In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken
Slide 1 - Tekstslide
Ogen
Je kunt een gegeven context beredeneren hoe de verschillende onderdelen van het oog werken bij:
Licht/donker adaptatie
Scherp stellen (+ werking brillen/lenzen)
Diepte zien
BRON: BINAS 87C, §20.2
Slide 2 - Tekstslide
Buitenkant ogen
Je wenkbrauwen, oogleden met wimpers beschermen het oog.
De traanklier produceert traanvocht. Dit beschermt het oog tegen bacteriën en houdt het oog vochtig.
De traanbuis vangt traanvocht op
Slide 3 - Tekstslide
Als je moet huilen dan kan er traanvocht over je wang rollen. Leg uit hoe dit komt. Gebruik in je antwoord de begrippen traanklier en traanbuis
Slide 4 - Open vraag
HARDE OOGVLIES
HOORNVLIES
1
10
6
2
5
BINAS 87C en onderbouw
Slide 5 - Tekstslide
https:
Slide 6 - Link
Hoe zie je?
Licht gaat door je hoornvlies, voorste oogkamer en pupil.
Licht gaat vervolgens door je lens.
Licht valt vervolgens op je netvlies. Lichtreceptoren zetten de prikkels om in impulsen.
Impulsen gaan via je oogzenuw naar de hersenen.
Slide 7 - Tekstslide
Pupilreflex
De streepjes in je iris zijn de spiertjes (antagonisten).
- lengtespiertjes
- kringspiertjes
Pupilreflex (autonome zenuwstelsel) afhankelijk van hoeveelheid licht.
Voorkomt overbelichting netvlies.
Slide 8 - Tekstslide
Bekijk de ogen van deze kat. Welk antwoord klopt er?
A
De pupil van de kat is klein. Kringspieren zijn aangespannen, lengtespieren zijn ontspannen
B
De pupil van de kat is klein. Kringspieren zijn ontspannen, lengtespieren zijn aangespannen
C
De pupil van de kat is groot. Kringspieren zijn aangespannen, lengtespieren zijn ontspannen
D
De pupil van de kat is groot. Kringspieren zijn ontspannen, lengtespieren zijn aangespannen
Slide 9 - Quizvraag
Scherp stellen
Beelden worden verkleind en omgekeerd geprojecteerd
Ieder beeldpunt buiten wordt één beeldpunt op het netvlies
door breking van licht bij hoornvlies/lens/glasachtig lichaam
gebruik bron 13 uit je boek niet
Slide 10 - Tekstslide
accommoderen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Als het straalvormig lichaam om de lens heen ontspannen is, zijn de lensbandjes gespannen. De lens is dan platter en je ziet in de verte scherp.
Als het straalvormig lichaam om de lens heen gespannen is, zijn de lensbandjes ontspannen. De lens is dan boller en je ziet dichtbij scherp.
Slide 13 - Tekstslide
Doorsnede netvlies en vaatvlies
Een deel van het licht zal toch achter het netvlies vallen. Om te zorgen dat dit niet terugkaatst op het netvlies heb je speciale pigmentcellen
Pigmentcellen absorberen licht, waardoor licht niet kan terugkaatsen naar het netvlies
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen bijziendheid en verziendheid?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Neem over en vul in (3 min)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Tomas is op vakantie in de bergen en geniet van het uitzicht. Dan loopt hij even een hut in en kijkt hij op zijn wandelkaart om te zien hoe hij verder moet lopen. Wat gebeurt er in zijn ogen om de kaart te kunnen lezen?
A
kringspiertjes trekken samen,
B
straallichaam trekt samen
C
kringspiertjes ontspannen
D
straallichaam ontspant
Slide 20 - Quizvraag
Petra probeert de kleine lettertjes van een contract te lezen, haar:
A
lensbandjes zijn slap, de lens wordt platter
B
lensbandjes staan strak, de lens wordt platter
C
lensbandjes zijn slap, de lens wordt boller
D
lensbandjes zijn strak, de lens wordt boller
Slide 21 - Quizvraag
Mo ziet niet goed. Veraf is alles onscherp. Bij hem
A
Is de oogbol te lang, hij heeft een + bril nodig
B
is de oogbol te lang, hij heeft een - bril nodig
C
is de oogbol te kort, hij heeft een - bril nodig
D
is de oogbol te kort, hij heeft een + bril nodig
Slide 22 - Quizvraag
chiasma
chiasma opticum
oogzenuwen "kruisen" en een deel van de zenuwen gaat naar de andere hersenhelft
afstand en diepte zien
Slide 23 - Tekstslide
Mensen met maar 1 oog hebben meer moeite met tennissen dan mensen met 2 ogen. Leg uit hoe dat komt.