21/22 Havo 5 HC Nederland 3.1
1 / 48
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarom 1585 als startjaar voor HC Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekende het begin van het Britse rijk in India?
A
Het verdrag van Bejing
B
het verdrag van Allahabad
C
De oprichting van de EIC
D
het verdwijnen van de EIC
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer was het Britse Rijk op zijn grootst?
A
1819
B
1880
C
1919
D
2020
Slide 4 - Quizvraag
De slavenhandel werd in het Britse rijk verboden in...
A
1807
B
1815
C
1822
D
1833
Slide 5 - Quizvraag
De slavernij werd in het Britse Rijk afgeschaft in...
A
1833
B
1843
C
1853
D
1863
Slide 6 - Quizvraag
Waarom voelden veel 'Amerikanen' geen verbinding met het Britse Rijk?
A
Ze waren nog nooit in Groot-Brittannië geweest.
B
Zij spraken Amerikaans en de Britten spraken Engels.
C
Zijzelf en hun hele familie waren in 'Amerika' geboren.
D
Ze hadden alleen maar Amerikaanse producten in Amerika.
Slide 7 - Quizvraag
Koppel de begrippen van HC het Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke zuil ontbreekt er op de afbeelding?
A
socialistische
B
katholieke
C
protestantse
D
liberale
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
In de vorige dia kwam je het begrip 'poldermodel' tegen. Wat betekent dit?
A
Een nieuw model dat gebruikt wordt in de landbouw.
B
Consensusmodel waarin de overheid met burgers in gesprek gaat over onderhandelingen in de hoogte van de uitkering.
C
Consensusmodel waarin werkgevers, vakbonden en de overheid met elkaar gaan onderhandelen over o.a. loon
D
Een nieuw onderwijssysteem dat leerlingen moet opleiden tot betere economen die de welvaart straks moeten gaan verhogen.
Slide 20 - Quizvraag
Welke twee overeenkomsten zijn er tussen de periode van wederopbouw en de tijd van het poldermodel?
A
Beide periodes zijn bloeiperiodes
B
In beide periodes bleven de lonen laag
C
In beide periodes waren er economische problemen
D
In beide periodes werd er veel gebouwd in het land
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Noem drie bestemmingen van Nederlandse emigranten in de jaren 1950.
Slide 38 - Woordweb
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Video
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
In 1973 werd Nederland getroffen door een economische crisis die lang duurde.
Welk gevolg had de crisis?
Welk gevolg had de crisis?
A
Het CDA verloor veel zetels omdat het als grootste regeringspartij de schuld kreeg.
B
Veel banen in de industrie verdwenen naar lagelonenlanden.
C
Omdat er veel werklozen waren, werden de uitkeringen verhoogd.
D
Geen van de genoemde gevolgen is juist.
