Evenementenmanagement les 1.3.5 MEP/MR

LES 5 KEUZEDEEL EVENEMENTENMANAGEMENT
(EVEN)
Periode 3
Marty Bosman
Mediaproducer / Mediaredactiemedewerker
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EvenementenmanagementMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

LES 5 KEUZEDEEL EVENEMENTENMANAGEMENT
(EVEN)
Periode 3
Marty Bosman
Mediaproducer / Mediaredactiemedewerker

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UP EVENTS is gespecialiseerd in
A
diverse soorten groepsactiviteiten
B
zakelijke evenementen
C
denksport
D
bruiloften

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WELKE ACTIVITEIT HOORT NIET BIJ UP EVENTS
A
archery tag
B
bubble voetbal
C
escape games
D
musical sing along

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft ons NIET begeleid of ontvangen bij UP EVENTS
A
Daan
B
Maxime
C
Robin
D
Annabel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel honden zijn er in totaal en waarom mogen ze mee naar het werk?
A
7 en omdat er geen hondenoppas is
B
8 en omdat het heel goed is voor de sfeer
C
3 en omdat het goed is voor de sfeer
D
Honden mogen niet mee, katten wel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stagiair Annabel uit MEP2 vertelde NIET dat:
A
Dat ze veel heeft moeten voorbereiden
B
Ze te weinig betaald krijgt
C
Dat ze gasten met warme en koude drankjes ontvangt
D
Dat hospitality gaat om een warme ontvangst

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De functie van Daan was en is:
A
Ooit stagiair, nu floormanager
B
Ooit floormanager, nu event producer
C
Ooit docent, nu floormanager
D
Ooit floormanager, nu general manager

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het handig dat alles op 1 locatie plaatsvindt?
A
Je hebt focus op de klant want die hou je bij je
B
Je hebt structuur in je aanbod aan events
C
Je hoeft niet te verplaatsen
D
Je hebt minder mensen nodig

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oude naam van UP EVENTS?
A
Groengras events
B
Kunstgras en zo
C
Kunstgras spellen
D
Kunstgras events

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'de vloer'? (is niet verteld, maar wat denken jullie?)
A
Hospitality, keuken en logistiek
B
Transport, keuken en logistiek
C
Hospitality, keuken en de activiteitenafdeling
D
Keuken, logistiek en de activiteitenafdeling en

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is warme acquisitie?
A
(Nieuwe) klanten benaderen die je niet kent uit het verleden
B
Warme broodjes bestellen voor klanten
C
Klanten aan de concurrentie doorspelen
D
(Nieuwe) klanten benaderen die je al kent uit het verleden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor het evenement van Veneta werd;
A
Geen muziek ingezet
B
Muziek, Wie is de Mol, de kapper, massages, food, special guests en lasergamen ingezet
C
Alleen muziek en expeditie Robinson ingezet
D
Muziek, expeditie Robinson, de kapper, massages, food, special guests en lasergamen ingezet

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

UP EVENTS organiseert kinderfeestjes omdat;
A
Bewegen gezond is!
B
De ouders op deze manier ook kennismaken met UP EVENTS
C
Faciliteiten zoals bubbel voetbal voor jong en oud ingezet kunnen worden
D
In de zomer het rustig is en dat opgevuld kan worden met buitenschoolse activiteiten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een uitdagingen bij het behouden van personeel bij UP EVENTS?
A
Je moet personeel in korte tijd trainen en inzetbaar maken en vervolgens vasthouden
B
Mensen willen tegenwoordig heel veel geld verdienen
C
Er zijn alleen maar freelancers beschikbaar
D
Er is niets te doen tussen de evenementen door dus mensen vervelen zich dan

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tip voor het solliciteren
GEEF EEN CONCREET VOORBEELD WAAROM JIJ GOED BENT VOOR DE VACATURE, WAAROM IETS JOUW TALENT IS, WAAROM JIJ ERGENS AL ERVARING MEE HEBT. DAT VOLGT OOK IN JE CV MAAR MET DE BRIEF WIL JE DE INTERESSE VAN DE LEZER WEKKEN DUS WACHT DAAR NIET MEE

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat kan beter bij het solliciteren
  • Je verhaal vertellen in plaats van een tekst oplezen
  • Een passende plek zoeken
  • Je eigen input gebruiken in plaats van kant en klare teksten over te nemen


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PROGRAMMA VOOR VANDAAG

Terugblik bezoek aan UP EVENTS

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN 
Na de les van vandaag:

  • Heb je met je groepje een concept bedacht voor de opdracht en hier een pitch voor gemaakt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EVENT
Focus: Het regelen en coördineren van de inrichting van ruimtes en installatie van materialen

We gaan hieraan werken door middel van ons eigen event; Tuesday we take over!

