Verschillende verbanden

Verbanden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Lineaire verband

Slide 2 - Woordweb

Lineaire verband
Rechte lijn
Vaste stapgrootte
(Hierbij is het belangrijk dat de bovenste rij ook een vaste stapgrootte heeft)
y=ax+b
De formule heeft de bovenstaande vorm
Hellingsgetal
Startgetal

Slide 3 - Tekstslide

Formule opstellen bij de tabel
De vaste toename is het hellingsgetal. Deze hoort dus bij de a in de formule.
Het startgetal vind je onder de 0. Je moet hier dus een stap terug rekenen. Het startgetal is 40. Deze hoort bij de b in de formule.
y=ax+b
y=20x+40

Slide 4 - Tekstslide

Geef de formule bij de tabel hiernaast

Slide 5 - Open vraag

Formule opstellen bij de grafiek
Het startgetal vind je bij het snijpunt van de y-as en de grafiek. Hier is het startgetal dus 20. Dus is de b in de formule.
Je kunt het hellingsgetal vinden door de toename op de y-as te delen door de toename op de x-as. Bij dit voorbeeld moet je dus 10 : 20 = 5. 
_
_
I
I
+10
+20
y=ax+b
y=5x+20

Slide 6 - Tekstslide

Geef de formule bij de grafiek hiernaast.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Stel de lineaire formule op die gaat door de punten
(0, 15) en (5; 52,5)

Slide 10 - Open vraag

Rechtevenredig verband

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Exponentieël verband

Slide 13 - Woordweb

Exponentieël verband
y=bgt
Beginhoeveelheid
Groeifactor
Groeifactor
g < 1      exponentiële daling
g = 1      het aantal blijft gelijk
g > 1      exponentiële stijging
De t(tijd) gaat altijd over de hoeveelheid tijds sinds het begin van de observatie. Hier gaat het dus om het aantal jaren na het beginjaar 2000. 
Het getal onder het beginjaar is de beginhoeveelheid. Dit is de b in de formule.
De vermenigvuldiging die zich blijft herhalen is de groeifactor. Deze schrijf je bij de g.
y=505t

Slide 14 - Tekstslide

Vorige week gaf het RIVM aan dat de besmettingsfactor op dit moment 2,2 is. Wat kun je hieruit concluderen voor het aantal besmettingen?

Slide 15 - Open vraag

Aan het begin van de week waren er in Almere 1100 mensen besmet. Iedere week stijgt dit aantal met 2%. Maak een formule bij deze situatie.

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel besmettingen zullen er zijn over twee weken?

Slide 17 - Open vraag