Les 12 VO2 Yannick Peters

Les 12 VO2
Zaterdag 16 november 2024
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 12 VO2
Zaterdag 16 november 2024

Slide 1 - Tekstslide

Leesdoel

Slide 2 - Tekstslide

Koppelteken
  • Koppeltekens gebruiken wij om sommige woorden te verbinden

Slide 3 - Tekstslide

Koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 4 - Tekstslide

Koppelteken
  • Vaste samenkoppelingen die anders onoverzichtelijk lijken
    vergeet-me-nietjes, heen-en-weer
  • Samenstellingen met 'botsende klinkers'
    camera-instellingen, zo-even
  • samenstellingen met afkortingen die je als letters uitspreekt
    mbo-niveau, a4-formaat
  • Sint-Nicolaas

Slide 5 - Tekstslide

Koppelteken
  • Sommige plaatsnamen/woorden
    's-Hertogenbosch, Noord-Ierland, West-Afrikaan
  • Woorden die beginnen met adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-
  • Woorden met namen
    pro-Europees, anti-Amerika
  • In samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden:
    - paars-groen, bar-discotheek

Slide 6 - Tekstslide

Welke is goed?
A
Zuid Duitsland
B
Zuid-Duitsland

Slide 7 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Kant en klaar
B
Kant-en-klaar

Slide 8 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Pincode
B
Pin-code

Slide 9 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Televisieantenne
B
Televisie-antenne

Slide 10 - Quizvraag

Welke is goed?
A
TV-antenne
B
TVantenne

Slide 11 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Nonactief
B
Non-actief

Slide 12 - Quizvraag

Weglatingsstreepje
Soms laten we een deel van een samenstelling weg als we twee samenstellingen zeggen die een woord gemeen hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Weglatingsstreepje
We laten dan een streepje in het deel wat weg is gehaald

kerstballen en -versieringen
in- en uitloggen

Slide 14 - Tekstslide

Fictie

Slide 15 - Tekstslide

Setting
Een boek speelt zich af in een duidelijke omgeving. 
Een schrijver besteedt meestal veel tijd aan het beschrijven van de plaats, tijd en omstandigheden van het verhaal. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kan een schrijver sfeer bouwen?

Slide 17 - Woordweb

Tijd
Verhalen bewegen door de tijd. Dit maakt ze anders dan foto's, beelden en schilderijen, die momentopnames zijn

Slide 18 - Tekstslide

Tijd
Boeken zijn of chronologisch, of niet-chronologisch

Wat betekent dit?

Slide 19 - Tekstslide

Tijd
Boeken zijn of chronologisch, of niet-chronologisch

Wat betekent dit?

Slide 20 - Tekstslide

Tijd
Een tijdsprong is wanneer het verhaal veel tijd overslaat, zoals een maand, of een jaar. Hierin is het duidelijk dat er in de tussentijd dingen gebeurd zijn. 

Slide 21 - Tekstslide

Tijd
Een flashback is wanneer het verhaal ineens naar veel eerder springt om meer context te geven

Slide 22 - Tekstslide

Mondeling Verslag

Slide 23 - Tekstslide

Mondeling Verslag 
Jullie gaan voor volgende week een mondeling verslag opnemen


Slide 24 - Tekstslide