IMPACT leerjaar 2 - sessie 4

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling:
deze tafel
A
cette table
B
cet table
C
ce table

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
die tafel
A
cette table
B
cet table
C
ce table

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
deze leerlingen
A
cet élève
B
cette élève
C
ces élèves

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
___ problème (m.)

Slide 15 - Open vraag

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
___ problèmes (m.)

Slide 16 - Open vraag

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
___ école (v.)

Slide 17 - Open vraag

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
___ écoles (v.)

Slide 18 - Open vraag

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
___ hôtel (m.)

Slide 19 - Open vraag

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
___ hôtels (m.)

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling:
zij eten
A
il mange
B
ils mangent
C
ils ont mangé

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
jij hebt gepraat
A
tu parles
B
tu as parlé
C
tu es parlé

Slide 23 - Quizvraag

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
hij heeft

Slide 24 - Open vraag

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
ik heb gedanst (van danser!)

Slide 25 - Open vraag

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
wij zijn aangekomen

Slide 26 - Open vraag

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
ik ben geweest (let op!)

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling:
jij concentreert je
A
tu me concentres
B
tu te concentres
C
tu se concentres

Slide 30 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
zij amuseert zich
A
je m'amuse
B
elle s'amuses
C
elle s'amuse

Slide 31 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
wij gaan slapen
A
nous nous couchons
B
nous se couchons
C
nous couchons

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling:
wij hebben ons geamuseerd
A
nous nous amusons
B
nous nous avons amusé
C
nous nous sommes amusés

Slide 34 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling:
jij stelt jezelf voor
A
tu te présentes
B
tu t'es présenté
C
vous vous présentez

Slide 35 - Quizvraag

Maak de juiste vorm:
se présenter - ik stel mezelf voor

Slide 36 - Open vraag

Maak de juiste vorm:
se présenter - ik heb mezelf voorgesteld

Slide 37 - Open vraag

Maak de juiste vorm:
s'entrainer - jullie trainen

Slide 38 - Open vraag

Maak de juiste vorm:
s'entrainer - jullie hebben getraind

Slide 39 - Open vraag

Maak de juiste vorm:
se tromper - zij vergist zich

Slide 40 - Open vraag

Maak de juiste vorm:
se tromper - zij heeft zich vergist

Slide 41 - Open vraag

Na de toetsweek een check / toets
Waarschijnlijk op dinsdag 6 of woensdag 7 juli
Op maandag 5 juli kun je dan nog vragen stellen
Ik mail / zet in Magister!

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide