6V le 20 avril
metro- boulot- dodo
A
reizen - werken- doorgaan
B
metro- baan- eten
C
reizen- werken- slapen
D
metro- bistro- bureau
1 / 17
Onderdelen in deze les
metro- boulot- dodo
A
reizen - werken- doorgaan
B
metro- baan- eten
C
reizen- werken- slapen
D
metro- bistro- bureau
Slide 1 - Quizvraag
être empreint de
A
être caractérisé par
B
être marqué profondément
C
être en harmonie avec
D
être visualisé
Slide 2 - Quizvraag
vanter
≠
A
louer
B
faire éloge de
C
dénigrer
D
exalter
Slide 3 - Quizvraag
le péril= le danger oui ou non?
Slide 4 - Open vraag
encore faut- il que
A
dan nog moet het dat
B
ook is verschuldiging noodzakelijk
C
nog steeds is hij verschuldigd dat
D
nog altijd moet het dat
Slide 5 - Quizvraag
ils craignent, welk werkwoord? en dat =
Slide 6 - Open vraag
acquérir
A
chercher
B
céder
C
transmettre
D
obtenir
Slide 7 - Quizvraag
le bouche- à- l'oreille
Slide 8 - Open vraag
toutefois
≠
A
cependant
B
aussi bien
C
pourtant
D
encore que
Slide 9 - Quizvraag
le mensonge
Slide 10 - Open vraag
en avoir marre
A
avoir mal au coeur
B
avoir assez
C
avoir envie
D
avoir du mal à
Slide 11 - Quizvraag
être voué à l'échec
A
toegewijd aan schaken
B
in tweeën gevouwen
C
gedoemd te mislukken
D
geinteresseerd in schaken
Slide 12 - Quizvraag
ils puissent Welk ww. en =?
Slide 13 - Open vraag
avoir la trouille
≠
A
avoir le trac
B
avoir peur
C
appréhendre
D
être mécontent
Slide 14 - Quizvraag
il se peut que
Slide 15 - Open vraag
atteindre
A
uitstrekken
B
een einde maken aan
C
uitdoen
D
bereiken
