Economisch Burgerschap Les 2 Economie en de wereld

Burgerschap

Economie en de Wereld

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap

Economie en de Wereld

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Leerdoelen van deze week
- Theorie Economie en de Wereld
- Zelf praktijkopdrachten maken uit Generation 24/7
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Aan het einde van deze week:
- ben je je bewust van jouw consumentengedrag en kan je dit koppelen aan de marktwerking. 

- kan je uitleggen hoe vraag en aanbod de prijs van en product of dienst bepalen. 

- de student begrijpt hoe de kloof tussen arm en rijk is ontstaan en groter wordt. 

Zodat je je bewust bent van jouw rol als consument en de keuzes die je hebt.  

Slide 3 - Tekstslide

Het is goed om te gaan staken wanneer je het ergens niet mee eens bent.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Onderwijs moet in het Nederlands worden gegeven.
A
Ja
B
Nee
C
50/50 is ook goed

Slide 5 - Quizvraag

Globalisering

Door globalisering is de wereld veel kleiner geworden; 
Producten uit andere landen zijn makkelijk te verkrijgen;
 

Slide 6 - Tekstslide

Economie en de wereld
Door globalisering is het aanbod van producten en diensten groter geworden. 

Als een consument meer keuzes heeft - is er meer concurrentie tussen producenten.


Slide 7 - Tekstslide

World Economic Forum: 

Wat is het? 
Doel? 
Democratisch? Wat vinden jullie ervan? 
Goed voor globalisering.. 

Slide 8 - Tekstslide

Concurrentie
Voordeel: 
*goedkopere en betere producten
*consumenten kunnen meer kopen
Nadeel: 
*minder aandacht voor ethische normen (bijv.  goedkope arbeid/ producten uit China slecht voor milieu). 
*sommige bedrijven hebben zo'n voorsprong en zijn daardoor zo groot geworden dat er sprake is van een monopoliepositie. 

Slide 9 - Tekstslide

Perfecte concurrentie: veel kopers/ veel verkopers

Oligarchie: veel kopers/ enkele verkopers

Monopolie: veel kopers/ één verkoper

Slide 10 - Tekstslide

RTL/ Talpa
Wat vinden jullie? 

Goed of slecht? 

Slide 11 - Tekstslide

Monopolie = slecht voor consument
- de verkoper kan de prijs bepalen, want de koper heeft geen keuze
- de verkoper wordt niet "gedwongen" om zijn product te verbeteren

- natuurlijke monopolies: zo gegroeid of ontstaan (bijv. Prorail, Facebook)
- illegale monopolies: prijsafspraken / fusies en overnames

Slide 12 - Tekstslide

Google kreeg een boete van 2,4 miljard van de Europese Unie omdat zij haar eigen diensten voorrang geeft in de zoekresultaten (dat beperkt de toegang tot de markt voor anderen en dat mag niet).

Facebook, Apple, Google, Microsoft, Amazon: zijn zo groot geworden dat concurrentie door anderen feitelijk onmogelijk is. 


Slide 13 - Tekstslide

Marktwerking
Bedrijven met een monopolie positie belemmeren de marktwerking: 

Marktwerking = het tot stand komen van een evenwichtsprijs voor goederen of diensten, wanneer er een gegeven verhouding bestaat tussen vraag en aanbod.

Slide 14 - Tekstslide

Marktwerking:
- meer vraag dan aanbod = prijs stijgt
- meer aanbod dan vrag = prijs daalt 

In dit systeem is er concurrentie tussen verkopers. 
Dat is goed voor de consument (betere kwaliteit, goedkoper).

Wereldhandel: grotere markt, meer concurrentie. 

Slide 15 - Tekstslide

Vraag kan verdwijnen: 
- bijvoorbeeld Nokia, fotorolletjes, elpee, etc. 
--> Prijzen dalen. 
Aanbod kan veranderen (tekort):
- bijvoorbeeld Gas door oorlog van Rusland, Chinese onderdelen door Covid-19
--> Prijzen stijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Voor verkopers is het dus interessant: 
- meer vraag te realiseren (meer verkopen): reclame, influencing, hype.
- het aanbod te verminderen/ tekort creëren (prijs stijging): "drop", bijzondere samenwerkingen, minder produceren

Evenwicht gecreëerd door concurrentie. Noodzakelijk ter bescherming van consument. 

Slide 17 - Tekstslide

Economische systemen
Kapitalisme: de marktwerking (vraag/ aanbod) bepaalt de prijs van de producten. Gericht op groei en winst. 

Communisme: Burger/ consument beschermt door de overheid (ipv door concurrentie en marktwerking). Iedereen verdient hetzelfde (vraag gecontroleerd) en de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt (aanbod gecontroleerd). Geen concurrentie.
Gevolg: tekorten aan voedsel en kleding --> geen reden om te werken, je best te doen. 

Slide 18 - Tekstslide

Nederland heeft geen zuiver kapitalistisch systeem: 


Subsidies en bijdragen om beschikbaarheid te garanderen.
Gereguleerde markten: 

- onderwijs
- zorg
- medicijnen
- cultuur
- energie 
- onafhankelijke media (NPO)
- telecom (glasvezel)
- post.nl
 

Slide 19 - Tekstslide

Met geld maak je geld
Als je geld hebt kan je investeren (bijvoorbeeld een huis kopen): daar verdien je meer mee dan met werken. En dan koop je twee huizen, etc. 

Werk: zit een maximum aan, je hebt maar 2 handen en maar 24 uur in een dag. 
--> Rijken worden steeds rijker. 

Slide 20 - Tekstslide

Voormalige kolonie
Zijn op achterstand gekomen door vroegere overheersing. 

- geen investeringen gedaan (niet in mensen (onderwijs), infrastructuur en economie).
- opbrengst van natuurlijke grondstoffen naar moederland. 
- geen stabiele overheid (slecht voor economische vooruitgang)

Lastig om in te halen, omdat de rest van de wereld verder ontwikkeld. 

Slide 21 - Tekstslide

Er is geen gelijke verdeling in rijkdom. 
Rijke mensen worden steeds rijker. 
De kloof tussen arm en rijk wordt groter.

In de natuur wordt er gejaagd op de leider.
Dat geldt in de economie niet.  

Slide 22 - Tekstslide

Kritisch zijn

In je denken en in je doen!
- ga niet uit van aannames --> zoek het uit! 
- onderscheid feiten en meningen
- jouw oordeel: laat je niet beïnvloeden/ stel je oordeel uit

En kom zo tot verantwoorde keuzes. Jij bent de economie. 

Slide 23 - Tekstslide

Zelf werken: 
Opdrachten maken: Economie en de wereld! 

Zie Canvas (module en kalender) en Generation 24/7 voor de opdrachten die je moet maken. 

Vragen! Roep me erbij! 

Slide 24 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Tot de volgende keer! Dan hebben we het over: 

De rol van de Overheid! 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide