Economisch Burgerschap Les 3 Economie en de Wereld

Burgerschap

Economie en de Wereld

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap

Economie en de Wereld

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Leerdoelen van deze week
- Theorie Economie en de Wereld (in 1 les!)
- Zelf praktijkopdrachten maken uit Generation 24/7
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Aan het einde van deze week:
- ben je je bewust van jouw consumentengedrag en kan je dit koppelen aan de marktwerking. 

- kan je uitleggen hoe vraag en aanbod de prijs van en product of dienst bepalen. 

- de student begrijpt hoe de kloof tussen arm en rijk is ontstaan en groter wordt. 

Zodat je je bewust bent van jouw rol als consument en de keuzes die je hebt.  

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering

Door globalisering is de wereld veel kleiner geworden; 
Producten uit andere landen zijn makkelijk te verkrijgen;
 

Slide 4 - Tekstslide

Economie en de wereld

Door globalisering is het aanbod van producten en diensten groter geworden. 

Als een consument meer keuzes heeft - is er meer concurrentie tussen producenten.


Slide 5 - Tekstslide

World Economic Forum: 

Wat is het? 
Doel? 
Democratisch? Wat vinden jullie ervan? 
Goed voor globalisering.. 

Slide 6 - Tekstslide

Concurrentie
Voordeel: 
*goedkopere en betere producten
*consumenten kunnen meer kopen
Nadeel: 
*minder aandacht voor ethische normen (bijv.  goedkope arbeid/ producten uit China slecht voor milieu). 
*sommige bedrijven hebben zo'n voorsprong en zijn daardoor zo groot geworden dat er sprake is van een monopoliepositie. 

Slide 7 - Tekstslide

Monopolie = slecht voor consument
- de verkoper kan de prijs bepalen, want de koper heeft geen keuze
- de verkoper wordt niet "gedwongen" om zijn product te verbeteren

- natuurlijke monopolies: zo gegroeid of ontstaan (bijv. Prorail, Facebook)
- illegale monopolies: prijsafspraken / fusies en overnames

Slide 8 - Tekstslide

Google kreeg een boete van 2,4 miljard van de Europese Unie omdat zij haar eigen diensten voorrang geeft in de zoekresultaten (dat beperkt de toegang tot de markt voor anderen en dat mag niet).

Facebook, Apple, Google, Microsoft, Amazon: zijn zo groot geworden dat concurrentie door anderen feitelijk onmogelijk is. 


Slide 9 - Tekstslide

Marktwerking
Bedrijven met een monopolie positie belemmeren de marktwerking: 

Marktwerking = het tot stand komen van een evenwichtsprijs voor goederen of diensten, wanneer er een gegeven verhouding bestaat tussen vraag en aanbod.

Slide 10 - Tekstslide

Marktwerking:
- meer vraag dan aanbod = prijs stijgt
- meer aanbod dan vrag = prijs daalt 

In dit systeem is er concurrentie tussen verkopers. 
Dat is goed voor de consument (betere kwaliteit, goedkoper).

Wereldhandel: grotere markt, meer concurrentie. 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag kan verdwijnen: 
- bijvoorbeeld Nokia, fotorolletjes, elpee, etc. 
--> Prijzen dalen. 
Aanbod kan veranderen (tekort):
- bijvoorbeeld Gas door oorlog van Rusland, Chinese onderdelen door Covid-19
--> Prijzen stijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Voor verkopers is het dus interessant: 
- meer vraag te realiseren (meer verkopen): reclame, influencing, hype.
- het aanbod te verminderen/ tekort creëren (prijs stijging): "drop", bijzondere samenwerkingen, minder produceren

Evenwicht gecreëerd door concurrentie. Noodzakelijk ter bescherming van consument. 

Slide 13 - Tekstslide

Economische systemen
Kapitalisme: de marktwerking (vraag/ aanbod) bepaalt de prijs van de producten. Gericht op groei en winst. 

Communisme: Burger/ consument beschermt door de overheid (ipv door concurrentie en marktwerking). Iedereen verdient hetzelfde (vraag gecontroleerd) en de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt (aanbod gecontroleerd). Geen concurrentie.
Gevolg: tekorten aan voedsel en kleding --> geen reden om te werken, je best te doen. 

Slide 14 - Tekstslide

Nederland heeft geen zuiver kapitalistisch systeem: 


Subsidies en bijdragen om beschikbaarheid te garanderen.
Gereguleerde markten: 

- onderwijs
- zorg
- medicijnen
- cultuur
- energie 
- onafhankelijke media (NPO)
- telecom (glasvezel)
- post.nl
 

Slide 15 - Tekstslide

Met geld maak je geld
Als je geld hebt kan je investeren (bijvoorbeeld een huis kopen): daar verdien je meer mee dan met werken. En dan koop je twee huizen, etc. 

Werk: zit een maximum aan, je hebt maar 2 handen en maar 24 uur in een dag. 
--> Rijken worden steeds rijker. 

Slide 16 - Tekstslide

Er is geen gelijke verdeling in rijkdom. 
Rijke mensen worden steeds rijker. 
De kloof tussen arm en rijk wordt groter.

In de natuur wordt er gejaagd op de leider.
Dat geldt in de economie niet.  

Slide 17 - Tekstslide

Voormalige kolonie
Zijn op achterstand gekomen door vroegere overheersing. 

- geen investeringen gedaan (niet in mensen (onderwijs), infrastructuur en economie).
- opbrengst van natuurlijke grondstoffen naar moederland. 
- geen stabiele overheid (slecht voor economische vooruitgang)

Lastig om in te halen, omdat de rest van de wereld verder ontwikkeld. 

Slide 18 - Tekstslide

Schema Zelf werken!
Wat moet je doen?
Opdrachten Economie en de wereld (zie planner!)
Hoeveel tijd heb je ervoor? 
Gebruik de tijd in de les goed! En maak het anders thuis af.. 
Hulp vragen aan?
Docent, lesmateriaal, AI, google
Wat als je eerder klaar bent?
Maak portfolio opdracht 4: Economische systemen
Zelf werken: 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?

 
Aan het einde van de les:
- ben je je bewust van jouw consumentengedrag en kan je dit koppelen aan de marktwerking.
- kan je uitleggen hoe vraag en aanbod de prijs van en product of dienst bepalen.
- de student begrijpt hoe de kloof tussen arm en rijk is ontstaan en groter wordt. 


Slide 20 - Tekstslide

Tot de volgende keer! 

Dan hebben we het over: 

De Rol van de Overheid! 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide