De industriele samenleving in Nederland

Hoofdstuk 1

De industriële samenleving in Nederland

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

De industriële samenleving in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg 1.2: Een Modern Land
Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Britten geven het voorbeeld
  1. In 1851 werd in Londen een wereldtentoonstelling gehouden
  2. Doel was de wereld te laten zien hoe ver zij waren met de industrie.
  3. Groot-Brittanie was hard op weg een industriele samenleving te worden en liep voor op de rest van de wereld
  4. Het was het land waar de stoommachine was uitgevonden en de eerste stoomtrein reed

Slide 3 - Tekstslide

Britten geven het voorbeeld
Crystal Palace was een bijzonder gebouw omdat het helemaal van glas en ijzer was gemaakt

Slide 4 - Tekstslide

Nederland laatbloeier
  • Ook Nederland had een ruimte op de tentoonstelling, al hadden deze produkten weinig te maken met de industrie.


  • Nederland lag op industrieel gebied achter, zelfs op Belgie waar de schoorstenen als paddenstoelen uit de grond schoten.

Slide 5 - Tekstslide

Nederland laatbloeier

Waarom liep Nederland zo veel achter op de rest  van de wereld:

  1. Dachten industrie niet nodig te hebben, we verdienden genoeg in de handel en de landbouw
  2. Bouw van fabrieken en aanschaf van machines was duur, men durfde niet te investeren
  3. Nederland had veel minder grondstoffen en steenkool was een belangrijke energiebron

Slide 6 - Tekstslide

Kanalen en spoorlijnen
  1. Nederland lag dan misschien achter, maar het lag niet helemaal stil.
  2. Koning Willem I stimuleerde de aanleg van straat, wegen, kanalen en spoorwegen. De ´kanalenkoning´
  3. In 1839 reed de eerste stoomtrein van Amsterdam naar Haarlem.



Slide 7 - Tekstslide

Kanalen en spoorwegen
  • In 1860 waren in Groot Britannie en Belgie al alle grote steden aan het spoorwegennet verbonden.
  • In Nederland breidde het zich in 20 jaar snel uit en het Noorden en Zuiden werden verbonden door spoorbruggen --> Koning Willem I.
  • Deze explosieve groei, noemen we ook wel de :

´Transportrevolutie`

Slide 8 - Tekstslide

Kanalen en spoorwegen
  • IJzeronderdelen en machines waren hiervoor nodig


  • Eerste kwamen deze onderdelen nog uit het buitenland, maar al snel gingen ondernemers machines van ijzer en staal produceren
  • ´De transportrevolutie`was de motor van de Nederlandse industrialistaie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Textielindustrie
  • Eerst maken mensen thuis textiel met weefgetouwen 

en spinnenwielen. Spinnewielen werden door spierkracht aangedreven.


  • Later grote fabrieken met weefmachines
 aangedreven door stoomkracht, waar iedereen aan werkte

Slide 11 - Tekstslide

Textielindustrie
  • Nederland schafte deze machines ook aan. Vooral in Twente en Noord - Brabant.


  • Fabrieken waren een bedreiging voor de huisnijverheid

Slide 12 - Tekstslide

Electriciteit en olie
  • In Nederland begon de industrialisatie in de

 textielnijverheid en de machinebouw

  • Na 1895 raakte de industrialisatie in een stroomversnelling, er was een nieuwe tijd aangebroken.
  • De Rotterdamse haven bloeide als nooit vantevoren
  • Fabrieken maakten de overstap van machines op stoomkracht naar elektro en benzinemotoren

Slide 13 - Tekstslide

De dienstensector
  • Buiten de fabriekshal kwamen ook nieuwe banen, denk aan

toezichthouders en boekhouders

  • Bedrijven namen wetenschapper in dienst
  • Opleiding voor personeel. Zo groeide het aantal mensen in de dienstensector zelfs harder dan in de industrie

Slide 14 - Tekstslide

Bevolkingsgroei en wereldhandel

Hoe kan de snelle groei verklaard worden?

  1. Nederland profiteerde van de wereldhandel. De haven zorgde voor vraag naar schepen en dergelijke
  2. De groei van de bevolking, meer mensen betekende voldoende arbeidskrachten

Slide 15 - Tekstslide

Op het platteland
  • Ook in de landbouw waren er andere tijden aangebroken, met stoommachines werd er geploegd en later werd het graan binnen gehaald.
  • Na de uitvinding van kunstmest schoten de graanoogsten helemaal omhoog.

Slide 16 - Tekstslide

Op het platteland
  • Melk werd in grote zuivelfabrieken verwerkt tot boter en kaas


  • Bloeitijd in de landbouw, maar het aantal werknemers daalde in deze sector

Slide 17 - Tekstslide