In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bespreking leerdoelen
Intro nieuw hoofdstuk
Leerdoel 1 t/m 3
Maken opdrachten in stilte.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weten jullie al over de Middeleeuwen?
Slide 3 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders. Deze tijd wordt ook wel de vroege middeleeuwen genoemd
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
1. Je kunt benoemen hoe dit tijdvak en periode heet.
2. Je kunt uitleggen waarom deze tijd de Tijd van Monniken en Ridders wordt genoemd.
3. Je kunt benoemen in welk jaar dit tijdvak begint en eindigt.
Slide 6 - Tekstslide
1. Je kunt benoemen hoe dit tijdvak en periode heet.
Tijd van Monniken en Ridders en Vroege Middeleeuwen
2. Je kunt uitleggen waarom deze tijd de Tijd van Monniken en Ridders wordt genoemd.
Monniken reisden om hun geloof te verspreiden en Ridders met hun legers om land te veroveren.
3. Je kunt benoemen in welk jaar dit tijdvak begint en eindigt.
500 tot 1000
Slide 7 - Tekstslide
Nu:
Test jezelf op de eerste leerdoelen!
Slide 8 - Tekstslide
Hoe heet het nieuwe tijdvak?
A
Oudheid
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
Grieken en Romeinen
Slide 9 - Quizvraag
Welke tijd hoort bij dit tijdvak?
A
3000 v. Chr. tot 500 n
B
500 tot 1000
C
500 tot 1500
D
800 tot 1500
Slide 10 - Quizvraag
Welk symbool hoort bij dit tijdvak?
A
B
C
D
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een andere naam voor dit tijdvak?
A
Oudheid
B
Moderne tijd
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen
Slide 12 - Quizvraag
Nu:
In stilte maken werkboek blz. 42 en 43
Informatieboek blz. 30 en 31
Nakijken om 10:35.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Bespreken leerdoel 4 en 5 4. Je kunt uitleggen wie de Franken en Karel de Grote waren. 5. Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte (begrippen: edelen, leenheer, leenman).
Hoe?
Uitleg, filmpje en quiz
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoel 4:
Wie waren de Franken en Karel de Grote?
De Franken waren het machtigste Germaanse volk. Het rijk bestond uit Frankrijk, Nederland en België.
Karel de Grote was koning van de Franken.
Slide 16 - Tekstslide
De Franken in 481
De Franken in 759
Slide 17 - Tekstslide
We gaan een filmpje kijken over Karel de Grote.
Noteer in je schrift 1 t/m 9
Beantwoord de vragen.
Let op: wat is het leenstelsel?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Leerdoel 5:
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte (begrippen: edelen, leenheer, leenman).
Karel de Grote (leenheer) gaf edelen (leenmannen) een stuk land in leen. De leenmannen moesten dit land voor Karel besturen (zie schema).
Slide 20 - Tekstslide
Nu: quiz
Oefenen met leerdoel 1 t/m 5.
Slide 21 - Tekstslide
Hoe heet het nieuwe tijdvak?
A
Oudheid
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
Grieken en Romeinen
Slide 22 - Quizvraag
Welke tijd hoort bij dit tijdvak?
A
3000 v. Chr. tot 500 n
B
500 tot 1000
C
500 tot 1500
D
800 tot 1500
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een andere naam voor dit tijdvak?
A
Oudheid
B
Moderne tijd
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen
Slide 24 - Quizvraag
Wie waren de Franken?
A
De Fransen, maar dan in de middeleeuwen
B
Een stam uit huidige regio Parijs
C
De machtigste Germaanse stam.
D
De volgelingen van Karel de Grote
Slide 25 - Quizvraag
De Franken worden
A
heidens
B
bijgelovig
C
christelijk
D
moslim
Slide 26 - Quizvraag
Karel de Grote was een..
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 27 - Quizvraag
Dit systeem heet het ....
leenstelsel
Leenman
Leenheer
Koning
Edelen
Slide 28 - Sleepvraag
Slide 29 - Tekstslide
1. Herhaling leerdoel 4 en 5.
2. Bespreken leerdoel 6 en 7.
3. Filmpje Vikingen
4. Elkaar overhoren leerdoel 4 t/m 8.
Slide 30 - Tekstslide
Leerdoel 6
Je kunt uitleggen waarom na Karel de Grote het leenstelsel niet meer goed werkte.
Slide 31 - Tekstslide
Lees in je tekstboek "politieke verdeeldheid" op blz. 33
Geef antwoord op leerdoel 6:
Je kunt uitleggen waarom na Karel de Grote het leenstelsel niet meer goed werkte.
Slide 32 - Tekstslide
6. Je kunt uitleggen waarom na Karel de Grote het leenstelsel niet meer goed werkte.
Karel werd opgevolgd door zwakkere vorsten, waardoor graven en hertogen het gebied als eigen bezit ging beschouwen. Hun positie werd erfelijk.
Slide 33 - Tekstslide
Leerdoel 7
Je kunt twee redenen geven waarom de Vroege Middeleeuwen een onveilige tijd was in Europa.
Slide 34 - Tekstslide
Lees "een onveilige tijd" op blz. 33
Geef antwoord op leerdoel 7:
Je kunt twee redenen geven waarom de Vroege Middeleeuwen een onveilige tijd was in Europa.
Slide 35 - Tekstslide
7. Je kunt twee redenen geven waarom de Vroege Middeleeuwen een onveilige tijd was in Europa.
1. Veel oorlogen tussen koningen.
2. Door de invallen van de Vikingen.
Slide 36 - Tekstslide
Vikingen
Slide 37 - Tekstslide
Rooftochten
De Vikingen worden ook wel Noormannen genoemd. Zij leefden in Denemarken, Noorwegen en Zweden in kleine dorpjes bij elkaar.
Deze Noormannen waren erg goed in het bouwen van boten. Ze waren dan ook vaak op rivieren, meren en zeeën te vinden!
Slide 38 - Tekstslide
Handel en rooftochten
Vikingen deden ook aan handel, maar gingen ook vaak op rooftocht. Dit ging dan met veel geweld.
De vikingen staan ook bekend om hun gewelddadige rooftochten
Kaart van de Vikinggebieden in de 8e (donkerrood), 9e (rood), 10e (oranje) en 11e (geel) eeuw. De groene gebieden waren het slachtoffer van regelmatige rooftochten door Vikingen.