Je kunt een gegeven context beredeneren hoe de verschillende onderdelen van het oog werken bij:
Licht/donker adaptatie
Scherp stellen (+ werking brillen/lenzen)
Diepte zien
bron 13 in je boek is waardeloos, niet gebruiken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
DOELEN
Je kunt een gegeven context beredeneren hoe de verschillende onderdelen van het oog werken bij:
Licht/donker adaptatie
Scherp stellen (+ werking brillen/lenzen)
Diepte zien
bron 13 in je boek is waardeloos, niet gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
HARDE OOGVLIES
HOORNVLIES
1
2
3
4
5
BINAS 87C en onderbouw
Slide 2 - Tekstslide
https:
Slide 3 - Link
Je bent in huis en je ruikt gas, wat gebeurt er achtereenvolgens?
1
2
3
4
5
Je wordt je bewust van de geur
je sluit de gaskraan
hersenen sturen een opdracht naar je spieren
Geurmoleculen komen op je neusslijmvlies
je reukzintuig stuurt een impuls naar de hersenen
Slide 4 - Sleepvraag
hoeveelheid licht
Pupilreflex
Pigmentcellen in het netvlies (langzaam)
Slide 5 - Tekstslide
Pupilreflex
Slide 6 - Tekstslide
Pupilreflex
Slide 7 - Tekstslide
doorsnede netvlies en vaatvlies
Slide 8 - Tekstslide
Scherp stellen
Beelden worden verkleind en omgekeerd geprojecteerd
Ieder beeldpunt buiten wordt één beeldpunt op het netvlies
door breking van licht bij hoornvlies/lens/glasachtig lichaam
gebruik bron 13 uit je boek niet
Slide 9 - Tekstslide
lichtbreking
Op het grensvlak tussen transparante objecten, vloeistoffen en gassen verandert de richting van lichtstralen
Slide 10 - Tekstslide
bolle lens convergeert lichtstralen
holle lens divergeert lichtstralen
Slide 11 - Tekstslide
accommoderen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Als het straalvormig lichaam om de lens heen ontspannen is, zijn de lensbandjes gespannen. De lens is dan platter en je ziet in de verte scherp.
Als het straalvormig lichaam om de lens heen gespannen is, zijn de lensbandjes ontspannen. De lens is dan boller en je ziet dichtbij scherp.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Tomas is op vakantie in de bergen en geniet van het uitzicht. Dan kijkt hij op zijn wandelkaart om te zien hoe hij verder moet lopen. Wat gebeurt er in zijn ogen om de kaart te kunnen lezen?
A
kringspiertjes trekken samen,
B
straallichaam trekt samen
C
kringspiertjes ontspannen
D
straallichaam ontspant
Slide 18 - Quizvraag
Petra probeert de kleine lettertjes van een contract te lezen, haar:
A
lensbandjes zijn slap, de lens wordt platter
B
lensbandjes staan strak, de lens wordt platter
C
lensbandjes zijn slap, de lens wordt boller
D
lensbandjes zijn strak, de lens wordt boller
Slide 19 - Quizvraag
Mo ziet niet goed. Veraf is alles onscherp. Bij hem
A
Is de oogbol te lang, hij heeft een + bril nodig
B
is de oogbol te lang, hij heeft een - bril nodig
C
is de oogbol te kort, hij heeft een - bril nodig
D
is de oogbol te kort, hij heeft een + bril nodig
Slide 20 - Quizvraag
chiasma
chiasma opticum
oogzenuwen "kruisen" en een deel van de zenuwen gaat naar de andere hersenhelft
afstand en diepte zien
Slide 21 - Tekstslide
Mensen met maar 1 oog hebben meer moeite met tennissen dan mensen met 2 ogen. Leg uit hoe dat komt.