Hoofdstuk 4. Nieuw geloof, nieuw land

4.3 Onrust in de Nederlanden
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat de Spaanse koning rond 1550 wilde veranderen aan het bestuur in de Nederlanden.
  • Je kunt twee redenen noemen waarom mensen in de Nederlanden ontevreden waren over het Spaanse bestuur.
  • Je kunt een oorzaak en een gevolg van de Beeldenstorm noemen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3 Onrust in de Nederlanden
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat de Spaanse koning rond 1550 wilde veranderen aan het bestuur in de Nederlanden.
  • Je kunt twee redenen noemen waarom mensen in de Nederlanden ontevreden waren over het Spaanse bestuur.
  • Je kunt een oorzaak en een gevolg van de Beeldenstorm noemen.

Slide 1 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden
De Nederlanden
  • In 1519 waren de Nederlanden onder bestuur van Karel V. Hij heerste over Spanje, Spaanse kolonie in Amerika, gebieden in Duitsland, Italië en de Nederlanden. 
  • Karel had een erg verbrokkeld rijk. Nederland had 17 gewesten (provincies). Elk gewest had een eigen bestuur, rechtspraak en wetten. Er waren dus veel verschillen

Slide 2 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden

Slide 3 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden
De Nederlanden
  • Karel V stelde in elk gewest stadhouders aan. Dat waren mensen van adel die het gewest bestuurden. 
  • Ze zorgden voor orde en rust en gaven de koning advies. 
  • Willem van Oranje was stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.


Slide 4 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden
De Nederlanden
  • Karel voerde oorlog (duur) --> hij wilde belastingen --> duurde lang --> hij wilde een centraal bestuur (in elk gewest zelfde weten en belastingen)
  • In 1555 volgt Filips II hem op
  • Filips wil ook centralisatie + de macht van de adel verkleinen
 

Slide 5 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden

Slide 6 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden
Groeiende ontevredenheid
  • Veel mensen waren ontevreden:
1) Men (adel) wilde geen centraal bestuur en dat de koning zomaar belasting kon heffen
2) Men was tegen de vervolging van de protestanten. De koning zelf was katholiek en pakte hen streng aan



Slide 7 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden

Slide 8 - Tekstslide

4.3 Onrust in de Nederlanden
De Beeldenstorm
  • In 1566 kwam de uitbarsting --> opkomst van protestanten --> kerkdienst in de openlucht --> een groep begon in een klooster alles kapot te maken  --> kerken volgden --> Beeldenstorm

Slide 9 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd

Slide 10 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom Willem van Oranje belangrijk was voor het begin van de Opstand.
  • Je kunt uitleggen waarom de Opstand zo lang duurde.
  • Je kunt uitleggen wat er veranderde toen de Noordelijke Nederlanden een zelfstandige staat werden.

Slide 11 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd
De eerste jaren van de Opstand
  • Na de Beeldenstorm kwam hertog van Alva --> straffen en belastingen --> ontevredenheid groeit
  • Willem van Oranje vlucht --> Filips ontslaat hem als stadhouder
  • Willem is protestant en wil niet het centrale bestuur van Filips

Slide 12 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd
De eerste jaren van de Opstand
  • In Duitsland verzamelt Willem een leger --> 1e aanval (1568) mislukt, maar in 1572 lukt het in Den Briel
  • 'Op 1 april verloor Alva zijn bril'
  • Andere gewesten sluiten zich aan bij de Opstand

Slide 13 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd

Slide 14 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd
De eerste jaren van de Opstand
  • In 1572 wordt Willem aanvoerder van de opstandige gewesten
  • Willem maakt het einde van de Opstand niet mee. In 1584 wordt hij vermoord

Slide 15 - Tekstslide

4.4 Een langdurige strijd
Langdurige strijd
  • Na 1572 gaat het weer mis, de Spanjaarden heroveren gebieden
  • Waarom duurde de oorlog 80 jaar? 
1) Vooral in het oosten en zuiden werd gevochten met steden die goed beschermd waren 
2) Spanje voerde ook oorlog met andere landen (schatkist raakte leeg). Huursoldaten weigerden te vechten
3) Nederland werd steeds rijker, maar niet machtig genoeg


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De Republiek

De Republiek
  • Het was niet de bedoeling een zelfstandige staat te worden
  • Het aantal protestanten groeide en gewesten gingen samenwerken: 1579 Unie van Utrecht (noordelijke gewesten werken samen)
  • De gewesten verklaarden zich onafhankelijk: 1588 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 18 - Tekstslide

De Republiek

De Republiek

  • Geen van de landen kon de ander definitief verslaan
  • 1648 Vrede van Munster
  • Spanje erkende de Noordelijke Nederlanden als onafhankelijke staat, Zuidelijk Nederland bleef bij Spanje
  • 1588: Nederland was een Republiek (land zonder koning)

Slide 19 - Tekstslide

De Republiek

De Republiek
  • Rijke burgers bestuurden de steden en gewesten. 
  • Ze namen samen beslissingen over oorlog en buitenlandse zaken. 
  • Elk gewest behield zijn eigen wetten en rechtspraak (geen centraal bestuur)

Slide 20 - Tekstslide