1. Ond, hoofdged, betrouwbaarheid

Onderwerp en hoofdgedachte
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp
  • Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan waar de tekst over gaat. 
  • Het onderwerp is nooit een hele zin
  • De titel geeft vaak het onderwerp weer. 
  • Het onderwerp wordt vaak letterlijk herhaald in de tekst. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer. 
  • Het is de kortst mogelijke samenvatting van de tekst
  • Hoofdgedachte = wat zegt de schrijver precies over het onderwerp?
  • Hoofdgedachte staat vaak in de inleiding van een tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tekstdoel en publiek
  • Hoe weet ik voor wie de tekst is? 
  • Wat het tekst doel is? 

- 2 teksten met hetzelfde onderwerp, kunnen totaal verschillende tekstsoorten zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke tekstsoorten zijn er?
  • Informerende / uiteenzettende teksten
  • Activerende teksten
  • Betogende teksten
  • Beschouwende teksten
  • Amuserende teksten

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn schrijfdoelen?
Het schrijfdoel is wat de schrijver wil bereiken met de tekst.
We kunnen de volgende schrijfdoelen onderscheiden:
  • Informeren
  • Activeren (de lezer iets laten doen)
  • Overtuigen
  • Beschouwen
  • Amuseren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Honden
1. Krantenbericht over hoeveel mensen een hond hebben en welke het meest kindvriendelijkst zijn. 
--> Doel: informeren
-->Publiek: krantenlezers (breed publiek) 

2. Folder van asiel met het bericht om een hond uit het asiel te nemen. 
--> Doel: overhalen
--> publiek: hondenliefhebbers/ pupkopers

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbare informatie
- Bestaat uit feiten

 --> Je kunt het controleren, waar komt het vandaan?

--> Je kunt de precieze informatiebron terugvinden.

Slide 11 - Tekstslide

Soms is de informatie onbetrouwbaar, onvolledig of slordig

Slide 12 - Tekstslide