Slide 28 - Tekstslide

Inrichting van de ruimte; EVENT
(D1-K1-W4 Regelt en coördineert de inrichting van ruimtes en installatie van materialen)
Voorbereiding 1 april grap of:
Concept Tuesday we take over per team
Brainstorm in teams
Tuesday we take over / Disrupting Tuesday
1 dag knallen op 1 april
En een 1 april grap!
Event voorbereiden en uitvoeren
Concepting
Uitwerking events
Verdeling rollen, taken, etc.
Schema voor de dag / draaiboek
Thema’s voor de dag (challenges etc.)
Speciale aandacht voor de inrichting van de ruimtes
Indeling teams
Contact met andere opleidingen?
Focus op inrichting van de ruimte en de uitvoering van de events op dinsdag

de 5 stappen voor een event
1. concept
2. planning & organisatie
3. locatie & logistiek
4. markting & promotie
5. uitvoering & evaluatie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. concept
TUESDAY WE TAKE OVER!
Op dinsdag 1 april organiseren we met deze groep diverse activiteiten in school.

  • Open de opdracht in Teams
  • We lezen hem samen door
  • Docent deelt de Teams in
  • Bespreek de opdracht met je team
  • Stel je vragen

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Brainstorm

    • Doel van de brainstorm: met je team een onderwerp verzinnen dat uit is te werken tot een concept voor een evenement op 1 april, dat jullie zelf organiseren
    • Maak gebruik van het bord, post its etc.
    • Maak gebruik van een mindmap
    • Los deze vraag op: hoe zouden we op 1 april een zo leuk mogelijk event voor de studenten kunnen organiseren?
    • In de pauze gaan we met zijn allen een rondje lopen...

    Slide 31 - Tekstslide

    Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
    Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
    Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
    Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
    Waarom gebruik je vrijwilligers?
    Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
    Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
    Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
    Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
    Maak een pool

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Brainstorm

    Aan het einde van de brainstorm schrijven we alle ideeën op en presenteren we die aan de groep.
    Daarna gaan we keuzes maken welke ideeën het beste zijn en haalbaar zijn.
    Daarna maken we het SMART.

    Slide 33 - Tekstslide

    Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
    Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
    Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
    Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
    Waarom gebruik je vrijwilligers?
    Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
    Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
    Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
    Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
    Maak een pool
    2. Planning en organisatie (wie doet wat?)

    • Bepaal de doelgroep
    • Stel je team samen (is al gedaan...)
    • Wat is het budget?
    • Datum en locatie bepalen
    • De invulling van je event bepalen
    • Het Draaiboek

      Slide 34 - Tekstslide

      Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
      Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
      Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
      Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
      Waarom gebruik je vrijwilligers?
      Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
      Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
      Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
      Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
      Maak een pool
      Doelgroep

        • Je organiseert het evenement voor deze mensen, dus het is belangrijk dat je ze goed kent. 
        • Ga niet uit van vermoedens of aannames, maar onderzoek waar hun interesses liggen en hoe je de doelgroep het beste kunt bereiken. 
        • Pas wanneer je de doelgroep goed in kaart hebt, kun je een evenement organiseren wat volledig bij hen aansluit.
        Hoe doen we dat vandaag?

          Slide 35 - Tekstslide

          Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
          Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
          Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
          Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
          Waarom gebruik je vrijwilligers?
          Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
          Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
          Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
          Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
          Maak een pool
          Teamindeling
          TEAM 1 Timo, Chris, Jamie D, Luca, Maud
          TEAM 2 Rosa, Danique, Jahnicha, Joshua, Yara
          TEAM 3 Jan, Darius, Lesedi, Lynn, Ray
          TEAM 4 May, Enzo, Huub., Lotfi, Sarah Jane
          TEAM 5 Jamie N, Noa, Tika, Zoe

          Maak als de opdracht bekend is, een verdeling in rollen, taken en verantwoordelijkheden. Wie is de projectleider?

            Slide 36 - Tekstslide

            Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
            Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
            Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
            Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
            Waarom gebruik je vrijwilligers?
            Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? Wat is je personeelsbehoefte?
            Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
            Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
            Budget
            Inventariseer eerst wat je wilt gaan doen; de mensen- en middelenlijst.
            Hoeveel gaat dit kosten?
            Hoeveel geld is er beschikbaar?
            Reserveer in ieder geval altijd een deel van het budget voor onvoorziene kosten. 
            Wie is er de budgetbewaker die overzicht over de kosten houdt?

              Slide 37 - Tekstslide

              Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
              Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
              Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
              Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
              Waarom gebruik je vrijwilligers?
              Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? Wat is je personeelsbehoefte?
              Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
              Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
              Datum en locatie
              • De locatie moet aansluiten bij de doelgroep, de deelnemers inspireren en goed bereikbaar zijn
              • Is de locatie beschikbaar op de datum? Reserveer dat tijdig!
              • Bezoek de locatie om te zien wat er kan
              • Wie is er verantwoordelijk voor de locatie? 
              • Zorg voor een plattegrond
              • Welke beperkingen of vereisten zijn er?

