1. Leenheren en leenmannen

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


  • Bespreking leerdoelen
  • Intro nieuw hoofdstuk
  • Leerdoel 1 t/m 3
  • Maken opdracht blz. ... en ... in stilte.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over de Middeleeuwen?

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders. Deze tijd wordt ook wel de vroege middeleeuwen genoemd
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1. Je kunt benoemen hoe dit tijdvak en periode heet.

 
2. Je kunt uitleggen waarom deze tijd de Tijd van Monniken en Ridders wordt genoemd.

3. Je kunt benoemen in welk jaar dit tijdvak begint en eindigt.

Slide 6 - Tekstslide

1. Je kunt benoemen hoe dit tijdvak en periode heet.
Tijd van Monniken en Ridders en Vroege Middeleeuwen
  
2. Je kunt uitleggen waarom deze tijd de Tijd van Monniken en Ridders wordt genoemd.
Monniken reisden om hun geloof te verspreiden en Ridders met hun legers om land te veroveren.

3. Je kunt benoemen in welk jaar dit tijdvak begint en eindigt.
500 tot 1000

Slide 7 - Tekstslide

Nu: 
Test jezelf op de eerste leerdoelen!

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heet het nieuwe tijdvak?
A
Oudheid
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
Grieken en Romeinen

Slide 9 - Quizvraag

Welke tijd hoort bij dit tijdvak?
A
3000 v. Chr. tot 500 n
B
500 tot 1000
C
500 tot 1500
D
800 tot 1500

Slide 10 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij dit tijdvak?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor dit tijdvak?
A
Oudheid
B
Moderne tijd
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 12 - Quizvraag

Nu: 
In stilte maken blz. .... en .....

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Leerdoel 4, 5 en 6:
4. Je kunt uitleggen wie de Franken waren.
5. Je kunt benoemen waarom Karel de Grote een belangrijke koning was.
6. Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte (begrippen: edelen, leenheer, leenman).

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel 4:
Wie waren de Franken?

  • De Franken waren het machtigste Germaanse volk. 
  • Karel de Grote werd keizer van de Franken: Frankrijk, Nederland, België en een deel van Duitsland.

Slide 16 - Tekstslide

De Franken in 481
De Franken in 759

Slide 17 - Tekstslide





Video: jullie gaan zelfstandig een video kijken over Karel de Grote. Je geeft antwoord op leerdoel 6 en daarna 5 in je schrift. 

Je kunt op pauze zetten over terugspoelen. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Leerdoel 5:
Je kunt benoemen waarom Karel de Grote een belangrijke koning was.



Karel de Grote liet scholen bouwen en voerde veel oorlogen om het christendom te verspreiden.  

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel 6:
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte (begrippen: edelen, leenheer, leenman).



Karel de Grote (leenheer) gaf edelen (leenmannen) een stuk land in leen. De leenmannen moesten dit land voor Karel besturen (zie schema).

Slide 21 - Tekstslide

Nu: 
Oefenen met leerdoel 1 t/m 6.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heet het nieuwe tijdvak?
A
Oudheid
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
Grieken en Romeinen

Slide 23 - Quizvraag

Welke tijd hoort bij dit tijdvak?
A
3000 v. Chr. tot 500 n
B
500 tot 1000
C
500 tot 1500
D
800 tot 1500

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor dit tijdvak?
A
Oudheid
B
Moderne tijd
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 25 - Quizvraag

Wie waren de Franken?
A
De Fransen, maar dan in de middeleeuwen
B
Een stam uit huidige regio Parijs
C
De machtigste Germaanse stam.
D
De volgelingen van Karel de Grote

Slide 26 - Quizvraag

De Franken worden
A
heidens
B
bijgelovig
C
christelijk
D
moslim

Slide 27 - Quizvraag

Karel de Grote was een..
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 28 - Quizvraag

Dit systeem heet het  ....
leenstelsel 
Leenman
Leenheer
Koning
Edelen

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide



1. Herhaling leerdoel 4, 5 en 6.
2. Leerdoel 7 en 8.
3. Filmpje Vikingen
4. Elkaar overhoren leerdoel 4 t/m 8.


Slide 31 - Tekstslide

Leerdoel 7
Je kunt uitleggen waarom na Karel de Grote het leenstelsel niet meer goed werkte.

Slide 32 - Tekstslide

Lees de tekst en probeer zelf in 1 of 2 zinnen het leerdoel uit de tekst te halen. 
Politieke verdeeldheid

Karel was een machtig vorst en daardoor was zijn rijk een politieke eenheid. Maar hij werd opgevolgd door zwakkere vorsten en daardoor veranderden de verhoudingen tussen leenheren en leenmannen. Hertogen en graven gingen namelijk de geleende gebieden steeds meer als hun eigen behandelen. Ze regeerden hun gebieden zelfstandig: ze zorgden Voor zichzelf en trokken zich weinig aan van hun leenheer. Zwakke koningen konden hier niets tegen doen en vonden het zelfs goed dat de heerschappij over gebieden automatisch overging op de zonen van leenmannen. Hun positie werd erfelijk.

Slide 33 - Tekstslide

7. Je kunt uitleggen waarom na Karel de Grote het leenstelsel niet meer goed werkte.
Karel werd opgevolgd door zwakkere vorsten, waardoor graven en hertogen het gebied als eigen bezit ging beschouwen. Hun positie werd erfelijk.

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoel 8
Je kunt twee redenen geven waarom de Vroege Middeleeuwen een onveilige tijd was in Europa.

Slide 35 - Tekstslide

Lees de tekst over onveiligheid in de middeleeuwen
Een onveilige tijd 

De 9e en 10e eeuw waren een onveilige tijd in Europa Dit kwam niet alleen door de politieke verdeeldheid, maar ook door de invallen van Vikingen. Dit waren Germanen uit Scandinavië die langs de Europese kusten en rivieren met hun lichte en snelle boten kerken en stadjes beroof den. Met de drakenkoppen op hun schepen zagen ze er angstaanjagend uit. Vikingen uit Denemarken plunder den bijvoorbeeld Dorestad. Door de onveiligheid gingen edelen kastelen bouwen om zichzelf en het volk in hun gebied te beschermen. Dit
waren eerst hoge houten gebouwen met daaromheen een gracht en een omheining. Later
werden het stenen vestingen met dikke muren. Edelen namen ook voetsoldaten en ridders (militairen te paard) in dienst om te zorgen voor orde en veiligheid.

Slide 36 - Tekstslide

8. Je kunt twee redenen geven waarom de Vroege Middeleeuwen een onveilige tijd was in Europa.
1. Veel oorlogen tussen koningen (politieke verdeeldheid).
2. Door de invallen van de Vikingen.

Slide 37 - Tekstslide

Vikingen

Slide 38 - Tekstslide

Rooftochten
De Vikingen worden ook wel Noormannen genoemd. Zij leefden in Denemarken, Noorwegen en Zweden in kleine dorpjes bij elkaar.

Deze Noormannen waren erg goed in het bouwen van boten. Ze waren dan ook vaak op rivieren, meren en zeeën te vinden! 

Slide 39 - Tekstslide

Handel en rooftochten
Vikingen deden ook aan handel, maar gingen ook vaak op rooftocht. Dit ging dan met veel geweld. 
De vikingen staan ook bekend om hun geweldadige rooftochten
Kaart van de Vikinggebieden in de 8e (donkerrood), 9e (rood), 10e (oranje) en 11e (geel) eeuw. De groene gebieden waren het slachtoffer van regelmatige rooftochten door Vikingen.

Slide 40 - Tekstslide

Boten van de Vikingen
https://historianet.nl/beschavingen/vikingen/5-redenen-dat-het-langschip-de-vikingen-sterk-maakte
Bron: varende Noormannen. Afbeelding gemaakt rond de 12e eeuw.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Nu:
Overhoor elkaar over leerdoel 4 t/m 8. 

Slide 44 - Tekstslide