3a1 BME - Beeldspraak en stijlfiguren deel 1

Welkom
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Invullen vragenlijst
- nakijken huiswerk: gramm blok 1, opdr 13, blok 2 opdr 1 en 7
- Beeldspraak en stijlfiguren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kent het verschil tussen realistisch en niet-realistisch
- Je kent de realismelijn 
- Je kent het verschil tussen waargebeurd en realistisch
- Je kent het opbouwschema van verhalen

Slide 3 - Tekstslide

Realistisch en
onrealistisch

Slide 4 - Woordweb

Realismelijn
  • Als je iets heel realistisch vind, dan plaats je het aan het begin van  de realismelijn.
  • Als je iets helemaal niet realistisch vind, plaats je het aan het eind van de realismelijn.

Heel erg realistisch                                                                     Helemaal niet realistisch
     |---------------------------------|-------------------------------------------|
                                              een beetje realistisch

Slide 5 - Tekstslide

Aspecten realismelijn

Je kunt bepalen of een verhaal realistisch is aan de hand van de volgende aspecten:

1 de omgeving

2 de tijd

3 hoe personages met elkaar praten en omgaan

4 gedachten, bezigheden en problemen van personages

5 de 'toevalligheid' van gebeurtenissen

6 fantasie-elementen

7 de afloop van een verhaal


Slide 6 - Tekstslide

Het opbouwschema van verhalen 

Slide 7 - Tekstslide

Vooruitblik
Neem morgen 2 tijdschriften mee!

Wat gaan we doen: beeldspraak!
- vergelijkingen met als
- vergelijkingen zonder als

Andere vormen van beeldspraak: personificatie, metafoor, metonymia.

Slide 8 - Tekstslide

Doelencheck!
- Wat is het verschil tussen realistisch en niet-realistisch?
- Wat is een realismelijn?
- Wat is het verschil tussen waargebeurd en realistisch?
- Beschrijf het opbouwschema van verhalen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide