In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal!
Pak je aantekeningenschrift erbij + pen + markeerstift
Wacht rustig tot de les begint :)
Slide 1 - Tekstslide
2.4 Anders Actief: Bronnen: Gevolgen
Slide 2 - Tekstslide
2.1 Weer en klimaat in Europa
Hoofdstuk 2 Spanje en Nederland vergeleken
2.2 Beschikbaarheid van water
2.3 Klimaatverandering en extremer weer
2.4 Anders Actief: Bronnen: Gevolgen
Deelvraag: Welke problemen kunnen er in Spanje en Nederland ontstaan door de klimaatverandering?
2.5 Klimaatbeleid
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen 2.4
Aan het einde van de les:
Je kunt voor Spanje en Nederland beschrijven en verklaren wat de gevolgen zijn van klimaatverandering als het gaat om: - Hoe verzilting en verwoestijning kan ontstaan - Hoe natuurgebieden in gevaar komen - Hoe de gezondheid van mensen in gevaar kunnen komen - Hoe de landbouw kan veranderen
Tijdens de uitleg: ben je stil, steek je je hand op als je mee wilt doen maak je aantekeningen
Slide 4 - Tekstslide
Verdroging en verzilting
In NL meer neerslag + in Spanje meer droogte
Welke problemen levert dit op?
Gevolg 1. Verzilting en verdroging
Verdroging ontstaat door het te veel oppompen van grondwater.
Maak aantekeningen!
Slide 5 - Tekstslide
Door verzilting kan er niets meer verbouwd worden.
Slide 6 - Tekstslide
0
Slide 7 - Video
Verwoestijning
Gevolg 2: Verwoestijning
Komt steeds vaker voor in Spanje.
Dit ontstaat door droogte, erosie, bosbranden en als er meer grondwater wordt opgepompt.
Maak aantekeningen!
Slide 8 - Tekstslide
Verwoestijning in Spanje
Slide 9 - Tekstslide
Gezondheid
Gevolg 3:Gezondheid
Meer hart- en vaatziekten.
Slechtere luchtkwaliteit.
Meer allergiedagen.
Meer besmettelijke ziekten zoals tijger mug.
Maak aantekeningen!
Slide 10 - Tekstslide
Meer tijgermuggen in Europa door temperatuurstijging
Slide 11 - Tekstslide
Bosbranden
Gevolg 4. Meer kans op bosbranden
Waardoor planten en dieren verdwijnen.
Maak aantekeningen!
Slide 12 - Tekstslide
Veranderingen in de landbouw
Gevolg 5: Veranderingen in de landbouw
Spanje: Door stijging van de temperatuur en droogte zal de opbrengst van de landbouw waarschijnlijk dalen.
Nederland: Kunnen veranderingen in neerslag en extreem weer, zoals buien, hagel en droogte oogsten bedreigen.
Maak aantekeningen!
Slide 13 - Tekstslide
Welke problemen dreigen voor landbouw en toerisme?
Irrigatie
Het land op een kunstmatige manier van water voorzien: sproeien, bevloeiing (overstromen).
In Spanje is dit nodig omdat het te droog is in de zomer.
Verzilting
Verzilting = het zout worden van de bodem. In water zitten altijd zouten. Als je gaat irrigeren, zal een groot deel van dat water verdampen. De zouten kunnen niet verdampen en blijven in de bodem.
Dit kun je voorkomen door overtollig water uit de bodem af te voeren (= drainage) of door druppelirrigatie.
Verdroging
In de zomer is de vraag naar water groot. Veel toeristen, veel verdamping en weinig neerslag. Water wordt opgeslagen in stuwmeren als voorraad in droge tijden. Ook grondwater wordt opgepompt. Hierdoor droogt de bodem uit = verdroging.
Slide 14 - Tekstslide
0
Slide 15 - Video
Vragen?
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Ga naar SOM Today
Leermiddelen
Aardrijkskunde
4 vmbo kgt
Ga naar paragraaf 2.4
Zelfstandig opdrachten maken:
1 t/m 4 + samenvatting (6)
Slide 17 - Tekstslide
HERHALING
Paragraaf 2.4
Gevolgen van klimaatverandering
Slide 18 - Tekstslide
Leg uit. Wat is verzilting?
