Les 5
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent werkplekleren?
Slide 2 - Open vraag
In de evaluatiebundel markeer je oranje:
A
Alle modules
B
Alle modules die je op dit moment volgt
C
Alle algemene onderdelen van alle modules
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer laat je de urenplanning (VDAB en school) aftekenen
A
Elke dag
B
Elke week
C
Elke maand
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer moet het urenblad van VDAB afgegeven worden?
A
na elke week
B
na elke maand
C
op het einde van het semester
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer vraag je feedback aan de collega's
A
elke dag
B
elke week
C
elke maand
D
net voor het tussentijds gesprek
Slide 6 - Quizvraag
Hoe vul je de evaluatiebundel in?
A
Je schrijft goed, ok, of nog niet goed naast de competenties.
B
Je schrijft alleen maar wat er goed loopt.
C
Je vult voorbeelden in hoe je aan een competentie gewerkt hebt
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer vul je de evaluatiebundel in?
A
elke dag
B
elke week
C
elke maand
D
net voor het tussentijds en eindgesprek
Slide 8 - Quizvraag
Wie vertelt aan de werkplekcoach hoe het met je gaat op de werkplek?
A
Jijzelf start het gesprek
B
De mentor start het gesprek
Slide 9 - Quizvraag
Wie maakt na het tussentijds gesprek een verslag op?
A
De mentor
B
De werkplekcoach
C
Jijzelf
Slide 10 - Quizvraag
Wat beschrijf je in het tussentijds verslag na het gesprek?
A
Je sterke punten en werkpunten
B
Voorbeelden die tonen hoe je aan de competenties werkt.
C
Afspraken die gemaakt werden op de stageplaats
Slide 11 - Quizvraag
Kan je nog slagen voor het werkplekleren als je met het tussentijds gesprek 7 werkpunten kreeg?
A
Ja, dat kan zeker.
B
Nee, dat zijn teveel werkpunten.
Slide 12 - Quizvraag
Waarop word je tijdens het werkplekleren beoordeeld?
A
Alle competenties van een kinderbegeleider
B
Alle competenties van de modules waarvoor je ingeschreven bent
C
Alle algemene onderdelen van alle competenties.
Slide 13 - Quizvraag
Hoe verloopt het eindgesprek
A
De mentor vertelt of ik geslaagd ben.
B
De werkplekcoach bespreekt alle competenties.
C
De werkplekcoach vraagt hoe ik gegroeid ben in de werkpunten.
D
De werkplekcoach beslist of ik geslaagd ben.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen werkplekleren en stage?
A
Tijdens de eindstage ga ik naar een kleuterschool.
B
Tijdens het werkplekleren voer ik niet alle taken uit.
C
Tijdens de eindstage word ik op alle 15 competenties beoordeeld.
D
Er is geen verschil.
