6V le 20 avril

voici les groupes
Emma Isabel Z  Joris 
Marlou Donna Floris  Lucas
Wick Jarno Senna Bente
Alessio Thijs Nina Puck
Casper Milan Juliette Sanne
Amber Tine Isabel B 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

voici les groupes
Emma Isabel Z  Joris 
Marlou Donna Floris  Lucas
Wick Jarno Senna Bente
Alessio Thijs Nina Puck
Casper Milan Juliette Sanne
Amber Tine Isabel B 

Slide 1 - Tekstslide

au programme
Les élections en France
examen 2021 questions
interro vocabulaire
correction textes 6,7,8,9 examen 2019 II
faire les textes 10, 11, 12
jeux 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

empêcher
A
verhinderen
B
bevissen
C
beletten
D
achterhouden

Slide 4 - Quizvraag

l'incendie

Slide 5 - Open vraag

J'ai attendu des mois, voire des années.
Tekst
A
sauf
B
outre
C
toutefois
D
voire

Slide 6 - Quizvraag

élu komt van ww en =

Slide 7 - Open vraag

être nocif pour
A
être négatif pour
B
nuire à
C
avoir des problèmes avec
D
avoir peur de

Slide 8 - Quizvraag

si (als voegwoord) welke functie?

Slide 9 - Open vraag

d'autant plus ....que
A
daardoor
B
te veel door
C
des te meer daar
D
evenveel als

Slide 10 - Quizvraag

enviable
A
écoeurant
B
souhaitable
C
désirable
D
attirant

Slide 11 - Quizvraag

un tiers

Slide 12 - Open vraag

alors que
A
geeft een conclusie
B
geeft een tegenstelling
C
geeft een opsommning
D
geeft een uitleg

Slide 13 - Quizvraag

avoir le mérite de
A
zijn te verdienen
B
de eer hebben
C
te prijzen zijn
D
het verwijt hebben

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

metro- boulot- dodo
A
reizen - werken- doorgaan
B
metro- baan- eten
C
reizen- werken- slapen
D
metro- bistro- bureau

Slide 16 - Quizvraag

être empreint de
A
être caractérisé par
B
être marqué profondément
C
être en harmonie avec
D
être visualisé

Slide 17 - Quizvraag

vanter
A
louer
B
faire éloge de
C
dénigrer
D
exalter

Slide 18 - Quizvraag

le péril= le danger oui ou non?

Slide 19 - Open vraag

encore faut- il que
A
dan nog moet het dat
B
ook is verschuldiging noodzakelijk
C
nog steeds is hij verschuldigd dat
D
nog altijd moet het dat

Slide 20 - Quizvraag

ils craignent, welk werkwoord? en dat =

Slide 21 - Open vraag

acquérir
A
chercher
B
céder
C
transmettre
D
obtenir

Slide 22 - Quizvraag

le bouche- à- l'oreille

Slide 23 - Open vraag

toutefois
A
cependant
B
aussi bien
C
pourtant
D
encore que

Slide 24 - Quizvraag

le mensonge

Slide 25 - Open vraag

en avoir marre
A
avoir mal au coeur
B
avoir assez
C
avoir envie
D
avoir du mal à

Slide 26 - Quizvraag

être voué à l'échec
A
toegewijd aan schaken
B
in tweeën gevouwen
C
gedoemd te mislukken
D
geinteresseerd in schaken

Slide 27 - Quizvraag

ils puissent Welk ww. en =?

Slide 28 - Open vraag

avoir la trouille
A
avoir le trac
B
avoir peur
C
appréhendre
D
être mécontent

Slide 29 - Quizvraag

il se peut que

Slide 30 - Open vraag

atteindre
A
uitstrekken
B
een einde maken aan
C
uitdoen
D
bereiken

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Link