Herhaling: thema 2 - Level 3 & 4

• Economie
• Secundair onderwijs

Herhaling: thema 2 - Level 3 & 4

Rangschik de 4 marktvormen van de voordeligste => nadeligste voor de consumenten

Welke kenmerk is fout voor de MONOPOLIE

1. één producent
2. heterogeen product
3. gesloten markt
4. veel consumenten

Welke kenmerk is fout voor de OLIGOPOLIE

1. enkele producent
2. veel conumenten
3. homogeen product
4. gesloten markt

Welke kenmerk is fout voor de MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE

1. heterogeen en homogeen producten
2. veel consumenten
3. veel producenten
4. open markt

Welke kenmerk is fout voor de PERFECTE COMPETITIE

1. homogeen producten
2. gesloten markt
3. veel producenten
4. veel consumenten

Welke marktvorm is correct?

1. monopolie
2. oligopolie
3. monopolistische concurrentie
4. perfecte competitie

Welke marktvorm is correct?

1. monopolie
2. oligopolie
3. monopolistische concurrentie
4. perfecte competitie

Welke marktvorm is correct?

1. monopolie
2. oligopolie
3. monopolistische concurrentie
4. perfecte competitie

Welke marktvorm is correct?

1. strategisch monopolie
2. wettelijk monopolie (patent)
3. wettelijk monopolie (licentie)
4. wettelijk monopolie (franchise)

Welke marktvorm is correct?

1. monopolie
2. oligopolie
3. perfecte competitie
4. monopolistische concurrentie

Welke marktvorm is correct?

1. structureel monopolie
2. structureel of technologisch monopolie
3. wettelijk monopolie (patent)
4. strategisch monopolie

Welke marktvorm is correct?

1. monopolie
2. oligopolie
3. monopolistische concurrentie
4. perfecte concurrentie

Welke marktvorm is correct?

1. technologisch monopolie
2. wettelijk monopolie (licentie)
3. wettelijk monopolie (patent)
4. wettelijk monopolie (franchise)

Iemand die in de winter de sneeuw van zijn stoep veegt. Is een ...

1. positieve externe effect
2. negatieve externe effect

Fastfoodrestaurants die veel afval veroorzaken. Is een ...

1. positieve externe effect
2. negatieve externe effect

Een straatartiest die muziek speelt op een plein. Is een ...

1. positieve externe effect
2. negatieve externe effect

Bepaal het marktevenwicht

Wat is "asymmetrische informatie"?

1. Wanneer niet alle partijen over evenveel en dezelfde informatie beschikken
2. wanneer beide partijen exact dezelfde informatie hebben
3. Het delen van informatie door een bedrijf met alle klanten op een gelijke manier

Wat zijn "kartels"?

1. Een legaal samenwerkingsverband tussen bedrijven om samen producten te ontwikkelen
2. Geheime afspraken tussen bedrijven om prijzen hoog te houden
3. Een organisatie die toezicht houdt op eerlijke concurrentie

Wat zijn "fusies"?

1. Een afspraak tussen bedrijven om hun prijzen te verlagen en zo de concurrentie te beperken
2. Tijdelijke samenwerking tussen bedrijven om een specifiek project uit te voeren
3. Wanneer twee bedrijven samen één nieuw bedrijf vormen

Wat is een clementieprogramma?

1. Een programma waarbij bedrijven belastingvoordelen krijgen voor het investeren in technologie
2. Een programma waarbij de overheid mensen minder straffen als ze fraude melden
3. Een programma waarbij de overheid de lonen van werknemers verhoogt
4. Een programma waarin iemand wordt beloond voor goed gedrag tijdens detentie

Welke goed is correct?

1. privaat goed
2. gemeenschappelijk goed
3. clubgoed
4. publiek goed

Welke goed is correct?

1. privaat goed
2. gemeenschappelijk goed
3. clubgoed
4. publiek goed

Welke goed is correct?

1. privaat goed
2. gemeenschappelijk goed
3. clubgoed
4. publiek goed

Welke goed is correct?

1. privaat goed
2. gemeenschappelijk goed
3. clubgoed
4. publiek goed