Herhaling: thema 2 - Level 4

Herhaling: thema 2 - Level 3 & 4
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling: thema 2 - Level 3 & 4

Slide 1 - Tekstslide

Rangschik de 4 marktvormen van de voordeligste => nadeligste voor de consumenten

Slide 2 - Open vraag


Welke marktvorm is correct?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
perfecte competitie

Slide 3 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
perfecte competitie

Slide 4 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
perfecte competitie

Slide 5 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
strategisch monopolie
B
wettelijk monopolie (patent)
C
wettelijk monopolie (licentie)
D
wettelijk monopolie (franchise)

Slide 6 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
monopolie
B
oligopolie
C
perfecte competitie
D
monopolistische concurrentie

Slide 7 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
structureel monopolie
B
structureel of technologisch monopolie
C
wettelijk monopolie (patent)
D
strategisch monopolie

Slide 8 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
perfecte concurrentie

Slide 9 - Quizvraag


Welke marktvorm is correct?
A
technologisch monopolie
B
wettelijk monopolie (licentie)
C
wettelijk monopolie (patent)
D
wettelijk monopolie (franchise)

Slide 10 - Quizvraag

Iemand die in de winter de sneeuw van zijn stoep veegt. Is een ...
A
positieve externe effect
B
negatieve externe effect

Slide 11 - Quizvraag

Fastfoodrestaurants die veel afval veroorzaken. Is een ...
A
positieve externe effect
B
negatieve externe effect

Slide 12 - Quizvraag

Een straatartiest die muziek speelt op een plein. Is een ...
A
positieve externe effect
B
negatieve externe effect

Slide 13 - Quizvraag

Bepaal het marktevenwicht

Slide 14 - Open vraag

Wat is "asymmetrische informatie"?
A
Wanneer niet alle partijen over evenveel en dezelfde informatie beschikken
B
wanneer beide partijen exact dezelfde informatie hebben
C
Het delen van informatie door een bedrijf met alle klanten op een gelijke manier

Slide 15 - Quizvraag

Wat is "adverse selectie"?
A
Het vermijden van risicovolle keuzes door extra onderzoek te doen.
B
Een situatie waarin iemand meer risico neemt omdat hij verzekerd is.
C
Een slechte keuze maken omdat je niet alle informatie hebt.
D
Een bewuste keuze maken op basis van alle beschikbare informatie.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is "Moral hazard"?
A
Iemand gaat zich anders gedragen als hij geen risico of gevolgen loopt.
B
Een situatie waarin mensen beter onderzoek doen voordat ze een keuze maken.
C
Het niet kunnen onderscheiden van goede en slechte keuzes door gebrek aan informatie.
D
Een situatie waarin iedereen dezelfde risico’s loopt, ongeacht gedrag.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is "Screening"?
A
Het bewust nemen van extra risico’s zonder gevolgen.
B
Informatie verzamelen om een betere keuze te maken.
C
Het maken van een beslissing zonder rekening te houden met beschikbare gegevens.
D
Het vermijden van keuzes door gebrek aan informatie.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn "kartels"?
A
Een legaal samenwerkingsverband tussen bedrijven om samen producten te ontwikkelen
B
Geheime afspraken tussen bedrijven om prijzen hoog te houden
C
Een organisatie die toezicht houdt op eerlijke concurrentie

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn "fusies"?
A
Een afspraak tussen bedrijven om hun prijzen te verlagen en zo de concurrentie te beperken
B
Tijdelijke samenwerking tussen bedrijven om een specifiek project uit te voeren
C
Wanneer twee bedrijven samen één nieuw bedrijf vormen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een clementieprogramma?
A
Een programma waarbij bedrijven belastingvoordelen krijgen voor het investeren in technologie
B
Een programma waarbij de overheid mensen minder straffen als ze fraude melden
C
Een programma waarbij de overheid de lonen van werknemers verhoogt
D
Een programma waarin iemand wordt beloond voor goed gedrag tijdens detentie

Slide 21 - Quizvraag


Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 22 - Quizvraag


Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 23 - Quizvraag


Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 24 - Quizvraag


Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 25 - Quizvraag

Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 26 - Quizvraag

Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 27 - Quizvraag

Welke goed is correct?
A
privaat goed
B
gemeenschappelijk goed
C
clubgoed
D
publiek goed

Slide 28 - Quizvraag