Proeftoets mens en zorg H9+10

Proeftoets H9+10
Mens en Zorg
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Proeftoets H9+10
Mens en Zorg

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is je nog bij gebleven van de vorige lessen?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel
Aan het einde van de les ken/herken jij verschillende ziektes 
Aan het einde van de les weet jij wat zorgtechnologie inhoud     

Slide 3 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat diagnose is.

Slide 4 - Open vraag

Hoe noem je de tijd tussen het moment van besmetting en de dag dat de ziekte aanbreekt?
A
immuniteit
B
ontstekingsperiode
C
incubatietijd
D
uitbraak

Slide 5 - Quizvraag

Ziektekiemen
Immuun voor een ziekte
Afweersysteem
Diagnose 
Onderzoeken, symptomen controleren, vaststellen om welke ziekte het gaat. 
 Beschermt het lichaam tegen infectieziekten
Je kan de ziekte niet meer krijgen
Virus

Slide 6 - Sleepvraag

Geef een omschrijving van:
BACTERIE

Slide 7 - Open vraag


Wat zijn symptomen?
A
De vaccinaties om een ziekte te voorkomen
B
De verschijnselen waaraan je een ziekte kunt herkennen
C
De risico's die je loopt om besmet te worden
D
De tijd tussen besmetting en het ziek worden

Slide 8 - Quizvraag

Waar kan je het best de temperatuur meten voor het meest betrouwbare resultaat?
A
In de anus
B
In het oor
C
Onder de oksel
D
Onder de tong

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer heb je koorts?
A
Boven 40 graden Celsius
B
Boven 39 graden Celsius
C
Boven 38 graden Celsius
D
Boven 37 graden Celsius

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de juiste symptomen naar het zwarte vak

Overgeven
Symptomen van voedselvergiftiging
Diarree

Misselijkheid
Koorts

Stuiptrekkingen

Stijfheid van de nek

Slide 11 - Sleepvraag

Koppel de ziekte aan de juiste symptomen
Benauwdheid, geirriteerde slijmvliezen
Blijvende vermoeidheid, pijn op de borst
Buikpijn en buikkrampen
Problemen met spreken en begrijpen, vergeetachtig
Verdikking of bobbel in het lichaam
Snel buiten adem raken, kortademig zijn en hoesten
Astma
COPD
Dementie
Hart- en
 vaatziekten
Kanker
Voedsel-
vergiftiging

Slide 12 - Sleepvraag

Wat zijn vrij verkrijgbare medicijnen?





A
Medicijnen die door de zorgverzekering worden vergoed.
B
Medicijnen die je alleen bij de apotheek kunt krijgen als de dokter ze voorschrijft
C
Medicijnen die je kunt kopen bij een apotheek of winkel zonder dat je daar een recept voor nodig hebt.
D
Medicijnen die je met één recept meerdere malen bij de apotheek kunt krijgen.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een bijsluiter?
A
Iemand die je de medicijnen geeft.
B
Het briefje in het doosje waar informatie op staat.
C
De medicijnen in het doosje.
D
Het etiket op het doosje.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor infectie?

Slide 15 - Open vraag

Wat is een ander woord voor CVA?
A
Beroerte
B
Hartinfarct
C
Longontsteking
D
Ziekte van Parkinson

Slide 16 - Quizvraag

Alzheimer
hersenbloeding
kleine pasjes en veel beven
ontstoken gewrichten
Parkinson
Dement
Reuma
CVA

Slide 17 - Sleepvraag

Wordt astma en COPD door roken veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 18 - Quizvraag

Is dementie een ouderdomsziekte?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Als je dementie hebt dan....
A
Raak je je geheugen langzaam kwijt
B
Kun je niet meer zo goed lopen
C
Raak je je baan kwijt
D
Dan heb je vaak hoofdpijn

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van Empathie?
A
Zaterdag werd iedereen opgeroepen een kaarsje te branden voor de slachtoffers van Corona.
B
Je kunnen inleven in een ander.
C
Luisteren naar iemand die net z'n partner is verloren.
D
Tijdens een voetbalwedstrijd woorden naar de scheidsrechter roepen.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is zorgtechnologie?
A
techniek die wordt ingezet om de kwaliteit te verzwaren
B
techniek die wordt ingezet om de kwaliteit te verbeteren
C
techniek alleen voor jongeren in de zorg
D
techniek alleen voor ouderen in de zorg

Slide 22 - Quizvraag

Wat behoort NIET tot een zorgtechnologie
A
Rollator
B
Gehoorapparaat
C
Scootmobiel
D
Leesboek

Slide 23 - Quizvraag

Waar staat EPD voor
A
eigen patiëntendossier
B
eerste patiëntendossier
C
elektronisch patiëntendossier
D
eerlijk patiëntendossier

Slide 24 - Quizvraag

Wat is obstipatie?
A
Diarree
B
Verstopping
C
Benauwdheid
D
Bloedneus

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een voedingssupplement?
A
Een supplement waardoor je super sterk wordt
B
Een supplement van voeding waardoor je blij wordt
C
Een voedingsmiddel dat een aanvulling is op de normale voeding
D
Voedingssupplementen bestaan helemaal niet

Slide 26 - Quizvraag

Einde van de proeftoets.
Wat wil je volgende week nog extra oefenen voor de toets?

Slide 27 - Open vraag