In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Deze les
oefenen grammatica - ontleden
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor soort woord is de persoonsvorm?
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
onderwerp
Slide 2 - Quizvraag
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin? Onze buurman heeft de hond uitgelaten.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin? Onze buurman heeft de hond uitgelaten.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de werkwoordelijke rest in de volgende zin? Onze buurman heeft de hond uitgelaten.
Slide 6 - Open vraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin? Onze buurman heeft de hond uitgelaten.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin? In de nieuwsbrief vind je veel tips.
Slide 8 - Open vraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin? In de nieuwsbrief vind je veel tips
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin? Vorige week is hij meegenomen door de politie.
Slide 10 - Open vraag
Wat is de werkwoordelijke rest in de volgende zin? Vorige week is hij meegenomen door de politie.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin? Vorige week is hij meegenomen door de politie.
Slide 12 - Open vraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin? Vorige week is hij meegenomen door de politie.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noemen we het zinsdeel: FLUISTERDE? Het meisje fluisterde een geheim in zijn oor.
A
persoonsvorm
B
ww. rest
C
ww. gezegde
D
onderwerp
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noemen we het zinsdeel: EEN GEHEIM? Het meisje fluisterde een geheim in zijn oor.
A
persoonsvorm
B
lijdend voorwerp
C
overig zinsdeel
D
onderwerp
Slide 15 - Quizvraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin? Het meisje fluisterde een geheim in zijn oor.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noemen we het zinsdeel: JE? Heb je de telefoon opgepakt?
A
persoonsvorm
B
lijdend voorwerp
C
overig zinsdeel
D
onderwerp
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noemen we het zinsdeel: OPGEPAKT? Heb je de telefoon opgepakt?
A
persoonsvorm
B
overig zinsdeel
C
ww.rest
D
ww.gezegde
Slide 18 - Quizvraag
Zinsdelen
Lees de zinnen die boven aan de dia's staan. Links staan de zinsdelen uit de zin. Rechts staan de mogelijke functies die die zinsdelen kunnen hebben. Sleep de (blauwe) zinsdelen naar de (rode) functies.
Let op! er kunnen meerdere zinsdelen bij één functie horen en er kunnen meerdere functies bij één zinsdeel horen