Slide 19 - Open vraag
Waar is de kans op verwoestijning groter
A
Spanje
B
Nederland
Slide 20 - Quizvraag
Temperatuurstijging heeft ook gevolgen voor de gezondheid. Noem 2 gevolgen die ontstaan als het gaat om gezondheid.
Slide 21 - Open vraag
Waarom komt de tijgermug steeds vaker voor in Europa?
Slide 22 - Open vraag
Herhaling Sleep elke afbeelding naar het begrip waar het bij hoort.
Broeikaseffect (algemeen)
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Slide 23 - Sleepvraag
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Teveel
CO2
gemiddeld 2 graden warmer
Klimaatverandering
Zonder dit is het -18 graden op aarde
Zeespiegelstijging
Natuurlijke verwarming
De zon als motor
De mens als motor
Slide 24 - Sleepvraag
Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
antwoord
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Wat is GEEN oorzaak van zeespiegelstijging?
A
Landijs smelt
B
Water wordt warmer en zet dus uit
C
Water wordt kouder en zet dus uit
Slide 30 - Quizvraag
Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.
Slide 31 - Quizvraag
Wind waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
A
goed
B
fout
Slide 32 - Quizvraag
Als we een hogedrukgebied hebben gaat het regenen.
A
goed
B
fout
Slide 33 - Quizvraag
Als de neerslag op het land valt en via een omweg in de zee terug komt noemen we dit ....
A
de korte kringloop van het water.
B
de lange kringloop van het water.
Slide 34 - Quizvraag
De kaart van bron 1 gaat over de verschillen in luchtdruk in Europa. Bij welke letter in bron 1 was de windsnelheid op 10 september 2013 het hoogst?
A
bij letter P
B
bij letter Q
C
bij letter R
D
bij letter S
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Bekijk bron 3. Welke beschrijving hoort bij het weer in Nederland op 11 april 2007? A Het was bewolkt en droog. B Het was bewolkt en regenachtig. C Het was onbewolkt en droog. D Het was onbewolkt en regenachtig.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 37 - Quizvraag
Verzilting in Spanje ontstaat door:
A
Planten te veel water opnemen uit de bodem
B
te weinig watergebruik in de landbouw
C
Verdroging
D
Verkeerde irrigatie in de landbouw
Slide 38 - Quizvraag
In grote delen van Spanje is het al heel droog. Als het nog droger wordt is er geen landbouw meer mogelijk.
A
waar
B
niet waar
Slide 39 - Quizvraag
In Spanje wordt er veel grondwater opgepompt. Hierdoor daalt de grondwaterspiegel, met verdroging als gevolg.
A
waar
B
niet waar
Slide 40 - Quizvraag
Wat is geen gevolg van de 3 droogteproblemen van Spanje?
A
Verzilting
B
Verdroging
C
irrigatie
D
Verwoestijning
Slide 41 - Quizvraag
Door de ongelijke neerslagverdeling krijgt Spanje in de herfst/winter te maken met...
A
Overstromingen van de zee
B
Overstromingen van rivieren
C
Droogte en weinig neerslag
D
Veel sneeuw overlast
Slide 42 - Quizvraag
'Druppelirrigatie kan verzilting voorkomen'.
A
goed
B
fout
Slide 43 - Quizvraag
Verzilting: welke uitspraak is fout.
A
Verzilting = toename zoutgehalte in de bodem.
B
Verzilting ontstaat door te weinig water en komt in NL dus niet voor.
C
Meeste planten kunnen niet tegen zout --> belemmert opname voedingsstoffen.
D
Oplossingen = druppelirrigatie (met meststoffen) en drainage.
Slide 44 - Quizvraag
Is er voldoende water beschikbaar in Spanje en Nederland, bijvoorbeeld voor landbouw en toerisme?
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur of per dag.
De nuttige neerslag in een jaar, berekend over een langjarig gemiddelde, voor een bepaald gebied
Het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de verdamping in een gebied.