Week 2

Module mediawijsheid
Klas 3
Week 2: les 3 + 4
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Module mediawijsheid
Klas 3
Week 2: les 3 + 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les heb je geleerd...
...wat mediawijsheid is en waarom het belangrijk is om mediawijs te zijn.
...wat nepnieuws is.
...wat de impact van nepnieuws kan zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les ga je leren...
...hoe beeldbewerking en -manipulatie werkt (eerste lesuur)
... wat deep fakes zijn (tweede lesuur)
...hoe de journalistiek tegenwicht biedt aan nepnieuws (tweede lesuur)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrijpend kijken
Je ziet zometeen  een stukje van een foto

Opdracht: wat zie je?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1e deel foto
2e deel foto

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je nu?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Klopt dit beeld met je eerste indruk/idee?

Slide 9 - Tekstslide

België geniet de twijfelachtige eer de allerlaatste 'mensentuin', de koloniale variant van de dierentuin, te hebben georganiseerd. Op de Wereldtentoonstelling in 1958 konden bezoekers zich niet alleen vergapen aan het Atomium, de stalen constructie met negen gigantische bollen in het Heizelpark in Brussel. Ze konden ook 'mensen kijken'. Die mensen kwamen uit Congo.

Achter een afzetting van bamboe leefden enkele honderden zwarte mannen, vrouwen en kinderen uit de kolonie in 'tableaux vivants'. In een Congo-in-het-klein, in een showroom met 'inheemse omstandigheden'. Naar het voorbeeld van andere, eerder gehouden mensentuinen, in bijvoorbeeld New York, Parijs, Oslo, Hamburg en Amsterdam.
https://www.bd.nl/home/aapjes-kijken-in-belgische-mensentuin~a974b67a/?referrer=https://www.google.com/
Hoe werd jouw kijken naar deze foto gemanipuleerd?

Slide 10 - Open vraag

Wat zien we hier?
Belgische 'mensentuin'.

https://www.bd.nl/home/aapjes-kijken-in-belgische-mensentuin~a974b67a/
Wat zie je

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu?

Slide 12 - Tekstslide

A photo of U.S. Marines giving water to a captured Iraqi soldier generated anger from readers who felt the picture made U.S. forces look bad. But editors felt the photo pointed to the truths of war.
http://the.honoluluadvertiser.com/article/2003/Mar/30/op/op12a.html
Wilders in Spijkenisse

 

We gaan nu een nieuwsfragment bekijken over een bezoek van Wilders aan Spijkenisse tijdens de verkiezingscampagne.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wilders in Spijkenisse - NOS

  

 - Waarom bezoekt Geert Wilders Spijkenisse?

- Denk je dat hij tevreden is over het aantal mensen dat is gekomen om hem te zien?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wilders in Spijkenisse - RTL Nieuws

  

 

- Wat is er anders dan het vorige fragment?

- Hoe komt dat?

- Wat vind je daarvan?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotograaf in Brussel, na de aanslag op Charlie Hebdo


Kijkvraag:
Welke trucs gebruikt deze fotograaf om het beeld te beïnvloeden?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Manipulatie

Je hebt nu gezien dat niet alles is wat het lijkt. Soms is het zelfs zo dat de werkelijkheid expres wordt verdraaien. Dit noemen we manipulatie.


Trucs:

Door in te zoomen laten ze expres elementen weg of benadrukken ze juist iets.

Spelen met het perspectief van de kijker: als je een foto van iemand neemt van onderaf laat je de ander groter lijken, wat bijvoorbeeld een gevoel van autoriteit kan oproepen. Er zijn ook documentairemakers die zelf in beeld gaan staan, zodat je constant bewust bent van het feit dat de film zijn/haar perspectief laat zien. Maar zo zijn er ook reclamemakers die juist willen dat je nauwelijks door hebt dat de beelden jouw gevoel of mening beïnvloeden.


Hier vind je nog enkele voorbeelden.


De kunst is om je bewust te zijn van deze beïnvloeding.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opdracht:
Google de volgende afbeelding.
(Sla de afbeelding op en upload
deze bij Afbeeldingen)
Wat valt je op?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu is het aan jou!

  • Tijd om zelf te manipuleren!
  • Jullie gaan een fotoserie maken over de school.
  • Jullie laten, net zoals de media dat soms doen, een beperkt beeld zien van de school.
  • Je maakt een serie van 3-5 foto's


  • Werk in tweetallen.
  • Ieder duo krijgt van de docent een woord op een kaartje (bijvoorbeeld mooi, schoon, vies, lelijk of groot).
  • Ga de school in en maak overtuigende foto's die met je woord te maken hebben.
  • Daarna bekijken we gezamenlijk de foto's.
  • Tijd: 15 minuten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede deel van de les

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Deep fake
Deze technologie kan ook gebruikt worden voor meer onschuldige toepassingen, zoals in het volgende fragment.

Filmfans gingen aan de slag door acteur Nicolas Cage allemaal rollen te geven in films waar hij nooit in speelde.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Deep fake
Deep fake kan ook gebruikt kan worden voor een goed doel.

In het volgende filmpje zien we David Beckham die aandacht vraagt voor de ziekte malaria. Dankzij de technologie deelt hij zijn boodschap in negen talen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de gevaren van deep fake?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de gevaren van deep fake?
Hoe weet je nog wat echt of nep is?
We niet meer kunnen vertrouwen op feiten. Dat leidt tot ongeloofwaardigheid van media, politici en de democratie.

