KGT1 Kern les 13_zelfstandig naamwoord.



Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 13

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 13

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Praktisch
Maandag het 7de uur: leesboek wordt uitgedeeld tijdens mentorles.

Over dit boek komt een vraag op de toets in november. 

Slide 5 - Tekstslide

Schriftelijke overhoring

Datum: vrijdag 1 oktober
Wat leer je voor de SO?
KERN 1, 2, 3 = begrijpend lezen
KERN 6, 13, 14 = grammatica en spelling

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf volgende week:
5 uur Nederlands van mij. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe leer je voor de SO?
Stap 1. Maak iedere dag een samenvatting van 1 hoofdstuk. 
6 hoofdstukken = 6 dagen van te voren beginnen. (Zet dit in je Plenda!!)

Stap 2. Maak de vragen van het huiswerk nog eens. 
Stap 3. Lees de presentaties op LessonUp door en zet deze informatie in je samenvatting.

Stap 4. Oefen in NUMO: taken voor woorden, grammatica of lezen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Ze haalde alles uit de ... Daardoor had ze een 10 voor haar toets Nederlands.
A
Sloot
B
Doos
C
Agenda
D
Kast

Slide 11 - Quizvraag

Bij hoge uitzondering mocht hij iets eten tijdens de les. Anders zou hij flauw vallen.

Wat betekent 'bij hoge uitzondering'?
A
Met een briefje van zijn moeder
B
voor deze ene keer
C
Altijd

Slide 12 - Quizvraag

Zijn fiets had een lekke band. Daarom moest hij te voet naar school.
Wat betekent 'te voet'?
A
Rennend
B
Met de auto
C
Met de tram
D
Lopend

Slide 13 - Quizvraag

Ik zette de tv harder. Niemand mocht mijn favoriete programma overstemmen.

Wat betekent 'overstemmen'?
A
Stoppen
B
Meer lawaai maken dan
C
Heel hard schreeuwen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het zelfstandige naamwoord in deze zin:

Huntelaar baalt van zijn gemiste strafschop.
A
Huntelaar
B
baalt van
C
gemiste
D
strafschop

Slide 15 - Quizvraag

Antwoorden huiswerk hoofdstuk 6
Vraag 1. Verzinnen, trouwde, heette, geloven, heeft, doorzocht, blijkt, hebben, bestaan. 
Vraag 2. Verzinnen inwoners Venlo naam? 
Trouwde in Venlo ooit Mien Jeuken met Co Billekes?
Heette ze vanaf toen Mien Billekes-Jeuken?
Geloven veel mensen in Venlo dit verhaal?
Heeft Dagblad de Limburger een aantal jaar geleden de archieven van Venlo
doorzocht?
Blijkt mevrouw Mien Billekes-Jeuken nooit te hebben bestaan?


Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk nakijken blz. 17
Vraag 9: neem / nam 
b loop / liep
c zien / zagen

10. a word / worden
 b kan / kunnen
 c vind / vinden

15. de nederlaag, het detail, de archieven



Slide 17 - Tekstslide

LES 13 
Lesdoel
Ik leer welke woorden in een zin zelfstandige naamwoorden zijn en welke lidwoorden erbij hoort.
Zelfstandig naamwoord

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Belangrijk
Een zelfstandig naamwoord is altijd een persoon, dier, ding of plaats!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Andere voorbeelden

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Maak vraag 1, 2, 3, 6 
Hoe?
Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?
Begin met het huiswerk: 
Vraag 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12. 
Tijd?
10 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 28 - Tekstslide

Woorden
les 13
overstemmen - meer lawaai maken dan

echter - maar


bereiken - aankomen


bij hoge uitzondering - voor deze ene keer


te voet - lopend


afleggen - uitvoeren

Slide 29 - Tekstslide

- Ik weet wat een zelfstandig naamwoord en een
lidwoord zijn. (R)

- Ik kan zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
herkennen in een zin. (T1)

- Ik kan het juiste lidwoord kiezen bij een gegeven zelfstandig naamwoord. (T2)

- Ik kan uitleggen waarom een woord wel of niet een zelfstandig naamwoord of lidwoord is. (I)
Doel bereikt?

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk + plannen
Schrijf je huiswerk in je Plenda:
Hoofdstuk 13, bladzij 30 en 31:
Vraag 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12. 

Woensdag het 10de uur:
NUMO check. Werk hier weer 45 minuten aan. 







Was je afwezig?
Schrijf je huiswerk over uit Magister in je Plenda en plan zoals hierboven beschreven

Slide 31 - Tekstslide

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent

Slide 32 - Tekstslide