EN Kader 1 Unit 4 Lesson 1, 2, 3, 4

grammar  Unit 4 


Goals:
1. You know how to use 'to be going to'
2. Ik weet wat de present Continuous is




1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

grammar  Unit 4 


Goals:
1. You know how to use 'to be going to'
2. Ik weet wat de present Continuous is




Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
  • als je een plan hebt voor de toekomst;
  • er een duidelijke aanwijzing is dat iets gaat gebeuren.

Slide 2 - Tekstslide

Plan voor de toekomst voorbeeld

I am going to throw spiders at children.
Duidelijke aanwijzing dat er iets gaat gebeuren voorbeeld

Look at the clouds. It is going to rain!


Slide 3 - Tekstslide

De vorm (bevestigend).
I
am 
going to
hele werkwoord
He/she/it
is 
going to
hele werkwoord
we/you/they
are 
going to
hele werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

De vorm (ontkennend)
I
am not
going to
hele werkwoord
He/she/it
is not
going to
hele werkwoord
We/you/
they
are not
going to
hele werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

De vorm (vragend)
Am
I
going to
hele werkwoord
Is
he/she/it
going to
hele werkwoord
Are
we/you/they
going to
hele werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Quiz time!

Slide 8 - Tekstslide

The doctor ... give us the results.
A
am going to
B
are going to
C
will
D
is going to

Slide 9 - Quizvraag

Jacob ... work out at the gym.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 10 - Quizvraag

... they going to help her?
A
Is
B
Will
C
Am
D
Are

Slide 11 - Quizvraag

Lisa and I ... play outside today.
A
am not going to
B
is not going to
C
are not going to
D
will not

Slide 12 - Quizvraag

Maak de zin bevestigend.
My cat .... eat all the food.

Slide 13 - Open vraag

Maak de zin bevestigend.
I ......................... visit my aunt and uncle.

Slide 14 - Open vraag

Maak de zin ontkennend.
I ... help you.

Slide 15 - Open vraag

2) Goal: Ik weet wat de Present Continuous is.





duurvorm / -ingvorm
Je vertaalt het met: ik ben 'aan het ...................'

Slide 16 - Tekstslide

Zinnen maken in de tegenwoordige tijd. Wat weet je al?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Present Continuous
When you are (not) doing something right now:

+    I am learning English
_    You are  not  listening to me 
  Is  he watching a TV show ? 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Present Continuous
Quiz time!

Choose the correct form of the present continuous

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Op dit moment
B
In het verleden
C
In de toekomst

Slide 22 - Quizvraag

It .......... (freeze) in here.
A
is freezing
B
are freezing

Slide 23 - Quizvraag

It .......... (rain) right now.
A
is raining
B
are raining

Slide 24 - Quizvraag

I .......... (listen) to music at the moment.
A
am listening
B
are listening
C
is listening

Slide 25 - Quizvraag

Ik kan de Present Continuous maken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Een beetje

Slide 26 - Quizvraag

Look! The dog .......... (play) with the ball.
A
is play
B
is playing
C
are play
D
are playing

Slide 27 - Quizvraag

You .......... (study) hard.
A
are studying
B
are studing
C
is studying

Slide 28 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 29 - Quizvraag

2. Ik kan de Present Continuous maken.

to be (zijn)
AM
ARE
IS
werkwoord
ING
+
+

Slide 30 - Tekstslide