10 Les 17: opdracht 1-11 les 18: opdracht 1-8
  • Energizer
  • Lezen Moordgeheim
  • Uitleg + aantekening fictie plot 
  • Aan de slag met les 30
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 24 september
  • Lezen Moordgeheim
  • Bespreken huiswerk Personage beschrijving.  Les 5: opdracht 1-10 Les 17: opdracht 1-11 les 18: opdracht 1-8
  • Energizer
  • Lezen Moordgeheim
  • Uitleg + aantekening fictie plot 
  • Aan de slag met les 30

Slide 1 - Tekstslide

De plot

Het begin, verloop en einde van 
wat een personage in een 
verhaal meemaakt, noem je ook 
wel de 'verhaallijn' of de 'plot'. 

Slide 2 - Tekstslide

Spanning creëren
Doordat je de inhoud of de afloop van een verhaal nog niet kent, ontstaat er spanning. Een schrijver heeft verschillende manieren tot zijn beschikking om deze spanning zo lang mogelijk vast te houden: 
  • springen tussen verhaallijnen
  • afkappen van de verhaallijn
  • uitstellen van de ontknoping  
  • plotwendingen

Slide 3 - Tekstslide

Springen tussen verhaallijnen
Op een spannend moment springt de schrijver over naar het perspectief of de verhaallijn van een ander personage. 

Bijvoorbeeld: in soapseries of in boeken met meerdere personages.

Slide 4 - Tekstslide

Afkappen van de verhaallijn
Een schrijver kan een cliffhanger gebruiken. 
Hij kapt dan op dat moment de verhaallijn af op het moment dat de spanning het grootst is. 

Bijvoorbeeld: bij de aflevering van GTST net voor de zomer. Of zoals bij een Netflix-serie aan het einde van een seizoen of aflevering. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitstellen van de ontknoping
De schrijver stelt de ontknoping uit tot het allerlaatste moment. 

Bijvoorbeeld: in een detective weet je al dat er een moord gepleegd is, maar kom je er pas op het laatste achter wie de moordenaar is en waarom hij de moord heeft gepleegd.

Ook in het televisieprogramma Wie is de mol wordt dit gedaan. Je weet pas aan het einde van de show wie de mol was.  

Slide 6 - Tekstslide

Plotwendingen
Een schrijver kan je ook op het verkeerde spoor zetten; je denkt dan dat je weet hoe het verhaal afloopt of verdergaat, maar dat blijkt ineens anders te zijn. 

Bijvoorbeeld: toch iemand anders is de dader of een verhaal blijkt allemaal een droom te zijn. 
In veel tekenfilmseries ligt de plot al vast. Bijvoorbeeld in Tom & Jerry waarbij de kat Tom altijd probeert de muis Jerry te vangen, maar dit lukt nooit. 

Slide 7 - Tekstslide

Aantekening in schrift
Manieren van een schrijver om het verhaal spannend te houden tot het eind: 
  • springen tussen verhaallijnen: wisseling van personages
  • afkappen van de verhaallijn: cliffhanger
  • uitstellen van de ontknoping: wie heeft het gedaan?
  • plotwendingen: ander einde dan gedacht

Slide 8 - Tekstslide

Opsporingsbericht schrijven
In de vorige les hebben jullie een personageomschrijving gemaakt van Milo. 

Vandaag gaan jullie een opsporingsbericht schrijven. 




Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk:
Maken: Les 30 blz. 64/65: opdracht 1 t/m 9 

Noteer als huiswerk voor dinsdag 1 oktober


Slide 10 - Tekstslide

Opsporingsbericht schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maken les 30 opdracht 1-10

Klaar? 


Slide 12 - Tekstslide

Ik weet wat een plot is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll