H6 Relaties par 1-3

H6.1 Wat versta jij onder relaties?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H6.1 Wat versta jij onder relaties?

Slide 1 - Woordweb

een mens heeft geen anderen nodig om zichzelf te worden
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

mensen zijn voor de bevrediging van hun behoeften afhankelijk van andere mensen
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

de mens is dus:
een knooppunt van relaties,
omdat de mens een sociaal wezen is 

Slide 4 - Tekstslide

andere mensen zijn essentieel om werkelijk mens te zijn, je bent van veel van hen afhankelijk

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

H6.2 Wat is een definitie van RELATIE?

een relatie is een duurzame omgang van twee mensen

Slide 7 - Tekstslide

 Soorten relaties
  1. persoonlijke relaties --> wel/niet vrijwillig
  2. functionele/zakelijke relaties --> wel/niet vrijwillig

Slide 8 - Tekstslide

een vriendschap is
A
zakelijk en vrijwillig
B
verplicht
C
persoonlijk en vrijwillig
D
persoonlijk en verplicht

Slide 9 - Quizvraag

met een broer/zus van een vriend(in) heb ik een ........... relatie
A
vrijwillige
B
verplichte
C
persoonlijk en vrijwillige
D
zakelijk en verplichte

Slide 10 - Quizvraag

met een klasgenoot heb ik een ........... relatie
A
vrijwillige
B
verplichte
C
persoonlijk en vrijwillige
D
zakelijk en verplichte

Slide 11 - Quizvraag

vriendschapstest
doe de test (opdr. 4) in het boek blz 137
maak daarna opdrachten 1, 2, 3 op blz 135/136

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken van vriendschap
  1. vrijwilligheid (is dus een keuze)
  2. genegenheid (wederzijds positieve gevoelens)
  3. vertrouwen (beiden kwetsbaar durven zijn)
  4. solidariteit (niet vrijblijvend, maar je steunt elkaar)

Slide 14 - Tekstslide

waarom vriendschap?
  1. omwille van het nuttige
  2. omwille van het aangename
  3. omwille van het goede 
  4. omdat die ander een deugdzaam mens is , je gunt die ander het beste voor lange tijd

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een kennis en een vriend(in)
A
een kennis kom je toevallig tegen
B
een kennis zie je veel minder
C
je hebt veel kennissen en weinig vrienden
D
alle antwoorden zijn waar

Slide 16 - Quizvraag

vriendschappen :
A
gaan vanzelf en hoef je niet veel tijd aan te besteden
B
heb je heel vaak in twee-tallen
C
kunnen een flinke ruzie goed doorstaan
D
echte vriend(inn)en zijn op 1 hand te tellen

Slide 17 - Quizvraag

afsluitende conclusie
Wat heb je geleerd vandaag over relaties?

"Een trouwe vriend is een veilige schuilplaats,
wie er een gevonden heeft , heeft een schat gevonden."

Slide 18 - Tekstslide

wat heb je geleerd
vandaag
over relaties?

Slide 19 - Woordweb

Sociogenogram WS opdr 1
1. Maak een lijst van alle belangrijke personen in jouw leven. Neem in de lijst in elk geval op: je ouders of opvoeders / je evt. (pleeg of stief)broers en – zussen / je opa’s en oma’s. Je mag verder ook je vriend of vriendin (als je verkering hebt), je vrienden, je ooms en tantes en andere mensen die belangrijk voor je zijn opschrijven. Als een bepaalde groep belangrijk voor je is (bijvoorbeeld je voetbalteam) mag je ook de naam van die groep opschrijven. Schrijf in elk geval méér op dan alleen familieleden!

2. Pak een wit A4-papier. Neem in de linker onderhoek de legenda (lijst van tekens en hun betekenis) over uit het voorbeeld in de bijlage (zie hieronder).
Alle relaties die je hebt, kun je weergeven in een schema. Zo’n schema heet een sociogenogram. Deze ga jij nu maken.

Slide 20 - Tekstslide

Gebruik voor jouw uitleg de begrippen/kenmerken uit de les die gaan over relaties!!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

maken werkstuk Relaties
op de vorige bladzijden staat opdracht 1
deze opdracht is jouw weektaak en moet uiterlijk vrijdag van volgende week ingeleverd zijn in Som2Day bij 'inleveropdrachten' als een WORD document 

Slide 25 - Tekstslide