                Slide 38 - Tekstslide

                Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
                Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
                Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
                Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
                Waarom gebruik je vrijwilligers?
                Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
                Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
                Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
                Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
                Maak een pool
                De invulling van je event
                • Wat moet er gebeuren, wat is het programma?
                • hoe lang moet het duren, van wanneer tot wanneer?
                • Moeten mensen zich aanmelden en hoe?
                • Is er een bepaalde indeling of opstelling?
                • hoe richt je de ruimte in? Kun je dat zelf of is daar hulp bij nodig?
                • Welke mensen en middelen zijn er nodig?
                • Welke risico's zijn er en wat is plan B?

                  Slide 39 - Tekstslide

                  Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
                  Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
                  Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
                  Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
                  Waarom gebruik je vrijwilligers?
                  Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
                  Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
                  Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
                  Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
                  Maak een pool
                  Maak het draaiboek
                  • Maak vijf kolommen: tijd, wie, wat, waar, opmerkingen.
                  • Loop door de hele dag heen, van begin tot einde
                  • Denk aan plan B en verwerk die acties ook in je draaiboek
                  • Verwerk de basisgegevens in je draaiboek; de naam van het event, het aantal gasten, locatie, datum en tijden, eindverantwoordelijke, contactgegevens team en aanspreekpunten, speciale gastenlijst en noodgevallen nummers (EHBO, BHV)
                  • Wijs 1 regisseur aan
                  • Evalueer aan het einde
                  • Gebruik de template!

                  Slide 40 - Tekstslide

                  Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
                  Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
                  Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
                  Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
                  Waarom gebruik je vrijwilligers?
                  Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
                  Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
                  Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
                  Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
                  Maak een pool
                  4. marketing en promotie

                  • Begin op tijd met promotie
                  • Bedenk goed wie je doelgroep is; waar kun je deze mensen vinden (online en offline)
                  • Hoe spreek je deze mensen aan? Hoe prikkel je de interesse?
                  • Hoe vaak en wanneer wil je ze bereiken?
                  • Op welke dagen en welke momenten?
                  • Wie maakt de content?
                  • Maak een promotieplanning waarin dit allemaal terugkomt

                  Slide 41 - Tekstslide

                  Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
                  Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
                  Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
                  Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
                  Waarom gebruik je vrijwilligers?
                  Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
                  Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
                  Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
                  Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
                  Maak een pool
                  5. Uitvoering en evaluatie
                  Voorbereidingen op de dag zelf
                  • Op tijd aanwezig zijn
                  • staat alles klaar?
                  • Welke problemen moeten er worden opgelost?
                  Uitvoering van het evenement
                  • Dit staat beschreven in je draaiboek!
                  • Hou een briefing met je team
                  Evaluatie
                  • Wat ging er goed?
                  • Wat kan beter?

                  Slide 42 - Tekstslide

                  Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
                  Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
                  Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
                  Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
                  Waarom gebruik je vrijwilligers?
                  Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
                  Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
                  Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
                  Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
                  Maak een pool
                  presentatie van de concepten

                  Slide 43 - Tekstslide

                  Deze slide heeft geen instructies

                  Slide 44 - Tekstslide

                  Deze slide heeft geen instructies

                  Kortom:
                  • brainstorm voor een concept dat binnen het thema past en bij de doelgroep past
                  • uitwerken van het idee (SMART) en stem het af op de doelgroep
                  • GO/NO GO van docent (vandaag!)
                  • werk je idee uit en bepaal de mensen en middelen die je nodig hebt
                  • maak een planning voor het project
                  • maak een draaiboek voor jouw event
                  • zorg voor publiciteit binnen school
                  • voer het evenement uit op jouw dag

                    Slide 45 - Tekstslide

                    workshop hakken in de Dintelzaal met DJ (HAK is een groentemerk, supergezond, hakken is bewegen, muziek vinden jullie leuk, hardcore past bij de doelgroep)
                    Voorbeeld. 
                    Een workshop hakkuh
                    • Hardcore past bij de doelgroep (veel studenten houden van hardcore)
                    • HAK is een groentemerk, dus gezond (humor)
                    • Hakken is bewegen, bewegen is gezond
                    • Hakken staat in de aandacht door bijvoorbeeld Joost Klein
                    • makkelijk te organiseren; vind een DJ op school en vindt een video met instructies of een student/docent die kan hakken
                    • Het kan binnen of buiten


                      Slide 46 - Tekstslide

                      workshop hakken in de Dintelzaal met DJ (HAK is een groentemerk, supergezond, hakken is bewegen, muziek vinden jullie leuk, hardcore past bij de doelgroep)
                      GO

                      NO GO

                      Slide 47 - Tekstslide

                      Deze slide heeft geen instructies

                      NOEM IETS DAT JE HEBT GEZIEN BIJ EEN VAN DE LOCATIEBEZOEKEN, OF HEBT GELEERD IN DE LES, DAT JE HEBT TOEGEPAST BIJ JE EVENT

                      Slide 48 - Open vraag

                      Deze slide heeft geen instructies

                      VOLGENDE WEEK:

                      Slide 49 - Tekstslide

                      Deze slide heeft geen instructies