In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1.4 Bronnen: de ligging van Teheran
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je weet hoe het basisboek werkt.
2. Je weet wat de hoogteligging en het landschap met elkaar te maken hebben.
3. Je begrijpt het basisboeknummer B51 hoogtegordels.
Slide 2 - Tekstslide
Het Basisboek
Je weet hoe je met het basisboek werkt
Het basisboek gaat over de begrippen die bij aardrijkskunde belangrijk zijn
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Bron 2, 3 en 4; hoogteligging en landschap
1
2
3
4
Bron 2: Eeuwige sneeuw
Bron 4: Bochtige wegen
Bron 3: Hoogte en landschap
Slide 5 - Tekstslide
B110 Reliëf
Laagland: 0-200m
Heuvelland: 200-500m
Middelgebergte: 500-2500m
Hooggebergte: +2500m
Een gebied met weinig of geen reliëf is een vlakte. Als zo’n vlak gebied lager ligt dan 500 m, is het een laagvlakte. Boven de 500 m heet het een hoogvlakte of plateau.
De hoogvlakte van Tibet, in de Himalaya, ligt op maar liefst 5.000 m hoogte.
Slide 6 - Tekstslide
Absolute afstand
Absolute afstand = de afstand die je meet langs een rechte lijn hemelsbreed.
De absolute afstand veranderd nooit!
Slide 7 - Tekstslide
Relatieve afstand
Relatieve afstand= de afstand die je meet in reistijd.
De relatieve afstand kan altijd veranderen.
Vraag: Waardoor kan de relatieve afstand veranderen?
Slide 8 - Tekstslide
Welke reliëfvormen horen bij de nummers 4, 5 en 6?
Hooggebergte
Laagland
Middelgebergte
Slide 9 - Sleepvraag
Leerdoelen
1. Je weet hoe het basisboek werkt.
2. Je weet wat de hoogteligging en het landschap met elkaar te maken hebben.
3. Je begrijpt het basisboeknummer B51 hoogtegordels.