NEPNIEUWS TMA - les 1

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dat precies? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat ons te wachten?
  • In de komende 8-10 lessen kom jij alles te weten over echt nieuws en nepnieuws 
  • Zodra jij een pro bent, ben je klaar voor de meesterproef en gaan we ons eigen nepnieuws maken 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel: aan het einde van deze les weet je precies wat onder de noemer 'nepnieuws' valt
Programma

  • Wat is nepnieuws?                                           5 min. 
  • Filmpje                                                                  10 min. 
  • Ken je begrippen                                              10 min. 
  • Speld.nl                                                                 10 min. 
  • Tijd over: schrijf je eigen nepnieuws       10 min.

Slide 4 - Tekstslide

Nepnieuws...
Wat is dat dan precies? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is volgens jou nepnieuws?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Wie is er wel eens in getrapt?
Of had jij het al snel door? 

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn vele vormen van nepnieuws...
Leg over 5 minuten uit wat je weet over de volgende twee onderwerpen. Belangrijk: zoek ook uit wat de reden is voor het verspreiden van deze vorm van onjuist nieuws. 

  • rij 1: canard + Clickbait
  • rij 2: desinformatie + parodie
  • rij 3: propaganda + misinformatie
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Expres geproduceerd nepnieuws wordt desinformatie genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Nieuws dat
per ongeluk een fout bevat noemt men misinformatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt net twee begrippen onderzocht. Noteer je begrip en schrijf erachter of het om desinformatie of misinformatie gaat

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Vorige week
  • Nepnieuws

  • Desinformatie

  • Misinformatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze week
  • De Speld

  • Zelf oefenen

  • Deep fakes

Slide 15 - Tekstslide

Ga naar speld.nl 
en lees een aantal berichten...
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Kies nu één nieuwsbericht uit die jij het leukste vindt.
Hoe weet je dat het om satire gaat?

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
  • Ga naar www.nu.nl en kies een nieuwsbericht uit 
  • Kopieer en plak het bericht twee keer in een Google Docs 
  • Schrijf boven één bericht: NU.NL 
  • Schrijf boven het andere bericht: De Speld 
  • Herschrijf het tweede nieuwsbericht zo, dat het prima geschikt zou zijn voor 'De Speld'
Inleveren via Classroom:
aimawsr

Slide 18 - Tekstslide

Deep fakes
https://www.tiktok.com/@fakeitorleaveit/video/7028456108008246533

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat neem ik mee uit deze les?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Journalistiek
Het verzamelen van meestal nieuwe of actuele gegevens, ze bewerken en met enige regelmaat publiceren voor het publiek in het algemeen of voor bepaalde publieksgroepen.

Slide 23 - Tekstslide

Basisprincipe democratie:
4e macht: de journalistiek
1. regering
2. parlement 
3. rechtspraak 

Slide 24 - Tekstslide

5 functies:
1. Onderwerpen op de agenda zetten
2. Controleren of bedrijven/regeringen/etc. zich aan afspraken
     houden
3. Ruimte bieden voor discussie
4. Commentaar leveren op ontwikkelingen 
5. Informeren wat er gebeurt in de wereld 

Slide 25 - Tekstslide

5 functies:
  1. Onderwerpen op de agenda zetten
  2. Controleren of bedrijven/regeringen/etc. zich aan afspraken houden
  3. Ruimte bieden voor discussie (lezersbrieven!)
  4. Commentaar leveren op ontwikkelingen in de wereld
  5. Informeren wat er gebeurt in de wereld (nieuws!)
Een bericht over een aanslag
Een artikel waarin de hoofdredacteur uitlegt waarom treinmedewerkers meer salaris moeten krijgen
Een ingezonden brief van een lezer waarin hij vertelt wat hij van een nieuwsbericht vindt
Een artikel dat naar buiten brengt dat een burgemeester wekelijks luxe uit eten gaat  op kosten van de gemeente 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
  1. Onderwerpen op de agenda zetten
  2. Controleren of bedrijven/regeringen/etc. zich aan afspraken houden
  3. Ruimte bieden voor discussie (lezersbrieven!)
  4. Commentaar leveren op ontwikkelingen in de wereld
  5. Informeren wat er gebeurt in de wereld (nieuws!)
Zoek in de kranten verschillende soorten berichten en artikelen en schrijf (het liefst met stift) op het bericht/artikel onder welke functie dit valt, door het corresponderende cijfer te gebruiken