Deep fake kan mensen allerlei uitspraken in de mond leggen die ze nooit hebben gedaan.
‘Zien is geloven’ is niet meer vanzelfsprekend.
Deep fakes en nepnieuws zorgen ervoor dat je mensen kunt overtuigen van iets dat nooit heeft plaatsgevonden of iemand nooit heeft gezegd.

Media, politiek en democratie zijn in Nederland gebaseerd op hun geloofwaardigheid. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je deep fake en nepnieuws kunt herkennen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1. Zoek van de begrippen in dit schema de betekenis op en noteer ze. Vermeld ook de bron waar je het gevonden hebt.
2. Zet in het schema achter minimaal drie van begrippen een mogelijke reden waarom het geproduceerd kan zijn en leg uit.

Slide 32 - Tekstslide

Uit: Nieuws in de klas
Waarom wordt desinformatie verspreid?

  • Nepnieuws kan bedoeld zijn als grap, bijvoorbeeld om op een ludieke manier aandacht te vragen voor een onderwerp.
  • Met spraakmakend nepnieuws kan geld worden verdiend door voor de advertenties veel clicks te genereren.
  • Daarnaast kan desinformatie een bewuste leugen of verdraaiing van de feiten zijn om de publieke opinie te beïnvloeden.
  • Ook kan het doel zijn om verwarring te zaaien zodat ook de echte bronnen ongeloofwaardig overkomen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echt nieuws of nepnieuws?
Amerikaanse onderzoekers wilden graag weten in hoeverre jongeren echt nieuws van nepnieuws kunnen onderscheiden.

Deel 1 van hun onderzoek: bekijk de afbeelding op de volgende slide en vul je antwoord in.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Dit is wel/geen advertentie, omdat...
2. Dit is wel/geen advertentie, omdat...
3. Dit is wel/geen advertentie, omdat...

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Echt nieuws of nepnieuws?
De afbeelding op de vorige slide komt uit een Amerikaans onderzoek. De tieners moesten zeggen welke onderdelen van de site verwezen naar journalistieke artikelen en welke naar gesponsorde teksten (reclame).

Conclusie: acht op de tien proefpersonen zag het verschil niet.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2 van hun onderzoek: zijn dit echt misvormde bloemen in Fukushima?
A
Ja
B
Nee
C
Twijfel

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Echt nieuws of nepnieuws?
De jongeren moesten uitleggen of de post krachtig bewijs bevat over de omstandigheden nabij de kerncentrale.

Conclusie: bijna veertig procent antwoordde positief. Slechts twintig procent van jongeren stelde vraagtekens bij de bron van de post en de foto.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Landelijke studies zien dat mensen moeite hebben bronnen op waarde te schatten, zegt communicatiewetenschapper Judith Möller van de UvA. ‘Uit onderzoek naar het onderscheid dat mensen maken tussen advertorials en krantenartikelen komt vrij consistent naar voren dat mensen van alle leeftijden dat niet erg goed kunnen. Uit onderzoek van Benjamin Johnson van de VU blijkt bijvoorbeeld dat ongeveer een kwart van de deelnemers in zijn experimenten sponsored content herkent.’

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De journalistiek biedt een tegenwicht aan nepnieuws


Kijkvraag: op welke manieren controleert de journalist een nieuwsbericht?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De journalistiek biedt een tegenwicht

Journalisten werken volgens de journalistieke werkwijze en kunnen daarmee nepnieuws tegen gaan. Ze gebruiken meerdere bronnen en controleren die, benaderen een nieuwsfeit vanuit verschillende perspectieven en passen hoor en wederhoor toe. Maar zij kunnen ook fouten maken, bijvoorbeeld als iets verkeerd is begrepen of niet goed gecontroleerd.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                           De journalistieke werkwijze
Gebruik meerdere bronnen
Controleren
Scheiden van feiten en meningen
Zorg voor een zo volledig mogelijk verhaal
Hoor en wederhoor
Bronbescherming
Als twee mensen verschillend denken over één onderwerp, laat je ze allebei aan het woord.
Sommige bronnen vertellen in vertrouwen iets aan journalisten en willen anoniem blijven. Je mag ze dan niet bij naam noemen in je nieuwsitem.
Lees meerdere sites en/of spreek meerdere mensen om zo goed geïnformeerd mogelijk te zijn.
Feiten die je in je nieuwsitem opneemt, moeten kloppen. Check ze dus altijd.
Vertel wat er is gebeurd, wanneer, waarom, wie wat zegt en hoe het is gebeurd.
Vertel in je nieuwsitem duidelijk wat feiten en wat meningen zijn. Meningen mogen niet als feiten worden gepresenteerd.

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er valt een onderscheid te maken tussen bewust nepnieuws of nepnieuws dat per ongeluk is geproduceerd.
Expres geproduceerd nepnieuws wordt desinformatie genoemd.
Nieuws dat per ongeluk een fout bevat noemt men misinformatie. Misinformatie kan worden rechtgezet met een rectificatie (een bericht waarin verkeerde informatie gecorrigeerd wordt).

Vraag: Welke van de begrippen in het schema vallen onder de categorie misinformatie?

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding van deze les
Beantwoord de vragen op de volgende slides om te bepalen of je de lesdoelen van deze les hebt behaald.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe beeldmanipulatie werkt.
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat de gevaren kunnen zijn van deep fakes.
A
Ja
B
Nee

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe de journalistiek nepnieuws tegen probeert te gaan.
A
Ja
B
Nee

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde van deze les

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies