Jagers & Boeren > les 5 > Boeren

Jagers & Boeren
Een jager neemt weinig mee
Een boer heeft meer bezit
Boeren zijn afhankelijk van de natuur
Geloven in een natuurgod of hiernamaals
Jagers & Boeren les 5: Boeren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jagers & Boeren
Een jager neemt weinig mee
Een boer heeft meer bezit
Boeren zijn afhankelijk van de natuur
Geloven in een natuurgod of hiernamaals
Jagers & Boeren les 5: Boeren

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 50
De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
        

Slide 3 - Tekstslide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de
volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je leren?

  • Boeren hebben meer persoonlijk bezit
  • Er komt een groter verschil tussen arm/rijk
  • Boeren zijn afhankelijk van de natuur (natuurgodsdienst)
  • Denken over leven en dood: geloof in een hiernamaals

Slide 5 - Tekstslide

De start van veeteelt
Jagers leerden dat ze dieren tam konden maken. Schapen houden, koeien houden. Ze leerden te melken, te scheren...
Zo begon de veeteelt.

Slide 6 - Tekstslide

Ook leerden mensen steeds betere gereedschappen te maken. Het overleven werd daardoor makkelijker.

Slide 7 - Tekstslide

De natuur de baas
Jagers leren te zaaien en te oogsten. Zo krijgen ze controle over de natuur. Ze hoeven niet alles meer te zoeken, maar bepalen zelf waar het groeit! Dat is toch handiger! Jagers worden langzamerhand boeren. 
Van hot naar hut
Ze zeggen wel eens, van hor naar her. Dan ga je overal heen, alle kanten op. Door de uitvinding van landbouw hoefden jagers niet meer te trekken. Ze maakten daarom betere hutten. Van klei of leem (zeer fijne klei) in plaats van dierenhuiden. 

Slide 8 - Tekstslide

Mensen verzamelen spullen.

Boeren 
hadden 
steeds meer bezit: 
kleding, 
een huis, 
spullen, 
dieren...

Slide 9 - Tekstslide

De eerste boeren doen nog veel met de hand. 

Landbouw was zwaar, maar jagen was nog veel zwaarder!
Door de uitvinding van veeteelt gebruiken ze nu tamme dieren daarvoor...
Hmm...
Welk dier zou dit werk voor me kunnen doen?

Slide 10 - Tekstslide

Groeiend bezit
Een goede boer had meer bezit dan een slecht of luie boer. 
Waar bij de jagers alles van iedereen was, komt er bij de boeren langzamerhand verschil tussen arm en rijk. 
Want de ene heeft veel en en de ander minder...
Meer ossen?
Met een extra os kan je meer land omploegen. Dan kan je weer meer zaden planten of gewas oogsten. Dus had je meer dieren, had je meer kans op meer voedsel. Zie je dat er verschil onstaat tussen arm en rijk?

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb
je nu geleerd?

Slide 12 - Woordweb

Wat ga je leren?

  • Boeren hebben meer persoonlijk bezit ✔
  • Er komt een groter verschil tussen arm/rijk ✔
  • Boeren zijn afhankelijk van de natuur (natuurgodsdienst)
  • Denken over leven en dood: geloof in een hiernamaals

Slide 13 - Tekstslide

Slechte oogst = honger
Boeren waren nu wel afhankelijker (gebonden) aan de natuur. Mistlukte de oogst of was het seizoen slecht, dan was het moeilijker overleven. Vroeger als jager trok je dan gewoon verder. Dat deden boeren minder snel, de hadden meer bezit! 
Waaraan..?
Waaraan herken jij dat dit boeren zijn en geen jagers? 

Slide 14 - Tekstslide

Toneelopdracht
Een drietal spelen 3 oermensen na in de volgende situaties:
-de uitvinding van vuur 
-het zaaien en oogsten van gewassen
-het jagen op een prooi

Slide 15 - Tekstslide

De boeren...

Slide 16 - Tekstslide

Het eerste huis: 
Een lang huis...
long house

Slide 17 - Tekstslide

Iedereen in dezelfde kamer, ook vee! Veilig en warm! 
'Boe, boe', zegt de koe. 
'Als het je niet bevalt ga je maar buiten slapen', zei de boer.
'Ga jij het vuur opstoken in de woonkamer?' 
'Ja, is goed, dan gaan we het vlees braden...'

Slide 18 - Tekstslide

Het wonen werd beter. Wel waren boeren gebonden aan de natuur. Voor dit dak heb je wel riet nodig!
Waar vind je dat?
Potje koken...
Wat schaft de pot? Wat voor potje zal ik koken? Ben ik op tijd voor het eten of vind ik de hond in de pot? Inderdaad...de boeren vonden uit hoe ze konden pottenbakken! Maar niet teveel pottenkijkers erbij! 
Wat zou jij doen?
Een dak van een dierenhuid of bladeren? Of van riet? Wat zou jij doen?  Ga een hut bouwen en leer hoe ze het vroeger deden! 

Slide 19 - Tekstslide

De boeren leren potten te bakken. Zo kunnen ze voedsel bewaren. En ook heel modern: eten uit een kom of van een bord!
Er een potje van maken...

Slide 20 - Tekstslide






Bandkeramiek

Slide 21 - Tekstslide






Trechterbekercultuur

Slide 22 - Tekstslide

Wat heb
je nu geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Video

Boeren bedenken grafrituelen als er iemand doodgaat. 

Ze denken na over een leven na de dood. Herdenken de doden.

Ze leren begraven of cremeren. 
Als jager kon je niet stil blijven staan, je moest verder trekken. Doorgaan! 

Boeren wonen op dezelfde plek. Staan stil.. en gedenken. Begraafplaatsen ontstaan...

Slide 25 - Tekstslide

Mee het graf in.
De doden kregen bezittingen mee. Een goede pijl en boog, of een scherp bot. Dan stond je in het hiernamaals niet met lege handen...
Inpikken!
Een jager zou nòòit een speer, pijl en boog of mes te begraven met een familielid. Waarom niet? Waarom doen boeren dat wel, en jagers dat niet?

Slide 26 - Tekstslide

Wat er overblijft...

Slide 27 - Tekstslide

Dood en begraven
  • Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden

  • Zowel begraven als cremeren: urnenvelden
  • Dat kan, nu ze potten kunnen maken! 

  • Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood
Maak aantekeningen

Slide 28 - Tekstslide

Wat ga je leren?

  • Boeren hebben meer persoonlijk bezit ✔
  • Er komt een groter verschil tussen arm/rijk ✔
  • Boeren zijn afhankelijk van de natuur (natuurgodsdienst) ✔
  • Denken over leven en dood: geloof in een hiernamaals ✔

Slide 29 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je geleerd
hebt over de boeren...

Slide 30 - Woordweb

Volgende les
Van de jagers naar de boeren. Wat ga ik nog leren? Hunebedden?

Slide 31 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 32 - Tekstslide