6.1 Europa na Napoleon

Hoofdstuk 6: Nationalisme en imperialisme
6.1 Europa onder Napoleon
Tijd van burgers en stoommachines, 1800-1900
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Nationalisme en imperialisme
6.1 Europa onder Napoleon
Tijd van burgers en stoommachines, 1800-1900

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je:
  • Hoe grote staten in Europa de vrede bewaakten.
  • Hoe het nationalisme opkwam.
  • Hoe de Frans-Duitse oorlog ontstond en verliep.
  • Hoe de internationale spanningen toenamen.

Slide 3 - Tekstslide

Congres van Wenen
  • Na de val van Napoleon vondt het congres van Wenen (1814-1815) plaats om Europa opnieuw te verdelen. De vijf grote mogendheden Oostenrijk, Rusland, Pruisen, Groot-Britannië en Frankrijk bepaalden alles.
  • Het doel van het congres was om in de toekomst de vrede in Europa te bewaren.
  • Om dit te bereiken werd Frankrijk niet zwakker gemaakt, maar andere landen juist sterker.
  • Zo was er een machtsevenwicht.
  • Er zouden in de 19e eeuw regelmatig conferenties gehouden worden om de vrede te bewaren.
Op de afbeelding zie je de leiders van de Europese landen bij elkaar op het congres van Wenen.

Slide 4 - Tekstslide

Nationalisme
  • Door de Franse Revolutie en de successen van Napoleon was de Franse bevolking zich meer verbonden gaan voelen.
  • Ook Duitstalige mensen waren zich door de overheersing van Napoleon als één natie (staat van één volk) gaan voelen.
  • Dit nationalisme was ook bij andere volken ontstaan.
  • Veel Europese staten heerste echter over meerdere verschillende volken.
  • Door het nationalisme groeiden bij sommige volken het verlangen naar een eigen staat.

Slide 5 - Tekstslide

De Frans-Duitse oorlog
  • Na het congres van Wenen bestonden de Duitstalige gebieden uit 39 onafhankelijke koninkrijken, vorstendommen en stadstaten.
  • In de grootste Duitse staat Pruisen wilde de regeringsleider, kanselier Bismarck de Duitse eenheid tot stand brengen met 'bloed en ijzer'.
  • Bismarck wilde de Duitse eenheid bereiken met een oorlog tegen Frankrijk. Alle Duitse staten droegen haat voor Frankrijk en zouden zich achter Pruisen scharen.
  • De oorlog werd een bloedbad door alle nieuwe dodelijke wapens van de industriële revolutie.
Het brein achter de Duitse eenwording, Otto von Bismarck

Slide 6 - Tekstslide

Het Duitse Keizerrijk
  • In 1871 moest Frankrijk zich overgeven.
  • Na de nederlaag moest Frankrijk de grensprovincie Elzas-Lotharingen afstaan aan Duitsland.
  • Om Frankrijk te vernederen werd het nieuwe Duitse Keizerrijk uitgeroepen in de spiegelzaal van het paleis van Versailles.
  • De Pruisische koning Wilhelm werd uitgeroepen tot keizer Wilhem I van het Duitse Keizerrijk.
  • Alle 39 Duitstalige staatjes vormden nu één staat.
De uitroeping van het Duitse Keizerrijk in het paleis van Versailles.
De eerste Duitse keizer Wilhelm I.

Slide 7 - Tekstslide

De zieke man van Europa
  • In Europa was er nog een zesde grote mogenheid die in de 19e eeuw in verval raakte, het Ottomaanse Rijk.
  • Het Ottomaanse Rijk was een multi-etnische staat. Dit maakte het bestuur erg moeilijk.
  • De Serviërs en Bulgaren wilden bijvoorbeeld onafhankelijk worden van de Ottomanen.
  • Rusland vergrootte zijn macht ten koste van het Ottomaanse rijk.
  • Hierdoor moest de Ottomaanse sultan steeds meer macht inleveren.
De Ottomaanse sultan Abdoel Hamid II kijkt toe hoe de Oostenrijkse keizer Frans-Jozef en de Bulgaarse tsaar Ferdinand delen van zijn rijk overnemen.

Slide 8 - Tekstslide

Welke mogendheid had geen inspraak op het Congres van Wenen?
A
Rusland
B
Frankrijk
C
Het Ottomaanse Rijk
D
Pruisen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent nationalisme?

Slide 10 - Open vraag

Waarom wilde Bismarck de Duitse eenwording bereiken door een oorlog tegen Frankrijk?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Je weet nu:
  • Hoe grote staten in Europa de vrede bewaakten.
  • Hoe het nationalisme opkwam.
  • Hoe de Frans-Duitse oorlog ontstond en verliep.
  • Hoe de internationale spanningen toenamen.

Slide 13 - Tekstslide

zelfstandig werken
Wat: Lezen 6.1  opdr. 2 tm 11
samen:
B:8
i:3-8

Slide 14 - Tekstslide

evaluatie
Hoe ging het?
punten behaald?

Slide 15 - Tekstslide