1. Ond, hoofdged, extra

Onderwerp en hoofdgedachte
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp
  • Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan waar de tekst over gaat. 
  • Het onderwerp is nooit een hele zin
  • De titel geeft vaak het onderwerp weer. 
  • Het onderwerp wordt vaak letterlijk herhaald in de tekst. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer. 
  • Het is de kortst mogelijke samenvatting van de tekst
  • Hoofdgedachte = wat zegt de schrijver precies over het onderwerp?
  • Hoofdgedachte staat vaak in de inleiding van een tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tekstdoel en publiek
  • Hoe weet ik voor wie de tekst is? 
  • Wat het tekst doel is? 

- 2 teksten met hetzelfde onderwerp, kunnen totaal verschillende tekstsoorten zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Honden
1. Krantenbericht over hoeveel mensen een hond hebben en welke het meest kindvriendelijkst zijn. 
--> Doel: informeren
-->Publiek: krantenlezers (breed publiek) 

2. Folder van asiel met het bericht om een hond uit het asiel e nemen. 
--> Doel: overhalen
--> publiek: hondenliefhebbers/ pupkopers

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Betrouwbare informatie
- Bestaat uit feiten

 --> Je kunt het controleren, waar komt het vandaag?

--> Je kunt de precieze informatiebron terugvinden.

Slide 9 - Tekstslide

Soms is de informatie onbetrouwbaar, onvolledig of slordig

Slide 10 - Tekstslide