Slide 27 - Tekstslide

Journalistiek
Het verzamelen van meestal nieuwe of actuele gegevens, ze bewerken en met enige regelmaat publiceren voor het publiek in het algemeen of voor bepaalde publieksgroepen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Feit of mening?
Feiten --> je kunt controleren of het waar is
Meningen--> Wat iemand vindt 

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
1. Zoek in de kranten minstens 3 voorbeelden van informerende artikelen (= feitelijk, zonder mening) 

2. Zoek in de kranten minstens 3 voorbeelden van opinieartikelen (= gebaseerd op een mening) 
Maak foto's van je bevindingen en zet ze in Classroom
Kan iemand een mening vinden die er in eerste instantie uit zag als een feit?
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Journalistieke werkwijze

(1)De taak van de journalist is gericht op het informeren van het publiek en juist
gericht op het tegengaan van nepnieuws en desinformatie.

Journalisten checken bronnen, bieden context bij een nieuwsgebeurtenis, laten meerdere kanten van een verhaal zien, en maken onderscheid tussen feiten en meningen.

Om zo veel mogelijk waarheidsgetrouw en onafhankelijk te kunnen berichten is
hoe je dat doet belangrijk. Dat wordt de journalistieke werkwijze genoemd.

Slide 32 - Tekstslide

Journalistieke werkwijze

(2)Uitgangspunten voor de werkwijze van journalisten zijn in 1954 internationaal
vastgelegd in de Code van Bordeaux

Goede journalistiek laat zich controleren, ze laat zien welke bronnen er gebruikt worden en je weet bij een professioneel nieuwsmedium wie de afzender is. Daarnaast zijn de meeste nieuwstitels aangesloten bij de Raad voor de Journalistiek.

De Raad voor de Journalistiek is een orgaan waar klachten ingediend kunnen worden tegen nieuwstitels. De nieuwstitels zijn daarmee aanspreekbaar op hun journalistieke werk.

Slide 33 - Tekstslide

Journalistieke werkwijze
1. Controleer de informatie die je hebt gekregen
Zorg ervoor dat je zeker weet dat wat je laat zien of opschrijft waar is. Controleer je
informatie.
2. Gebruik meerdere bronnen
Om ervoor te zorgen dat je het hele verhaal goed weergeeft, is het belangrijk om meerdere
en verschillende bronnen te raadplegen.
3. Scheid feiten van meningen
Als een persoon zijn of haar mening uitspreekt, mag je dat als journalist niet als een feit naar
voren brengen. Je moet altijd verschil maken tussen feiten en meningen.
4. Pas hoor en wederhoor toe
Dit betekent dat je zowel voor- als tegenstanders de mogelijkheid geeft te reageren.


Slide 34 - Tekstslide

Journalistieke werkwijze
5. Vertel wie je bronnen zijn
Vertel waar je de informatie vandaan hebt en van wie, zodat je informatie controleerbaar is.
6. Bescherm je bronnen, indien nodig
Als je iemand hebt gesproken die gevaar loopt als zijn mening naar buiten komt bescherm je
hem of haar door de naam niet te noemen. Dit gebeurt vaak in onderzoeksjournalistiek.
7. Pleeg geen plagiaat
Plagiaat betekent teksten of beelden overnemen en doen alsof ze van jou zijn. Journalisten
nemen geen beelden of teksten over van anderen, tenzij het nadrukkelijk gevraagd is.
8. Maak gebruik van de 5W1H
Je informatie geeft antwoord op de belangrijkste vragen voor een gebeurtenis Wie, Wat,
Waar, Wanneer, Waarom en Hoe

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Bronnen kunnen personen zijn zoals experts of getuigen. Maar een bron kan ook een document zijn of een organisatie.

Pak een nieuwstitel en onderstreep op een pagina zoveel mogelijk bronnen die worden genoemd.

Hoeveel bronverwijzingen heb je gevonden? 
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Wat neem ik mee uit deze les?

Slide 37 - Open vraag