Verleden tijd: Oefenen met werkwoordspelling

Verleden tijd: Oefenen met werkwoordspelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verleden tijd: Oefenen met werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie werkwoorden correct spellen in de verleden tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over werkwoordspelling in de verleden tijd?

Slide 3 - Woordweb

Wat is de verleden tijd?
De verleden tijd wordt gebruikt om over gebeurtenissen of acties te praten die al in het verleden zijn gebeurd.

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordschema
Om werkwoorden in de verleden tijd te spellen, gebruiken we het werkwoordschema. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 1
Schrijf de verleden tijd van de volgende werkwoorden: lopen, spelen, kijken.

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden oefening 1
De verleden tijd van lopen is liep, van spelen is speelde, van kijken is keek.

Slide 8 - Tekstslide

Oefening 2
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de zin in: Hij ____ (werken) vorige week aan zijn project.

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord oefening 2
Hij werkte vorige week aan zijn project.

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 3
Schrijf de volgende zinnen in de verleden tijd: Ik speel nu buiten. Zij loopt naar school.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden oefening 3
Ik speelde buiten. Zij liep naar school.

Slide 12 - Tekstslide

Oefening 4
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de zin in: Wij ____ (maken) een taart gisteren.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord oefening 4
Wij maakten een taart gisteren.

Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting
Jullie hebben vandaag geleerd hoe je werkwoorden in de verleden tijd kunt spellen. Blijf oefenen!

Slide 15 - Tekstslide

Vragen?
Hebben jullie nog vragen over werkwoordspelling in de verleden tijd?

Slide 16 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag met het oefenen van de werkwoorden.

Maak het werkblad. Ben je klaar? Dan kom je naar mij om het na te kijken. 

Slide 17 - Tekstslide