250318 Grammatica §1-7 + thema B §2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom H2a!

Deze spullen heb ik nodig:

• Leesboek
• iPad
• etui

Planning

1. Lezen (10 min)
2. Herhalen grammatica zinsdelen (15 min)
3. Uitleg samengestelde zinnen + oefenen (20 min)
4. Start thema B > mysterie (20 min)

Zinsdelen die je kent en herkent:

Brugklas:

• persoonsvorm
• onderwerp
• lijdend voorwerp
• meewerkend voorwerp
• bijwoordelijke bepaling

2 havo:

• werkwoordelijk gezegde
• naamwoordelijk gezegde
• bijvoeglijke bepaling

Theorie zinsdelen opfrissen

We hebben eerder de volgende zinsdelen behandeld:

1. Werkwoordelijk gezegde = het onderwerp DOET iets
2. Naamwoordelijk gezegde = het onderwerp IS/WORDT iets
3. Bijvoeglijke bepaling = geeft extra informatie BINNEN een zinsdeel (en kan je dus ook weglaten).

Een voorbeeldzin

Tijdens een heerlijke vakantie lijk ik altijd veel meer te eten.

pv = 

(alle werkwoorden) =

ow =

wg / ng =

lv = 

mv =

bwb = 

bvb = 

2 vragen om zelf mee te oefenen:

Ontleed de volgende zinnen. Benoem pv, ow, wg/ng en bvb.

1. Wie van jullie keek uit naar de eerste les na de vakantie?
   pv =
   ow=
   wg/ng =
   bvb =
2. Die treinconducteur schijnt nogal chagrijnig te zijn in de ochtend.
   pv =
   ow =
   wg/ng =
   bvb =

Nu we de lesstof herhaald hebben, wil ik:

De uitleg nog een keer horen

Meer voorbeelden zien

Meer oefeningen maken

De leerstof thuis nog eens bekijken

Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.

Planning

1. Lezen (10 min)
2. Herhalen grammatica zinsdelen (15 min)
3. Uitleg samengestelde zinnen + oefenen (20 min)
4. Start thema B > mysterie (20 min)

Lesdoelen:

• Ik weet het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  
  
• Ik kan hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.

Twee soorten zinnen

Enkelvoudige zin (1 pv):

De docent roept de leerlingen.

De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):

De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Beantwoord de volgende 2 vragen binnen 1:30 minuut.

1. Welke twee enkelvoudige zinnen kun je uit onderstaande zin halen?
2. Zijn het hoofdzinnen of bijzinnen?

                    Ik vroeg de jongen of hij dat vaker had gedaan.

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.

1. Hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

De tuin is nat, doordat het regent.

1. hoofdzin + hoofzin
2. hoofdzin + bijzin

Het meisje slaat haar zusje en zij stompt haar broertje, omdat ze stom doen.

1. hoofdzin + hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + hoofdzin + bijzin
3. hoofdzin + bijzin + bijzin

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?

Annet is zenuwachtig, want......

Hoofdzin

Bijzin

ze heeft nog nooit eerder opgetreden.

morgen moet ze naar de tandarts.

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?

Mijn pianoleraar vond dat ik erg goed had gespeeld,

Hoofdzin

Bijzin

hoewel ik veel foutjes maakte. 

want ik maakte geen foutjes.

Deze meneer beweert dat een blaffende hond niet bijt.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ

Of Nederland snel uit de crisis komt, wachten we maar af.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ

Opdracht

Opdracht

Maak online:

Cursus 5- Grammatica §9:  opdracht 1 t/m 5

Hoe: Zie het stoplicht (alleen of in tweetallen)

Wat: Werkboek + schrift

Klaar: Oefen verder via www.cambiumned.nl 

Planning

1. Lezen (10 min)
2. Herhalen grammatica zinsdelen (15 min)
3. Uitleg samengestelde zinnen + oefenen (20 min)
4. Start thema B > mysterie (20 min)

Thema B > mysteries

We gaan lezen, luisteren, praten en schrijven over mysteries.

Uiteindelijke doel: jullie gaan in tweetallen een aflevering van een podcast maken. Als klas hebben jullie dan straks een serie!

Thema B > mysteries

Thema B > mysteries

1. Alinea 1 is inhoudelijk anders dan de rest van de tekst. In welk opzicht is deze anders? 
   
   
2. Wat is de functie van deze manier van schrijven?
   
   
3. Wil je de discus zelf bekijken nu je dit gezien/gehoord hebt? Leg ook uit waarom! 
   
   
4. ‘Stel dat het iemand lukt om de schijf van Phaistos te ontraadselen, dan kan hij dat niet bewijzen door nog een tekst te ontraadselen.’ (al. 7) Leg dit uit.