Herhaling plus start H13

Stukje herhaling en start H 13 
Herhaling: Aanvraagformulier; Proportionaliteitsbeginsel; Causaal verband. Lukt premiebetaling? 
Start: Verschil Opstal- inboedel.
Verzekerd bedrag. Onder- en oververzekering. 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Stukje herhaling en start H 13 
Herhaling: Aanvraagformulier; Proportionaliteitsbeginsel; Causaal verband. Lukt premiebetaling? 
Start: Verschil Opstal- inboedel.
Verzekerd bedrag. Onder- en oververzekering. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvraagformulier
  1. Wilsuitging: De klant geeft aan de verzekering te willen en bekend te zijn met de voorwaarden + premiebetaling
    2. De verzekeraar beoordeelt aan de hand van de gegevens of hij het risico wil dragen
    3. Wilsovereenstemming: het moment waarop de verzekeraar akkoord is met de verzekering

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van het aanvraagformulier (schriftelijk of digitaal)?
A
Wilsovereenstemming, verstrekken van gegevens en het sluiten van de overeenkomst.
B
Wilsuiting, informatieverstrekking en akkoord gaan met voorwaarden en premie.
C
Wilsovereenstemming, informatieverstrekking en mededelingsplicht bevragen.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Petra vult op het aanvraagformulier voor een tijdelijke overlijdensrisicoverzekering NIET in dat haar ouders beide zijn overleden aan een hartstilstand op jonge leeftijd, hoewel daarover wel een vraag is gesteld.

Welke acceptatiefactor/acceptatiefactoren is/zijn hier voor de verzekeraar van groot belang
A
Het morele risico.
B
Het materiële risico.
C
Zowel het morele als materiële risico.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gait heeft een houten strandtent in IJmuiden. Hij wil dit verzekeren.

Van welke acceptatiefactor is hier sprake?
A
Moreel risico
B
Immaterieel risico
C
Materieel risico

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingsplicht
Op aanvraag alle informatie geven die van belang is
  • Verzekeraar moet concreet vragen wanneer hij het wil weten
  • Voldoet de klant niet aan de mededelingsplicht?
  • Verzekeraar heeft 2 maanden om het te ontdekken
  • polis aanpassen
  • polis direct opzeggen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingsplicht
Schending mededelingsplicht (artikel 7:929 BW):
- als verzekeraar dit ontdekt => binnen 2 mnd schriftelijk informeren over de gevolgen.

DIrect opzeggen bij:
1. Opzettelijk misleiden (let op: verzekeraar moet bewijzen)
2. Als de verzekeraar bij de juiste info geen verzekering had gesloten.

Eventuele sancties:
1. Verhogen premie of verlagen verzekerd bedrag
2. Stellen andere verzekeringsvoorwaarden
3. Bij schade: gedeeltelijk uitkeren op grond van 1 e/o 2 (proportionaliteitsbeginsel) 

Slide 7 - Tekstslide

Verzekering is niet vernietigbaar!

Een klant heeft een aanvraagformulier niet naar waarheid ingevuld. De verzekeraar heeft dit ontdekt en wil de verzekering alleen onder andere voorwaarden voortzetten.

Welke termijn heeft de verzekeraar om dit kenbaar te maken aan de klant?
A
2 maanden
B
onbeperkt
C
14 dagen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Causaal verband
  • Zegt iets over oorzaak en gevolg
  • Ene variabele veroorzaakt de andere

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk voorbeeld is er sprake van causaal verband?
A
Jasper heeft aangegeven dat zijn huis een pannen dak heeft i.p.v. een rieten dak. Er ontstaat brand en zijn woning brandt af
B
Jasper heeft aangegeven dat hij een pannendak heeft i.pv. een rieten dak. Na een inbraak is Jasper 5000 euro aan goederen kwijt

Slide 10 - Quizvraag

Er is geen causaal verband tussen het niet nakomen van de mededelingsplicht en de schade
Proportionaliteitsbeginsel (bij schade!)
 Schade => In zo’n situatie moet de verzekeraar nagaan welke premie en/of voorwaarden of welk gemaximeerd verzekerd bedrag hij zou hebben gehanteerd als hij wel juist
zou zijn geïnformeerd.

