Paragraaf 8-9-10-11 voorbereiden toets

Spelling
8-9-10-11
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling
8-9-10-11

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat ik op de toets kan verwachten voor wat betreft  §8 en  §9.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan ik verwachten op de toets?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoel §8
Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordspelling
A
Hij bediend
B
Hij bedient
C
Hij bediendt

Slide 5 - Quizvraag

Ik vind werkwoordspelling (d's en t's)
A
te makkelijk
B
makkelijk
C
oké
D
moeilijk

Slide 6 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
C
De oude man verstuurdt de brief.

Slide 7 - Quizvraag

Wat doe je bij werkwoordspelling het eerst?
A
Ik kijk of het in te vullen woord een persoonsvorm is.
B
Ik kijk in welke tijd de zin staat.
C
Ik kijk wat het onderwerp van de zin is.
D
Ik vul maar gewoon wat in.

Slide 8 - Quizvraag

De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebruik je om te bepalen of een d of t toegevoegd moet worden?
A
't kofschip
B
't ex-kofschip
C
't sexy fokschaap
D
taxi-kofschip

Slide 11 - Quizvraag

't Sexy Fokschaap
ook wel 't x kofschip
eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip
dan -te 

SPEL

Slide 12 - Tekstslide

TaXi - KoFSCHiP
Werkwoord
stam
Fietsen
Fiets
Spelen
Spel
Relaxen
Relax
Koken
Kok
Gamen
Gam
Telen
Tel
Werkwoord
Stam
Duwen
Duw
Tobben
Tobb
Leren
Ler
Coachen
Coach
Proberen
Prober
Durven
Durv

Slide 13 - Tekstslide

´t kofschip-x/ ex-kofschip/ sexy fokschaap

Slide 14 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Maak de planning.
- vm Spelling 8 -

Klaar? Start met lezen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat kan ik verwachten op de toets (§8)?

Slide 16 - Open vraag

Leerdoel §9
Je leert wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Noteer een zwak werkwoord.

Slide 18 - Open vraag

Noteer een sterk werkwoord.

Slide 19 - Open vraag


Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank:
lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank:
hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Slide 20 - Tekstslide

Waar vind(t?) ik het werkwoordschema?
A
Bij 'Handig'.
B
Ingelijst boven mijn bed.
C
Mijn moeder weet alles.
D
In mijn werkboek.

Slide 21 - Quizvraag

Wat ga je doen?
Maak het werkblad.

Klaar? 
1. Maak de planning 'vm Spelling 8' af.
2. Start met lezen.

Slide 22 - Tekstslide

Korte test

Slide 23 - Tekstslide

Werkwoordspelling verleden tijd:
Gisteren (antwoorden) hij snel.

A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoordt

Slide 24 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 25 - Quizvraag

De vorige les (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 26 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Zij begeleiden gisteren de vrouw naar huis .
B
Zij begeleidden gisteren de vrouw naar huis.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 28 - Quizvraag

Wat ga je doen?
Maak de planning 'vm Spelling 9' af.

Klaar?
1. Maak de planning 'vm Spelling 8' af.
2. Start met lezen.

Slide 29 - Tekstslide

Wat kan ik verwachten op de toets (§9)?

Slide 30 - Open vraag

Wat wil ik de volgende les te weten komen?

Slide 31 - Open vraag