• bij een hogere premie of een lager verzekerd bedrag wordt de uitkering naar evenredigheid
verminderd of gemaximeerd;
• bij andere verzekeringsvoorwaarden wordt uitgekeerd volgens die andere voorwaarden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Margareth (19 jaar) rijdt op de A1 en wordt in de file van achteren aangereden. Ze blijkt onderverzekerd te zijn. Haar cascoverzekeraar keert uit maar betaalt slechts de helft van de schade, omdat ze maar de helft van de werkelijke waarde van de auto had verzekerd. Deze berekening is gebaseerd op een verzekeringsbeginsel.

Hoe wordt dit beginsel ook wel genoemd?
Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden

A
Proportionaliteitsbeginsel
B
Schadeloosstellingsbeginsel.
C
Indemniteitsbeginsel.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anja heeft op het aanvraagformulier voor een woonhuisverzekering per ongeluk ingevuld dat haar
woonhuis een pannendak heeft. De woning is echter met riet gedekt, wat een hoger brandrisico oplevert.

Er wordt ingebroken bij Anja. Is hier sprake van Causaal verband?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie mag een verzekeraar de verzekering beëindigen als er sprake is van schending van de mededelingsplicht?
A
Als er geen causaal verband is tussen hetgeen verzwegen is en de schade.
B
Als verzekerde de verzekeraar met opzet heeft misleid.
C
Als verzekerde vergeten is een vraag in te vullen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klaas heeft een inboedelverzekering zonder eigen risico. Nicole heeft een inboedelverzekering met € 500 eigen risico.
De premie die Klaas betaalt is:
A
Hoger dan die van Nicole
B
Precies het zelfde als die van Nicole
C
lager dan die van Nicole
D
500 euro

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arthur heeft enkele jaren terug een inboedelverzekering gesloten. Op het aanvraagformulier heeft hij toen abusievelijk ingevuld dat zijn woonhuis met pannen is gedekt in plaats van met riet.

Een klein jaar ná het sluiten van de inboedelverzekering ontstaat brand doordat vonken uit Arthurs schoorsteen op het rieten dak zijn terechtgekomen. Zowel aan het woonhuis als de inboedel ontstaat schade. Tijdens een inspectie door de schade-expert komt de verzekeraar achter het niet-meegedeelde feit. Als de inboedelverzekeraar van het rieten dak had geweten, dan zou hij een hogere premie hebben bedongen.
Wat is juist?
A
De verzekeraar hoeft maar een evenredig deel van de schade te vergoeden en mag de premie van de verzekering voor de toekomst aanpassen.
B
De verzekeraar moet de inboedelschade van Arthur volledig vergoeden en mag de premie van de verzekering voor de toekomst aanpassen.
C
De verzekeraar mag de schade op grond van het niet nakomen van de mededelingsplicht afwijzen en de verzekering met onmiddellijke ingang opzeggen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan Huizinga heeft enkele jaren geleden een woonhuisverzekering gesloten. Bij toeval ontdekt de verzekeraar dat Jan het aanvraagformulier toen onjuist heeft ingevuld. Als Jan het aanvraagformulier wel juist zou hebben ingevuld, had de verzekeraar de verzekering helemaal niet geaccepteerd.

Wat is juist?
A
De verzekeraar mag de verzekering binnen twee maanden ná ontdekking van het niet-nakomen van de mededelingsplicht met directe ingang opzeggen.
B
De verzekeraar hoeft pas gevolgen aan het niet-nakomen van de mededelingsplicht te verbinden als Jan een schade onder zijn woonhuisverzekering claimt.
C
De verzekeraar mag de verzekering binnen twee maanden ná ontdekking van het niet-nakomen van de mededelingsplicht per ingangsdatum beëindigen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geen uitkering door..... 
MAAVO
Molest
Atoomkernreacties
Aardbeving
Vulkaanuitbarsting
Overstroming

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel of niet verzekerd?
Opzet: met het oogmerk .....  
  • Roekeloosheid: het risico accepterend  
  • Eigen schuld: niet met de intentie om......
  • Dekking afhankelijk van de voorwaarden
  • Roekeloosheid en eigen schuld bij aansprakelijkheid vaak wel verzekerd 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als een verzekeraar schade door opzet of bewuste roekeloosheid niet wil uitkeren, moet dit dan worden opgenomen in de polisvoorwaarden?

Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden:
A
Nee, dat is niet nodig.
B
Ja, maar alleen als het om schadeverzekeringen gaat.
C
Ja, want uitsluitingen moeten in de polisvoorwaarden staan.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend: 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is op grond van artikel 7:951 BW (eigen gebrek) uitgesloten van de verzekering?
A
Zowel het eigen gebrek van de verzekerde zaak als de gevolgschade van het eigen gebrek
B
Uitsluitend de gevolgschade van het eigen gebrek
C
Uitsluitend het eigen gebrek van de verzekerde zaak zelf

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet betalen van de vervolgpremie
Wettelijke regels (semi-dwingend recht)=  

- 30 dagen de tijd om te betalen (na de vervaldag) = Respijttermijn

  • Niet? Tussentijds verstuurt verzekeraar een aanmaning met daarin de gevolgen

Nog niet betaald? 2 gevolgen: 
1. Opschorting: De polis blijft bestaan, premie moet worden betaald, maar de dekking vervalt
2. Beëindiging polis

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 13! Niet voor de toets

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet periode 4 eruit voor Belastingrecht en verzekeringsrecht?
Lesweek 1 = H 13 
Lesweek 2 = H 13 
Lesweek 3  = Les + Proefexamen vrijdag 31 mei  -> Remindo (en beveiliging Schoolyear)
Lesweek 4 = Herhaling en vragen beantwoorden. 
( ma. 03-06-2024)
Lesweek 5 = Toets- en examenweek 2 periode 4 ->  Examen -> digitaal m.b.v. Remindo en beveiliging Schoolyear
(ma. 10-06-2024)
Lesweek 8 = Toets- en examenweek 2 periode 4 -> Herkansing examen -> digitaal m.b.v. Remindo en beveiliging Schoolyear
(ma. 01-07-2024)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inboedel

opstal

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een woonhuis is een:
A
Roerende zaak
B
Onroerende zaak

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zaak hoort niet automatisch onder inboedel?
A
speelgoed
B
postzegelverzameling
C
laminaatvloer
D
bank

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zaak hoort niet automatisch onder inboedel?
A
zonweringen
B
koelkast
C
zeilplank
D
mobiele telefoon

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonwering

Inboedelverzekering of opstalverzekering?
Alles wat je op kunt pakken en mee kunt nemen bij een verhuizing valt onder de inboedel. Verzekeraars noemen dat roerende zaken. Zonwering is een beetje een twijfelgeval. Het hangt aan het huis, en het huis zelf valt onder de opstalverzekering. Om onduidelijkheid te voorkomen, hebben verzekeraars duidelijke afspraken gemaakt over wat waar onder valt. En je zonwering valt onder de inboedelverzekering.

Bij veel inboedelverzekeringen is het gewoon meeverzekerd. Sommige inboedelverzekeringen beperken de dekking wel tot een maximum bedrag. Bij weer andere verzekeraars krijg je niet de nieuwwaarde, maar de dagwaarde uitgekeerd als het gaat om zonwering. Heb je zonwering of ben je van plan die te kopen? Kijk dan even hoe je ervoor verzekerd bent.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inboedelverzekering 
Verzekerd bedrag is gebaseerd op de nieuwwaarde. Wat is nieuwwaarde? 

Waarde bepaling

  • Inventarisatielijst (alle objecten van de inboedel apart benoemen)
  • Inboedelwaardemeter, werkt volgens een puntensysteem afhankelijk van bijvoorbeeld, leeftijd, inkomen, gezinssamenstelling. Hulpmiddel. Alleen te hanteren in combinatie met een verzekering met een garantie tegen onderverzekering en inboedelwaarde - index. 
  • Deskundigentaxatie, komt voor bij antiek en zeldzaamheidsobjecten. 





Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woonhuisverzekering
vergoed... herbouwwaarde

= niet verkoopwaarde 

Of eventueel sloopwaarde => dagwaarde -/- kosten voor het afbreken en opruimen van de restanten. Als woning sowieso werd gesloopt

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkoopwaarde - herbouwwaarde 
van dit mooie huis aan de rand van Steenwijk
verkoopwaarde ( Waarde woning voor de schade)   € 875.000                                      herbouwwaarde                                    € 420.000

Slide 33 - Tekstslide

Verkoopwaarde wordt uitgekeerd indien de woning niet wordt herbouwd. Met een max. de herbouwwaarde. 

= dagwaarde -/- restanten. 

Sloopwaarde : als de woning 
Onderverzekering: 
                       verzekerde waarde < werkelijke waarde

Oververzekering:
                       verzekerde waarde > werkelijke waarde

Juiste verzekering:
                       verzekerde waarde = werkelijke waarde

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadevergoeding bij onderverzekering
Karin en Richard hebben hun inboedel verzekerd voor €40.000. Terwijl de inboedel in werkelijheid €45.000 waard is. Er wordt ingebroken. De schade is €9.000. Hoeveel euro moeten Karin en Richard zelf nog betalen?

  • = verzekerde waarde / werkelijke waarde x schadebedrag
  • = 40.000 / 45.000 x 9.000 = €8.000
  • = €9.000 - €8.000 = € 1.000

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een oververzekering krijg je meer betaald dan de daadwerkelijke schade?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anna woont in een huurhuis. Zij betaalt EUR 1.000 huur per maand. Zij heeft haar inboedel verzekerd voor EUR 80.000. Door een blikseminslag ontstaat er brand waarbij een deel van haar inboedel verloren gaat. Een expert stelt vast dat de schade EUR 60.000 bedraagt. Maar dat de werkelijke waarde van haar inboedel EUR 120.000 bedraagt. Welke schade-uitkering krijgt Anna nu op haar inboedelverzekering?
timer
2:00

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Immy heeft haar woonhuis verzekerd met een verzekerd bedrag van € 200.000,-. Op enig
moment heeft zij schade aan haar woning van € 100.000,-. Van de verzekeraar krijgt
ze echter slechts € 80.000,- uitgekeerd, omdat zij onderverzekerd blijkt te
zijn.
Hoe hoog had het verzekerd bedrag moeten zijn om een volledige schade-uitkering te krijgen? Voeg een berekening toe!
Kom je uit op een geheel bedrag, vul dan twee nullen achter de komma in

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan en Mia gaan samenwonen. Ze hebben een mooi huis gevonden en verhuizen er naar toe met al hun spulletjes. Ze hebben de inboedel verzekerd voor € 50.000,- Jan let even niet op tijdens het koken en er ontstaat een klein brandje in de keuken. De schade is € 21.000,-
De verzekeringsagent komt langs om de schade op te nemen en hij ziet dat er veel duurdere spullen staan dan hij had gedacht. De werkelijke waarde van de inboedel is wel € 75.000,- De verzekeringsagent zegt: “U bent niet alleen verliefd, u bent ook onderverzekerd. We gaan niet de gehele schade vergoeden!” Welk bedrag krijgen zij uitgekeerd? Geef de berekening.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel er breekt brand uit in je keuken. Je had je huis verzekerd voor € 200.000. De schade aan je keuken is € 6.000. Er komt een schade-expert langs van de verzekering. Hij zegt dat je huis in werkelijkheid € 300.000 waard was. Je bent dus onderverzekerd!
Bereken hoeveel euro de verzekering gaat uitkeren.

Slide 40 - Open vraag

Verzekerde waarde : werkelijke waarde) x de schade
(200.000 : 300.000) x 6000 = 4.000 euro wordt door verzekering betaald.